Homilie voor de verjaardag van Koning Boudewijn 9 september 2017
In de eerste lezing, lazen we het gebed van Salomon en Gods antwoord. Koning Salomon vraagt een luisterende geest, waarop God zegt dat hij een geest vol wijsheid en begrip zal krijgen. Bij het begin van zijn regeerperiode, begeeft Salomon zich naar het heiligdom van Gabaon (de tempel in Jeruzalem bestaat dan nog niet) om er God te ontmoeten. Het is Salomon die de ontmoeting initieert en een luisterende geest vraagt om recht te kunnen spreken en het goede te kunnen onderscheiden van het kwade. In de bijbel heeft het werkwoord "luisteren" een dubbele betekenis: "horen" wat iemand zegt maar ook "gehoorzamen". In die zin, bevindt Salomon zich in een ondergeschikte positie. Hij geeft zich over in de handen van God. Dit gebed zou ook het gebed van koning Boudewijn kunnen zijn. Indien wij, 24 jaar na zijn overlijden, hier verzameld zijn om hulde te brengen aan God voor de gave van koning Boudewijn, moet dit zijn omdat hij een koning was die luisterde, in de dubbele betekenis van het woord. Hij luisterde naar veel mensen met een geest van wijsheid en begrip, en hij luisterde eveneens naar God en zijn geweten. Hij luisterde met zijn geest en met begrip. De wijsheid waar God over spreekt, impliceert de gave om ingewikkelde situaties te kunnen doorzien en menselijke oplossingen te zoeken voor de gemeenschap. Dit was wat koning Boudewijn deed. Vandaag willen wij God loven, voor de manier waarop hij zijn functie als koning gedurende 42 jaar, vervulde.
Koning Boudewijn kon luisteren. En zoals ik al zei, luisteren, betekent zowel ten volle horen wat de andere zegt maar ook luisteren in de zin van gehoorzaam zijn. Ook voor Koning Boudewijn was dit zo.Mensen zochten hem op en als hij naar buiten kwam stonden er altijd heel wat mensen om hem te zien en hem te spreken. Ze wisten dat koning Boudewijn's hart medelijden voelde met allen die lijden. De koning kon diep geraakt worden door het leed van de anderen. Hij voelde de pijn aan van mensen. En als er een ramp gebeurde of een groep mensen getroffen werd door ongeluk, was hij daar om naar hun miserie te luisteren. Koning Boudewijn deelde zijn aandacht en zijn tijd met velen. Hoeveel mensen heeft hij tijdens zijn meer dan veertig jaar koningschap niet beluisterd? Hoeveel mensen heeft hij niet door zijn standvastigheid en zijn hoop weer moed gegeven? Hoeveel mensen heeft hij niet opgebeld om hen te troosten? God weet hoezeer hij zijn leven deelde met anderen. Kardinaal Danneels zei in de homilie van zijn uitvaart: “Deze discrete, stille, immer glimlachende en onvoorstelbaar fijngevoelige man had een hart zo breed als het strand van de zee. Alle vreugde en pijn van zijn land en zijn volk vonden er plaats. De Koning droeg in zich en warmte, een luisterbereidheid en een empathie die nauwelijks voor te stellen zijn.” Dit is een eerste reden om hem te herdenken. Hij was een uitzonderlijke Koning. Hij was 42 jaar lang een herder voor zijn volk.
Maar is ook een tweede reden waarom wij hier samen zijn : Koning Boudewijn was een christengelovige.
Wij christenen, mogen blij zijn een koning gehad te hebben, die zijn geloof beleefde. Zijn geloof in Jezus Christus was een bron van geluk. Hij schreef: "Toen ik een jong volwassene was, ontdekte ik dat God in de persoon van Jezus, ons en mij, op een zeer concrete maar ook passionele en ondenkbare manier, liefhad". Zijn geloof was doorleefd. Om nogmaals de homilie van kardinaal Danneels te citeren: "De koning heeft van zijn geloof nooit een geheim gemaakt. Maar hij heeft zijn geloof nooit ten onrechte gebruikt, om mensen om te praten die zijn geloof niet deelden. Zijn teamgeest, zijn objectief oordeel, zijn immens respect voor alles wat goed, waardevol, menselijk, nuttig en gerechtig was, werd door allen gewaardeerd. Want hij wist dat geloof een gave is die ten dienste staat van de mensheid en geen wapen is om zich te laten gelden. Wij kunnen deze diepgang ontdekten, in een gebed dat hij schreef in 1992: "Jij bent Almachtig, Heer, en Jij hebt in mijn hart het verlangen geplant Jou te willen volgen en op Jou te willen lijken. Verwezenlijk in mij en Fabiola, Jouw droom van heiligheid. Oh Heer, dat ik steeds Jouw nederige en broze dienaar mag zijn, daar waar ik ben, als koning, als banneling, als zieke of gezonde man. Dat ik in mij Jouw zachtheid en standvastigheid, medelijden en vurige liefde, mag dragen".
Ook zijn vertrouwen in Onze Lieve Vrouw van Lourdes was groot. Als wij even in zijn intimiteit mogen kijken dan schreef Koning Boudewijn het volgende op 8 juli 1978 : “Het is 18 jaar geleden dat Fabiola en ikzelf elkaar trouw beloofden, na de Heilige Mis te Lourdes. Dank u Heer, dat Gij ons bij de hand genomen hebt aan de voeten van Maria en sindsdien, alle dagen. Dank u Heer dat wij elkaar hebben kunnen beminnen met uw liefde en dat die nog van dag tot dag toegenomen is.” Voor Koning Boudewijn was christen zijn : alles beleven vanuit zijn verbondenheid met God. Zijn verbondenheid met God gaf inhoud zowel aan zijn gebed als aan zijn sociale en maatschappelijke inzet. Het was vanuit zijn geloof dat hij ging naar mensen die het moeilijk hadden, naar allen die nood hadden aan respect: de alleenstaanden, de daklozen, landgenoten uit de vreemde, vrouwen slachtoffer van vrouwenhandel. Dit is een tweede reden om hem te herdenken: naast de uitzonderlijke manier waarop hij koning was, de wijze waarop hij als christen leefde. Maar er is nog en derde reden waarom wij hier samen zijn. Wij geloven in de verbondenheid met degenen die ons in de dood zijn voorgegaan. In het evangelie lazen wij: “Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. “ Koning Boudewijn is ingetreden in het eeuwig leven en wij kunnen over de dood verbonden blijven met hem. Het is wat onze geloofsbelijdenis noemt: de gemeenschap met de heiligen. Ook voor Koning Boudewijn maakte dit perspectief op eeuwig leven deel uit van zij geloof. Schreef koning Boudewijn niet: “Gods liefde mogen ontdekken is het mooist wat ons kan overkomen want het geeft ons toekomst altijd opnieuw tot over de dood heen..”
Vierentwintig jaar geleden heeft koning Boudewijn ons verlaten om naar God te vertrekken. Hij vertrok niet om een onbekende te ontmoeten maar om Iemand te zien tot wie hij zijn hele leven had gebeden. In zijn laatste gebed, geschreven op de dag van zijn dood, lezen we: "Ik smeek je, Jezus, geef mij uw Vrede, het vuur van je Liefde". Op 31 juli 1993, verliet hij ons om de Levende God te ontmoeten, om te leven in de vrede van de Heer en Zijn Eeuwige Vurige Liefde. Koningin Fabiola zei vaak: "Je moet niet bidden voor de koning, maar tot de koning!" Nu leven koningin Fabiola en koning Boudewijn samen in de eeuwigheid en wij vragen hen voor ons te bidden.
Herman Cosijns