Zondagavond nam een 250-tal mensen deel aan een herdenkingswandeling door de straten van Antwerpen voor de slachtoffers van de Shoah. Daarmee werd de deportatie van 15.000 joden tijdens de Tweede Wereldoorlog herdacht. Het herdenkingsmoment, een initiatief van de Sint-Egidiusgemeenschap, vond al voor de 25ste keer plaats.
De deelnemers droegen kaarsen en bordjes met zich mee met daarop de namen van de concentratiekampen. Op een groot spandoek stond de waarschuwing: Wie vergeet, is gedoemd te herhalen. Onder de aanwezigen waren ook minister Jan Jambon, de Antwerpse cultuurschepen Carol Bastiaens en vele jongeren en nieuwkomers.
De herinnering aan Auschwitz is een kwestie van gedeeld burgerschap, een ijkpunt voor de opbouw van een democratisch Europa dat zijn minderheden respecteert. Jan De Volder (Sant'Egidio)
De wandeling vertrok aan de Sint-Carolus Borromeuskerk. Daar sprak pastoor Hendrik Hoet, kenner van de Joodse cultuur en voortrekker van de interreligieuze dialoog, de deelnemers toe. Aan de Shomre Hadas synagoge in de Terliststraat, werden de deelnemers door een joodse delegatie opgewacht. Aan het monument van de gedeporteerden, op de Belgiëlei, herinnerde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon aan de gruwel van de Holocaust en het belang van blijvende herdenking. Hij benadrukte het belang van de bescherming van de joodse bevolking van Antwerpen in deze tijden van terreur. Na het zingen van het Kel Male Rachamim, het gebed voor de doden, legden koppels van telkens een kind en een oudere witte rozen neer aan de voet van het monument. Daarna wensten de deelnemers elkaar de vrede.
Bron: Sant’Egidio