Beeld je in: op een fuif dans je met bier in de hand een oude bekende tegen het lijf. Van je handen maak je een trechter en je brult recht in het oor. En dan eindigt het gesprek met een date bij een gebedsgroep.
Zo was het dus via een voormalig Gents klasgenootje dat ik bij Saint-Damien belandde, een studentengroep van een jonge kloostergemeenschap in de buurt, de Tibériade.
De weg terug
Ze waren met een 30-tal. In kleine groepjes wisselden ze uit over een bijbeltekst. Niet meteen de meest toegankelijke: iets uit de Apokalyps. Het einde van de wereld.
Hoe vaak ik dat bijbelboek ook herlees, ik vind de passage nooit exact terug zoals ik ze toen begrepen heb. Wellicht omdat wat ik toen inzag, niet precies was wat er stond. Hoe dan ook, ik had het gevoel dat die tekst mijn eigen leven beschreef. De zin die bij mij jaren later blijft hangen, is: Kom, en ik geef je een leven dat zin heeft en liefdevol is.
Die avond kreeg ik dus een antwoord op mijn vraag hoe het leven zou kunnen zijn met God. En ik capituleerde: Oké, ik wil weer met je praten.
Enige tijd later waren we weer bijeen met de groep. Voor een aanbidding deze keer. We zaten allemaal in stilte voor het uitgestald sacrament, verzonken in gebed en meditatie. Mijn hart zwol van ontroering. Ik dacht dat het zou ontploffen! Het was alsof God me zei: Ik houd van jou op een oneindige manier, met alles wat je aan goed of kwaad gedaan hebt.
Pas toen drong het goed en wel tot me door waar geloven over gaat. Diep in mezelf ontdekte ik dat God meer van me houdt dan gelijk wie ooit zou kunnen.
Wat ik in mijn kindertijd zo vaak in homilies had gehoord, werd werkelijkheid in vlees en bloed. Hij, mijn Vader, ontving mij met open armen. Vanaf dat moment wist ik dat ik daar een persoonlijk antwoord op kon geven. Geen andere relatie zou mij ooit meer voldoening kunnen schenken.
Vrijgezel om te slagen
Het daarop volgende academiejaar besloot ik vrijgezel te blijven tot aan het einde van mijn studies. Ik moest en zou slagen deze keer. Op een christelijke peda oefende ik me in een gemeenschapsleven met gebedstijden en in de broederlijke omgang met vrienden en vriendinnen. Gaandeweg ontdekte ik dat het celibaat me als mens verrijkte. Het leek me door God geschonken en helemaal niet triestig.
Toen ik dat jaar geslaagd was, vroeg ik de priester van de gebedsgroep om me te begeleiden naar een goede levenskeuze. Ik dacht aan een religieuze gemeenschap, maar wist begod niet welke. Omdat ik niet veel geld had voor een buitenlandse retraite, zocht ik het internet af naar een Belgische abdij waar ik een week kon gaan meeleven. De website van de abdij van Orval bood een aantrekkelijk beeld: helder en duidelijk.
Tja, zo gaat dat met ons, jongeren. Je website is je gelaat, zo zien wij dat.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.