Op zaterdag 15 maart 2025 werd in de Sint Andrieskerk in Antwerpen de Expo “Levensbeschouwingen over zorg voor de aarde” geopend. Van bij het openen van de deur om 13.30 uur kwamen de eerste gasten al binnen en ontdekten op de roll-ups in de rechterzijbeuk al meteen de waaier aan verhalen over ‘waarom zorgen voor de aarde’ en ‘hoe dat concreet doen’. Tegen 14 uur werd vooraan in de kerk verzameld en startte het inleidende programma.
Het eerste woord kwam van pastoor Rudi Mannaerts, die al vele jaren met een uiterst creatieve geest de beeldtaal van verleden, heden en de toekomst op een verrassende en inspirerende manier dichterbij bent voor iedereen die de monumentale kerk binnenloopt.
Scheppen en mee-scheppen
In zijn inleiding gaf hij alvast een voorbeeld van een creatie, die wijd en zijn bekend is geraakt, namelijk de creatie van een modern kleed voor Maria. De historische mantel kreeg een ereplek in de schatkamer en getuigt daar van een rijke bloemensymboliek. Van de modecreatie maakte Rudi Mannaerts vlot de overstap naar de schepping, waarvoor hetzelfde woord wordt gebruikt: creatie. Het houdt meteen ook in dat mens mag participeren, mee de schepping mag maken tot een thuis voor de mens, de natuur mag cultiveren. Ook hiervan zijn er mooie voorbeelden te vinden, bijvoorbeeld in cisterciënzerkloosters. Ze brachten de natuur rond hun klooster in cultuur, door alles te schikken in rechte lijnen. Altijd bleef een stukje natuur ongemoeid en ze verklaren: dat is Gods werk, het bewerkte deel is mensenwerk. Ook de Sint Andrieskerk is mensenwerk en daarin is ook veel beeldcultuur aangebracht: een rijke taal die spreekt zowel in kleine attributen van heiligen tot de grootse gebeeldhouwde preekstoel. “Ik zou zelfs zeggen dat na de zoölogie in onze kerken het grootste aantal en variëteit van dieren te vinden is,” stelt hij. Met kinderen daarnaar op zoek gaan, het is één van de vele wandelingen die Toerismepastoraal, dat hij bezielt en trekt, heeft ontwikkeld om de rijke historische beeldtaal dichter bij mensen van vandaag te brengen.
In 2015 schreef paus Franciscus de encycliek Laudato Si. “De aandacht voor natuur in de brede zin die hier uit spreekt, was voor ons een uitdaging om onze creativiteit daarop te richten en de dierenwandeling uit te breiden. Een stukje kan u bij de tentoonstelling ontdekken. Een berg of water, het is zoveel meer dan achtergrond. Overal zit betekenis: de berg van de Bergrede, het water van de Jordaan,… En ook in de liturgie spelen natuurelementen een rol: water bij he doopsel, het vuur van Pinksteren,… Met dank aan de werkgroep van Attent hebben we de kans gegrepen om ook die andere elementen mee te laten spreken.”
Hemels paradijs en gras
Rudi Mannaerts gaf alvast twee voorbeelden. Op schilderijen van oude kerken zie je vaak in het midden in de vloer een windroos. Ook de Sint Andrieskerk heeft er een. Vroeger stond daar bovenop een bekken met wijwater, verwijzend naar God, bron van al het leven. Het was tegelijk een symbool van de genade die men ontvangt bij de doop en de mens vergezeld doorheen de levensreis. De heilige Franciscus noemde water niet voor niets een zuster.
Het tweede voorbeeld verwijst naar het einde van het leven. Vroeger lagen kerkhoven vlakbij kerken. Na de uitvaart, onder het zingen van ‘ten paradijze geleiden u de engelen’ werd de kist daar begraven, in een omgeving van groen gras. Maar de kerkhoven werden allemaal ‘versteend’. “Het gras werd onttrokken aan onze kerken, in tegenstelling tot Duitsland. Daar zijn kerkhoven ‘vredestuinen’ vol bloemen en plantjes, symbool voor het hemels paradijs. Een prachtig voorbeeld van hoe de meest sappige bloem- en boomsoorten het hemels paradijs weergeven, zie je op het Lam Gods van Jan Van Eyck in Gent. Je zou er bijna naar snakken om daar in te mogen thuiskomen. Bij rondleiding zal u horen dat wij dat groene idee hier nu ook vorm hebben gegeven, bij onze voorstelling van de levensreis. We zijn onderweg naar het hemelse paradijs en laat ons hopen dat we tussen het aardse paradijs dat we verloren hebben en het hemelse paradijs dat we hopelijk ooit terug gaan bewonen, onderweg paradijselijk met de ons door de Goede God toevertrouwde natuur mogen werken, ermee omgaan en van genieten.”
Rentmeester
Ahmed Azzouz, inspecteur islamgodsdienst werd gevraagd om het perspectief op zorgen voor de aarde toe te lichten vanuit de islam. In de Koran wordt vaak verwezen naar elementen uit de natuur, opende hij en hij somde op: de hemel, de aarde, de zon, de maan, water, bomen, planten,… Ze worden genoemd als een teken van Allah, de Enige God. De islam beschouwt Allah als de Schepper van alles wat bestaat. De Schepper is ook één van de namen van Allah. Dat alles is geschapen als een soort van geschenk aan de mens, dat ten dienste staat van de mens. De mens wordt vanuit dit perspectief beschouwd als ‘khalifa’. Dit kan op meerdere manieren worden geïnterpreteerd. ‘Khalifa’ is een soort van rentmeester, die de vorige generatie opvolgt, maar ook zorg dient te dragen voor wat onder zijn verantwoordelijkheid is. Dat kan zeker ook worden geïnterpreteerd in het voordeel van zorg dragen voor de natuur. Zo draagt de mens ook in zich de verantwoordelijkheid om te zorgen voor alles wat leeft, voor alles wat bestaat.
De islamitische traditie heeft ook specifieke woorden voor wat je opbouwt, wat je beter maakt of herstelt. Maar men ziet ook wel dat zaken kunnen mis gaan, slecht worden, corrupt worden. Dit gebeurt door wat de mens aanricht. De Koran zegt dat de mens hier over moet reflecteren en moet terugkeren, met andere woorden moet herstellen wat hij of zij heeft beschadigd of heeft kapot gemaakt. Als men zou zien dat de wereld tot zijn einde gaat komen of zal gaan vergaan, en men kan nog snel iets te planten, dan moet men dat doen. Dat geeft aan dat het altijd onze verantwoordelijkheid blijft om te blijven proberen de zaken beter te maken. Ahmed Azzouz besluit dat het belangrijk is dat we in onze tijd doen wat in ons vermogen ligt en dat we dus moeten participeren aan het beter maken van ons milieu. Dat begint al bij het scheiden van huishoudelijk afval, door te proberen al zoveel mogelijk zaken te recycleren, in plaats van het als restafval te laten verbranden.
Tenslotte verwijst hij naar wat de pastoor zei over water als bron van leven. Dat komt ook voor in de Koran, waar wordt gezegd dat water alles tot leven maakt. Water is heel belangrijk en er is een hadith van de profeet waarin wordt duidelijk gemaakt dat je geen water mag verspillen. Zelfs al zit je vlak bij een overvloedig stromende bron, ook dan is water een heel kostbaar goed. En hij besluit: “Laat ons hopen dat we de juiste intentie hebben om te zorg te dragen voor de aarde”.