We beginnen vandaag de advent. Advent betekent letterlijk “komst”. Het is wat we binnen enkele weken zullen vieren: de geboorte, de komst van onze Heer. Het is iets ongehoords: God is naar ons toegekomen. Niet om ons eens vluchtig voor enkele ogenblikken te bezoeken. Hij wil aan ons gelijk worden. Ons bestaan delen. Zijn zoals wij. Hij is mens geworden. Het is het hart van ons geloof. Natuurlijk is sindsdien de wereld niet spectaculair veranderd. En toch is het niet meer als voordien. God is in onze wereld binnen gekomen. Niets kan ons nog scheiden van die liefde.
Maar de Advent doet ons niet alleen omkijken naar Hem die toen gekomen is. We kijken ook uit naar diegene die nog moet komen. Dat is de tweede betekenis van de Advent: “De Mensenzoon zal komen met grote macht en heerlijkheid.” Dat is niet alleen maar bij manier van spreken. Het is inderdaad zo: Hij zal komen. Hij werd ter dood veroordeeld. Diegenen die Hem veroordeeld hebben, waren overtuigd dat de zaak daarmee geklasseerd was. Maar die zaak is niet geklasseerd. Dat is in elk geval onze christelijke overtuiging: het laatste woord over Jezus is nog niet gezegd. Dat laatste woord is aan Hem. Hij die werd veroordeeld zal zelf de rechter worden over levenden en doden. Aan Hem zal te zien zijn wat werkelijk zinvol en goed is in ons leven en in deze wereld. Ja, altijd weer belijden we dat in het Credo: dat Hij zal komen. Daarom de oproep tot waakzaamheid. Want “Hij komt op het uur dat gij het niet verwacht”.
De Heer is gekomen en Hij zal komen. Maar er is nog een derde betekenis van de Advent. Hij is ook diegene die nu komt. Het is misschien die betekenis die ons het meeste aanbelangt. Soms denken we wel eens: had ik maar geleefd in de tijd van Jezus, dan had ik Hem kunnen ontmoeten. Maar het is precies dat wat ons nu kan overkomen: dat we Hem werkelijk ontmoeten. Hij staat aan onze deur en Hij klopt. En Hij wil binnen komen en ontvangen worden. Hij wil bij ons vertoeven, met ons spreken en met ons aan tafel gaan. Juist daarom zijn er kerkgebouwen. Om Hem te ontmoeten. Daarom ook deze basiliek die zo mooi gerestaureerd is. We hoorden het bij Jesaja: “Kom, laat ons optrekken naar de berg van de Heer.”
Daarom ben ik zo blij hier vandaag bij u te zijn ter gelegenheid van de wijding van het altaar. Hier kun je Hem ontmoeten. Om naar Hem te luisteren en aan te zitten aan zijn tafel. Als je christen bent en het wil blijven, dan begint het hier. Bijzonder in dit oord van Maria, want zij brengt ons bij Jezus. Hier worden we gevoed en gesterkt. Allereerst door te luisteren naar Gods woord. Want het is door het woord dat God in contact komt met ons en met ons wil delen. Er is geen andere weg om gelovig te worden dan door te luisteren, altijd weer opnieuw. En ook voor God is er geen andere weg om met ons in contact te komen dan door te spreken.
Toch er is niet alleen het woord maar ook de tafel, niet alleen de lezenaar maar ook het altaar. Het woord is al een teken dat God ons wil ontmoeten. Dat Hij verbondenheid zoekt en vriendschap. Maar de tafel is dat nog meer. Als men op een feest ook aan tafel wordt genodigd, dan weet men dat men tot de familie of de echte vrienden behoort. Hier aan die tafel worden we inderdaad Gods familie. Hier worden we opgebouwd tot zijn gemeenschap, zijn kerk. Daarom staat het altaar in het midden en het centrum van de kerk. Het is het altaar waar we de gaven op neerleggen: brood en wijn, om te doen wat Jezus ons gevraagd heeft de avond voor zijn sterven. De tafel waaraan we het lichaam en het bloed van de Heer ontvangen. We hebben niet veel te bieden. Alleen brood en wijn. Maar wat we daarna aan deze tafel ontvangen, is de Heer zelf. Daarom is dit altaar niet gewoon een gebruiksvoorwerp. Daarom zal het gewijd worden. Het is het enige voorwerp dat gezalfd wordt. Het zal nadien voor niets anders meer gebruikt worden. Want het is het beeld van Jezus zelf die Christus wordt genoemd, wat betekent Gezalfde. Daarom wordt het altaar altijd met de grootste eerbied omringd. We zullen het vereren, ervoor buigen en bewieroken. Opdat we nooit zouden vergeten dat, als we verzameld zijn rond dit altaar, we altijd verzameld zijn rondom Hem. En opdat wij zelf gezalfden zouden worden, wat wil zeggen: christenen die naam waardig.
Vrienden, dat wens ik jullie vandaag toe: dat de opnieuw ingebruikname van de basiliek en de wijding van dit nieuwe altaar een oproep mag zijn om met nieuwe bezieling uw roeping als christen ter harte te nemen. Het altaar wordt gewijd en gezalfd opdat we zelf gezalfden zouden zijn, christenen, mensen die proberen te leven volgens het evangelie: mild en barmhartig voor elkaar en solidair met hen die in nood zijn. “Ons behoorlijk gedragen als op klaarlichte dag en ons bekleden met Christus zelf”. De basiliek is ook een bedevaartkerk. Zovelen komen hier om bij Maria te zijn en haar voorspraak te vragen. En altijd weer verwijst ze naar haar Zoon en zegt wat ze ook te Kana zei: “Doe maar wat Hij u zeggen zal”. Doen wat Hij gezegd heeft: hier aan de tafel van de eucharistie maar ook in het leven van elke dag. Christen of gedoopt zijn bij name, is niet zo moeilijk. Maar het echt proberen, met vallen en opstaan, dat is iets heel anders maar ook iets heel mooi. Het is mijn hoop en mijn gebed vandaag dat jullie elkaar daarin steunen en helpen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.