Al meer dan 100 jaar bidden haast alle christelijke kerken één week samen voor de éénheid en dit telkens van 18 tot 25 januari. Elk jaar wordt het thema door een plaatselijke groep voorbereid, dit jaar door een groep Christenen uit de Verenigde Staten samengebracht in de ‘Minnesota Council of Churches’ en dan nog verder besproken en afgewerkt door afgevaardigden van de Wereldraad der Kerken en de Pauselijke Raad voor de promotie van de Christelijke Eenheid.
Het thema van dit jaar is ‘Doe goed, zoek recht’ uit de profetie in het eerste hoofdstuk van de profeet Jesaja (vers 17). De Minnesota Council of Churches heeft dit thema gekozen als reactie op de moord op George Floyd (Minneapolis – in de staat Minnesota – in mei 2020) waaruit blijkt dat decennia na de afschaffing van de slavernij het raciale onrecht voortduurt in Amerika. De gebedsweek voor christelijke eenheid is een moment om er ons over te bezinnen dat we er niet in zijn geslaagd om ‘het goede te doen’ en om ons ertoe te engageren om samen ‘gerechtigheid te zoeken’. De gebeden en meditaties zijn niet beperkt tot een kwestie van ‘zwart versus wit’. Ze nodigen ons uit om ons bewustzijn te vergroten, om de behandeling van inheemse volkeren opnieuw te bedenken, evenals om voor de vreemdeling te zorgen, de wees te verdedigen en voor de weduwe te pleiten – de andere oproepen die we eveneens in vers 17 kunnen lezen.
De oecumene is essentieel voor deze taken omdat we de noden van Gods volk het best kunnen dienen wanneer het hele Lichaam van Christus samenwerkt. Zo herinnert de Minnesota Council aan de Underground Railroad van 1840 toen heel wat kerken, ongeacht hun denominatie, hun kerkdeuren rood schilderden, als geheim teken dat daar een veilige schuilplaats was voor ontsnapte slaven. Rood, als verwijzing naar de met bloed gemarkeerde deurposten van de Hebreeuwse slaven ten tijde van de plagen van Egypte, net voor de Uittocht. Op die manier boden verschillende kerken voormalige slaven een veilige plaats aan. Ze verstopten ze in pastorieën, biechtstoelen of kerkbanken waarbij ze vaak hun eigen veiligheid op het spel zetten omdat ze iedere mens als kind van God beschouwden, ongeacht de huidskleur. En omdat God zei: “Doe het goede; zoek gerechtigheid.”
Zoals Canon Jack Mc Donald het zegt in het boekje dat het Interkerkelijk Comité voor Brussel dit jaar heeft uitgegeven als ondersteuning voor de gebedsweek: Oecumene is nodig omdat elke kerk divers is. Elke kerk heeft ook zijn eigen strijd met onrecht waarvoor berouw en genezing nodig zijn. Daarin kunnen wij elkaar helpen. Jesaja’s boodschap was bestemd voor de hele natie als gemeenschap, niet alleen voor individuen. Evenzo verzet de oecumene zich tegen afzondering. Door samen te werken kunnen we beter zorgen voor mensen aan de buitenkant van de samenleving.
Als Katholieken hebben we het lang moeilijk gehad met de oecumene, maar ook hier heeft het Tweede Vaticaans Concilie duidelijke taal gesproken, vooral in het conciliedocument ‘Unitatis Redintegratio’, het decreet over de oecumene. Zelf ben ik zeer getroffen tot de oproep: “Met behoud van de eenheid waar die noodzakelijk is, moeten allen in de Kerk […] de nodige vrijheid laten in de verschillende vormen van geestelijk leven en discipline, in de verscheidenheid aan liturgische riten en zelfs in het theologisch doordenken van de geopenbaarde waarheid. In alles moeten ze echter de liefde beoefenen. Door zo te handelen maken ze de authentieke katholiciteit en apostoliciteit van de Kerk elke dag meer en meer zichtbaar.” (UG 4) Inderdaad, éénheid in verscheidenheid, een opdracht binnen onze Kerk en binnen de oecumene.
Dirk Van Erps