Het is volop lente in het landelijke dorpje Keiem, midden het polderlandschap van de Westhoek, als op 5 april 1933 Marcel wordt geboren als tweede zoon in het gezin van vader Leopold Van de Walle en moeder Nathalie Snauwaert. Hij werd gedoopt in de Sint-Niklaaskerk aldaar op 8 april 1933. Hij groeide op samen met zijn drie broers en zus. Vaak ging hij van de boerderij de lange weg te voet naar de lagere school. Het vormsel ontving Marcel in de Sint-Nicolaaskerk in Diksmuide op 11 juni 1945, na het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Vanaf 1945 tot 1950 volgde hij de klassieke humaniora aan het Sint-Aloysiuscollege in Diksmuide. Voor de poësis en de retorica diende hij naar het Sint-Lodewijkscollege te gaan in Brugge van 1950 tot 1952.
Datzelfde jaar trad hij binnen in de Sociëteit van de missionarissen van Afrika en volgde hij filosofie in het scholasticaat van de witte paters in Heverlee. Wegens een te zwakke gezondheid zou hij nooit als missionaris gezonden kunnen worden. Na onderscheiding en wijze raad besloot Marcel om in te treden in de abdij van Tongerlo. Hij werd ingekleed op 9 april 1956 door prelaat Joost Boel en ontving de kloosternaam Geert. Met enkele weken dispensatie deed hij professie op het feest van de zalige Hugo van Fosse op 10 februari 1958 en verbond hij zich in zelfgave aan de Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Tongerlo. Van missiebisschop Amandus Vanuytven ontving hij net voor de aanvang van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) als in een cascade de heilige wijdingen tot subdiaken op 12 februari, tot diaken op 30 april en tot priester op 31 augustus 1961.
Als jonge priester was confrater Geert korte tijd werkzaam als godsdienstleraar in Westerlo, als onderpastoor in Olen en medewerker bij de kapelwagenactie van Oostpriesterhulp. Vanaf 1963 was hij betrokken bij het Apostolaat voor Kerkelijk Leven in de abdij. Op 23 april 1969 werd hij tot onderpastoor benoemd in de Sint-Annaparochie in Tongerlo en woonde hij in de abdij in wat nog steeds de ‘kluis’ wordt genoemd.
Op 3 oktober 1979 werd hij tot pastoor benoemd in Oosterwijk, Onze-Lieve-Vrouw-Bezoeking, met een nieuwe eigentijdse kerk, met een geanimeerde jongerenkerk, een grote moderne pastorie en later ook een nieuwe parochiezaal ‘Het Klokkenhof’. Ook als pastoor in Oosterwijk bleef hij met aandacht en belangstelling de Sint-Norbertusgilde van Tongerlo volgen. Hij was er veertig jaar lang hun trouwe proost. Pastoor Van de Walle was geen ruitentikker in het kerkelijke veld. Wel was hij zeer begaan met de zieken van zijn parochie. Met zijn fiets laveerde hij door weer en wind tussen de ziekenhuizen van Herentals en Geel om zijn zieke en herstellende parochianen te bezoeken. Als pastoor bleef hij ook bedevaarten naar Lourdes begeleiden. Met hart en ziel, en met pastorale toewijding begeleidde hij de vele bedevaarders, jong en oud, gezond en ziek, tot bij de Moeder van de Heer Jezus. Hij was twintig jaar kapelaan van de Orde van Sint-Stanislas.
Al die tijd onderhield hij broederlijke en veelvuldige contacten met zijn abdijgemeenschap.
Vierentwintig jaar lang was hij de parochieherder, die zich naar best vermogen heeft ingezet. Op 12 oktober 2003 nam hij afscheid van de parochie in Oosterwijk om in de abdij van Tongerlo het Werk van het Kind Jezus op te nemen. Confrater Geert was altijd bereid in te gaan op een vraag en zijn bijna mariaal ‘ja’ was volmondig, dienstbaar en van harte. Tot zijn laatste dag heeft confrater Geert dat werk met zorg gedaan en met veel aandacht voor de vele honderden mensen die van hem een bemoedigend woord mochten ontvangen en een verzekerd gebed. Aan de telefoon was hij een luisterend oor voor het verhaal van mensen. Na de zondagse hoogmis was confrater Geert present om meerdere mensen te begroeten en met belangstelling naar hen te luisteren. De laatste jaren liet zijn gezondheid het niet meer toe om zelf nog bedevaarten naar Lourdes te begeleiden; maar bescheiden en gewoon als confrater Geert was, werd hij zelf de dankbare bedevaarder in een rolstoel.
Confrater Geert nam in de voorbije jaren ook zijn aandeel in de liturgie van de abdij, de summa die hij celebreerde was keurig voorbereid en in het koorgebed was hij altijd trouw aanwezig. Zolang het kon, was hij op post voor de afwas. Reeds in de vroege morgen begon hij te bidden, wandelend in de pandgang met de rozenkrans voor de vele hem toevertrouwde intenties van de mensen. Ook het rinkelend geluid van zijn paternoster zullen we missen. Gevoelig als hij was, ging hij soms gebukt onder spanningen en hij verdroeg vaak in stilte de lasten van de dag en van het leven. Hij waardeerde zeer elke broederlijke attentie.
In de vespers van zondagavond 24 november 2019 werd confrater Geert onwel, maar eens gezeten op een koorstoel volgde hij rustig het avondgebed. Niets leek erop te wijzen dat hij voor het laatst bij ons hier Gods lof zou zingen. Hij heeft ons verrast en ons stilletjes verlaten op dinsdagvoormiddag 26 november. Hij ontsliep in de Heer, fris gewassen en in habijt, op zijn bed naar psalm 127,2b: “Gods vrienden ontvangen het in hun slaap”. Zo brak voor confrater Geert de advent vroegtijdig aan. Maar niet onvoorbereid mocht hij als trouwe dienaar ingaan in de vrede en de vreugde van zijn Heer.
De Norbertijnen van Tongerlo