Het wapenschild neemt verschillende fundamentele elementen over van mgr. Kockerols zijn leven; elk van die karakteristieken heeft een secundaire, geestelijke zin. Deze betekenis drukt de grondkoers uit, die hij aan zijn bisschopsroeping wenst te geven.
In het eerste kwartier (boven links) staat het familiewapenschild. De familie Kockerols is afkomstig uit Duitsland. Zijn wapenschild houdt twee gekruiste bakkers. - of brouwersschoppen in. Die herinnering aan de gezinsafkomst van de nieuwe bisschop drukt ook zijn wens uit samen te werken. Inderdaad. Het is onmogelijk op zijn eentje twee spades tegelijkertijd te gebruiken: deze uitgebeelde werktuigen roepen dus het gemeenschappelijke werk op.
In het tweede kwartier (boven rechts) kan men een hand zien, die verwijst naar het blazoen van Antwerpen; een zinspeling op de volksetymologie van de stadsnaam (ant-werpen) waaruit mgr Kockerols afkomstig is. De gereikte hand vertolkt ook de wil de andere tegemoet te komen. Men kan er ook de iris zien van het Brussels Gewest. Mgr. Kockerols ziet zich belast met de herderlijke zorg van dit belangrijke deel van het Aartsbisdom. De iris is trouwens deze verwonderlijke plant die, door zijn wortelstokken, daar opkomt waar die niet verwacht werd. Vaak is het zo met het christelijke geloof en het evangelische leven.
In het onderste deel van het wapenschild doet de boot denken aan, enerzijds, het door mgr Kockerols verrichte werk in de zeesector, en, anderzijds, zijn indiensttreding in Jean Vanier zijn gemeenschappen (l'Arche). Maar het is ook de afbeelding van de Kerk, Petrus zijn bootje, dat met het blazen van de Geest vaart, in dit veelbewogen tijdperk. De boot dekt het hele aardoppervlak, dat onopvallend in het groen, de kleur van de Hoop, getekend is. De nieuwe bisschop laat graag de vreugde ontdekken in een 'geloofsgemmeenschap' te leven.
Bisschopsleuze
"Beati invitati ad cenam Domini" – "Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren"
De bisschopsleuze verwijst naar een heel bekende zin uit de liturgie van de Eucharistie: "Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren", die de communie aankondigt. De leuze roept het belang van de eucharistieviering terug, als bron en hoogtepunt van het christelijke leven (Tweede Vaticaans Concilie).
Maar ze bevat ook drie sleutelelementen van het christelijke geloof:
"gelukkig": het geloof is een geluksweg ...
"de gasten": het geloof is een antwoord op een uitnodiging, een voorstel door de Kerk in naam van God. Iedereen mag er persoonlijk op antwoorden, in volledige vrijheid ...
"de tafel": de plek bij uitstek van de eenheid, van de verzoening, maar ook van het feest en van de vriendschap. Samen beleven de gelovigen hun geloof.