Goede vrienden, het kan niet anders dan dat de Kerk en wij allen vandaag met grote vreugde het paasfeest viert. Als Christus niet verrezen is, zegt Paulus, dan is ons geloof zonder inhoud en zonder grond. Dan is Jezus voor velen wellicht nog een interessante en inspirerende figuur. Maar in Hem geloven en christen zijn, heeft dan inderdaad niet zoveel zin meer. Hij was al weldoende rondgegaan, lezen we in de Handelingen. Hij had opnieuw laten zien, soms op een overrompelende manier, wie God is en wat het kan betekenen in Hem te geloven. Hij had het hart van velen geraakt. Toch werd Hij veroordeeld en gehangen aan een kruis.
En dan is iets gebeurd dat ondenkbaar is. Eerst tastend en twijfelend, zoals het evangelie ons laat zien. Niet dat Hij voor allen ten tonele is verschenen. Maar zij die met Hem zoveel gedeeld hadden, zijn leerlingen, zij hebben Hem gezien, erkend, ontmoet. Overrompelende ervaring en dan de zekerheid: Hij is het! Hij leeft! Uit dat geloof is de Kerk geboren. Ze is ontstaan uit een onnoemelijke vreugde. Hij die veroordeeld en vermoord werd, onder de misdadigers en het uitschot gerekend, Hij is door God aangesteld als Heer en Rechter over al wat leeft. Op Hem heeft de dood geen vat meer.
Inderdaad, er is voor christenen geen groter feest dan het paasfeest en het is een blijvende bron van vreugde. De apostelen hebben die vreugde en die zekerheid niet voor zich gehouden. Ze zijn getuigen geworden van de Verrezene. En voor de Kerk blijft dat nog steeds de reden van haar bestaan: getuige zijn van die vreugde. Getuige van God die niemand in de steek laat en die vast van plan is te voltooien wat Hij met ons en met zijn ganse schepping is begonnen.
En toch dringt een vraag zich op. Is die vreugde wel geloofwaardig? Is ze niet blind voor de droefheid, de angst en het lijden dat er nog altijd is. Ziet ze het geweld en het onrecht niet waar mensen nog steeds het slachtoffer van zijn? Hoeveel onzin en hoezeer kunnen mensen elkaar de dood aandoen. Vreugde? Er is vandaag ook zoveel onzekerheid over de toekomst. Angst ook, nog aangewakkerd door immer dreigende terreur. We dreigen ons op onszelf terug te plooien en worden ongevoelig voor de nood van anderen. Neen, aan die angst mogen we niet toegeven. We moeten durven blijven geloven en ons niet afsluiten. We moeten de paasvreugde in ons hart toelaten. De boodschap van Pasen is geen naïeve boodschap. “We weten dat Christus, eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft: de dood heeft geen macht meer over Hem”. De dood wordt niet ontkend. Maar hij heeft geen macht meer over Hem.
Het paasgeloof is geen goedkoop geloof dat tot niets engageert. Hier en nu zij we geroepen een leven te leiden dat weerstand biedt aan alles wat naar de dood leidt. We denken: de verrijzenis begint pas als we gestorven zullen zijn. Maar het nieuwe leven van de verrijzenis begint niet na de dood. Het is al begonnen, sinds de dag dat we gedoopt zijn. Want dat is het leven van een christen: zo met Christus verbonden zijn, zo leven vanuit de liefde die Hij heeft gebracht, dat de dood geen vat meer heeft op ons. En dus ook niet de angst. Pasen roept ons op neen te zeggen aan de angst en ja aan de hoop; ja aan de liefde en neen aan alle haat en discriminatie. Om met alle mensen van goede wil te blijven ijveren voor een menselijke samenleving die naam waardig.
De kerk vraagt op Pasen aan alle christenen dat ze hun doopgeloften hernieuwen. Ook wij zullen het nu doen. Er wordt ons gevraagd of we christenen zijn en als christenen willen leven. Laten we met heel ons hart ja zeggen. Het is ons enige antwoord op de crisis die ons treft: in alle eenvoud en zonder ons beter te achten dan anderen christen zijn, die naam waardig. En zo ook verantwoordelijke burgers in onze samenleving. Verheug u en wees blij: de Heer is werkelijk verrezen. Amen.