Er gaat geen dag voorbij of we lezen in de regionale bladzijden van de kranten berichten over wijzigingen in het parochielandschap. Parochies gaan samenwerken in grotere verbanden. Almaar meer kerkgebouwen zijn niet langer een plek waar mensen elke zondag naar de mis kunnen gaan. Er wordt nagedacht over herbestemmingen voor gebouwen waarin generaties lang mensen werden gedoopt en gevormd, waar koppels elkaar hun jawoord gaven, waar we afscheid namen van dierbare overledenen.
Precies door die emotionele band is het pijnlijk afscheid te nemen van dat oude, vertrouwde kerklandschap. Gelukkig groeien er nieuwe gemeenschappen. Het is een weg die we met z’n allen moeten afleggen.
Verschillende opties
De vraag blijft natuurlijk wat we met al die kerkgebouwen moeten aanvangen. Van de negentiende eeuw tot diep in de twintigste kon de kerkelijke luxe in Vlaanderen niet op, waardoor werkelijk elk gehucht zijn eigen kerkgebouw heeft. Er zijn momenteel meer dan 1.700 parochiekerken in Vlaanderen. Voor heel wat kerken wordt nu nagedacht over alternatieve bestemmingen.
Een kerk herbestemmen is evenwel makkelijker gezegd dan gedaan. De specifieke vorm van het gebouw – groot en monumentaal – is volstrekt niet aangepast aan andere behoeften, zoals woon- of werkruimte, scholen of zorginstellingen.
Vaak is het lastiger en duurder om een kerk om te bouwen dan om ineens een nieuw gebouw neer te poten.
Afbreken dan maar? Dat is meestal geen optie. Veel kerken zijn beschermde monumenten. Nog meer kerken zijn visuele ankerpunten. Het is vaak ondenkbaar om brutaal een gat te slaan in een typerend dorps- of stadsgezicht. Bovendien bestaat er een grote gehechtheid aan kerkgebouwen, ook bij mensen die niet naar de mis gaan.
Wat moet er dan gebeuren? Er bestaat geen algemene toverformule. Geval per geval is het zoeken naar de beste oplossing. Veel kerken worden uiteraard gewoon behouden voor de eredienst. Dat kunnen wekelijkse vieringen zijn of occasionele.
In sommige gevallen wordt de liturgische ruimte wat kleiner gemaakt en gecombineerd met andere activiteiten. Dat heet dan nevenbestemming, een oplossing die vaak leidt tot algemene tevredenheid.
Wat als dat geen optie is? De volledige herbestemming van (ontwijde) kerken is tot nu toe geen succesverhaal, zeker niet in het geval van voormalige parochiekerken. Zoals gezegd, kerkgebouwen kneed je niet zo makkelijk om tot iets anders, zoals blijkt uit ons artikel naar aanleiding van Open Monumentendag (zie bladzijde 8).
Wellicht moeten we creatiever zijn.
In steden kunnen we nadenken over meervoudig gebruik van kerken, door verschillende christelijke gemeenschappen. De plaatselijke katholieke gemeenschap kan dan haar gebouw delen met buitenlandse katholieken, die in een andere taal vieren, of met orthodoxen of protestanten. Zo behoudt de kerk haar functie en leren we elkaar wat beter kennen.
De ziel van een gebouw
In het artikel hiernaast ontdekt u een mooi voorbeeld van herbestemming, zij het in dit geval van een abdij. De Achelse Kluis, bekend van het plaatselijke trappistenbier, zal de nieuwe thuis worden van een Braziliaanse religieuze groep die er verslaafden een nieuwe toekomst wil geven. Dat is een herbestemming met respect voor de ziel van een gebouw. Het is een verhaal van hoop. En voor wie zich zorgen maakt, het bier blijft ook gewoon bestaan.
Dat soort herbestemming zal niet altijd en overal mogelijk zijn, zeker niet voor parochiekerken.
De zoektocht naar een nieuw evenwicht in ons kerkelijke landschap is nog lang en lastig. Heel wat ideeën en plannen zullen na het nodige teken- en rekenwerk in de vuilnisbak eindigen.En mogelijk zal finaal blijken dat een kerk gewoon laten staan en onderhouden vaak de meest haalbare en betaalbare oplossing is.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.