Ieder jaar als we hier samenkomen, voor de chrismamis is dat telkens een bijzonder gebeuren. Allen samen, elkeen in zijn of haar verantwoordelijkheid en roeping, vertegenwoordigen we heel de kerkgemeenschap van ons bisdom. Dan worden ook ieder jaar de oliën gezegend en het chrisma gewijd. Vooral het chrisma doet ons aanvoelen hoezeer we Christus toebehoren en hoezeer we daarom één gemeenschap vormen. Chrisma is het Griekse woord voor zalf. Het woord “christus” is daarvan afgeleid en betekent de gezalfde. Voor ons is Jezus niet alleen “de man uit Nazaret”. We belijden Hem als de Christus, de Gezalfde, de Messias. En sinds ook wij gedoopt en gezalfd zijn, dragen wij diezelfde naam: gezalfden, christenen. Christus heeft ons allen gemaakt heeft tot een “koninkrijk van priesters”. Omdat we Hem toebehoren: omdat we gedoopt zijn en gezalfd.
Als hij in zijn vaderstad Nazaret komt en op sabbat naar de synagoge gaat, leest hij de profetie van Jesaja. We hoorden het in de eerste lezing: “De geest des Heren is over mij gekomen omdat Hij mij gezalfd heeft”. Zoals Petrus het later zegt in de Handelingen: “dat Hij gezalfd werd met de heilige Geest en met kracht”. Gezalfd en bezield door Gods Geest om zijn zending als Messias te volbrengen.
Deze profetie van Jesaja dateert van na de ballingschap. De comfortabele tijd die het volk tot dan toe had gekend, is voorbij. Ze hebben veel moeten achterlaten, het land, de tempel en alles wat hen veiligheid en zekerheid gaf. Ze leven nu in den vreemde, in de diaspora. En toch is er hoop. Er komt iemand, de Gezalfde van de Heer “om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating, en aan blinden dat ze zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid; om een genadejaar af te kondigen van de Heer”.
“Om aan armen het Goede Nieuws te brengen”. Inderdaad, ze zijn arm geworden. Door de ballingschap. Ze zijn niets meer. In hun bestaan zelf bedreigd. De toekomst volkomen onzeker. En juist dan klinkt een boodschap van hoop en troost. Meer nog: het is goed nieuws. Het kan zijn dat alle zekerheden waarin we ons zo veilig waanden, ons nu ontvallen. Maar juist dan komt het erop aan te vertrouwen, niet op onszelf, op wat we hadden of nog kunnen behouden, maar alleen op Diegene die onze enige zekerheid is geworden. Arm zijn ze, niet alleen aan middelen en invloed, maar ook arm van geest. Ze hebben geen pretenties meer over zichzelf. Het zijn de “armen van Jahwe” waarover de ballingschapsprofeten zo innig hebben gesproken. Zoals we het lezen bij Sefanja: “Dan laat ik binnen uw muren alleen nog een nederig, bescheiden volk over, dat zijn toevlucht zoekt bij de Naam van de Heer.” Het is in deze spiritualiteit dat Jezus zich herkend heeft. En toen Hij in de synagoge van zijn vaderstad de profetie van Jesaja las, toen heeft Hij gezegd: dat is het! Dat ben ik! Gezonden en gezalfd in de kracht van Gods Geest om aan armen het evangelie te brengen.
Vrienden, het is zo mooi en zo veelzeggend dat we ieder jaar in de chrisma-mis deze profetie mogen horen, zowel uit de mond van Jesaja als van Jezus zelf. De wijding van het chrisma straks herinnert er ons aan dat we allen gezalfd zijn. Dat we de naam van Christus dragen en delen in zijn zending. Paus Franciscus drukt het ons op het hart dat we als kerk niet met onszelf mogen bezig zijn. We zijn gezalfd en gezonden om het Goede Nieuws te brengen. Het evangelie is en blijft onze vreugde en onze hoop. Veel is ons ontnomen. We zijn in ballingschap. Ook wij zijn arm geworden, arm aan mensen, aan middelen, aan invloed. Maar die armoede is niet het begin van het einde. Ze kan vruchtbaar zijn en vol belofte. Als we als kerk ook arm van geest worden. Want, zegt Jezus, aan hen behoort Gods Koninkrijk.
Vrienden, wij zij christenen, gedoopt en gezalfd. Laten we het niet alleen maar zijn bij name. Laten we elkaar daarin tot steun zijn: elkaar helpen in de beleving g van het evangelie. Wat zouden we aan anderen kunnen verkondigen, wat zouden we in de wereld als Kerk te betekenen hebben, als we niet eerst zelf van het evangelie leven. Ik weet het: er is vandaag veel onzekerheid. Onzekerheid in de samenleving. Onzekerheid ook omtrent de toekomst van het geloof hier bij ons. Maar we mogen ons niet op onszelf terugplooien. Onze armoede kan onze kracht zijn. En onze kracht is en blijft Christus en zijn evangelie. Bron van hoop en vreugde, goed nieuws voor alle mensen die vandaag op zoek zijn naar zin en hoop en naar een meer menswaardig bestaan. En laat ons samen de hoop koesteren dat ook tot ons zal gezegd worden: ook voor u is het Schriftwoord dat ge gehoord hebt thans in vervulling gegaan.