Soms kan één moment je zo raken, dat het je hele leven op zijn kop zet. Of in Guido Steemans geval: soms kan een land zo warm en onbevangen voelen dat je er uiteindelijk naar verhuist.
Guido’s papa bezocht regelmatig Brazilië, waar hij de Brugse priester Michel Ramon in de sloppenwijken van Salvador hielp. In 2000 vroeg hij Guido om eens mee te gaan, het kon zijn laatste bezoek aan Brazilië worden.
Guido Steeman • Zijn laatste bezoek is het niet geworden, dat was pas in 2012. Maar het betekende voor mij wel mijn eerste stappen in Brazilië, waar ik me meteen thuis voelde. Ik hielp in Acopamec, een organisatie die dagelijks 2.000 kinderen, jongeren en hun families opvangt. Jaar na jaar keerde ik er terug. In België zette ik intussen projecten op poten om geld in te zamelen. Toen ik in Brazilië Maria leerde kennen, mijn echtgenote, heb ik een jaar loopbaanonderbreking genomen en ben ik daarna vervroegd in pensioen gegaan. In 2009 kreeg ik een visum voor Brazilië, omdat ik les ‘Europese keuken’ in Acopamec gaf. Twee jaar later ben ik getrouwd en mocht ik definitief in Brazilië wonen.
Je inzet voor kansarme jongeren komt niet uit de lucht gevallen.
Guido Steeman • Nee, ik kreeg het met de paplepel mee. Mijn vader volgde - na het overlijden van mijn moeder - de opleiding tot priester voor mensen op latere leeftijd en werd dan aalmoezenier in het AZ Sint-Lucas. Hij had altijd al die roeping, maar moest van zijn moeder eerst studeren. Ik kreeg dus een christelijke opvoeding. Ik was ook steeds betrokken bij gezinsvieringen en vormselcatechese op mijn parochie Christus-Koning.
Op welke manier probeer je de Braziliaanse bevolking te helpen?
Guido Steeman • In Acopamec leerde ik jongeren van 15 tot 18 jaar koken. We maakten ‘s morgens een menu, dat dan ‘s middags door de leerlingen werd geserveerd. Ook huismoeders kregen eten en opleiding in economisch koken.
Er is dus naast het luik ‘opleiding’ evenzeer mogelijkheid tot tewerkstelling. Het restaurant moet draaiende gehouden worden. En mensen die het niet breed hebben, kunnen eten tegen inkomprijs.
Sinds 2013 zette ik me ook in voor het project van Ceifar naast dat van Acopamec, waar ik sinds 2017 mee gestopt ben. In Ceifar is er een kleuterschool en toen gaf mijn echtgenote er alfabetisatie van kinderen uit het lager onderwijs. Er was een medisch centrum dat nu uitgebaat wordt door het José Silveiro fonds. Sinds 2000 zijn we gestart met dans- en informaticacursus, alles met Belgische hulp.
Veel families moeten in armoedige omstandigheden overleven. We zoeken naar veiligere huisvesting voor gezinnen die op het kruispunt van drugsbendes wonen.
Tijdens de covid-pandemie zorgden we voor de mogelijkheid tot thuisonderwijs en verdeelden we voedsel. En in 2022 hebben we een brillenproject opgestart. Toen in Ceifar en dit jaar in Acopamec. Ik blijf daar uiteraard mee in contact staan. De ogen van leerlingen werden getest tijdens een medische controle. Maar met die test werd verder niets gedaan. We hebben dankzij een samenwerking met Gardeco, een groothandel in kunst uit Zedelgem, meerdere kinderen aan een bril kunnen helpen. In Acopamec steunen we een coöperatieve opgericht door vrouwen uit sociaal arme gezinnen die recyclagezakken maken. Zo hebben we een wijnhandel kunnen overtuigen om tweehonderd zakken op te kopen.
Heb je het gevoel dat je een verschil maakt?
Guido Steeman • Ik hoop dat ik een verschil mag maken, ik probeer het althans. Ik vind het vooral belangrijk dat de mensen die we helpen na een tijd zelfstandig verder kunnen. Zo zat er een meisje in de kookcursus van wie ik snel door had dat koken niets voor haar was, maar de boekhouding van het restaurant was helemaal haar ding. Ze heeft nadien een opleiding psychologie gevolgd, maar kon de bus niet betalen.
Ik heb de buskosten twee jaar gedekt, en zie: intussen is ze vertegenwoordiger voor heel Noord-Brazilië bij Randstad.
Ik vind het ook belangrijk dat we hen op jonge leeftijd al kansen en verantwoordelijkheid geven. In Ceifar wordt de dansles gegeven door een negentienjarige. Als iemand de capaciteiten daarvoor heeft, moet je dan wachten tot hij voldoende ervaring heeft? Bij Acopamec gaf een 23-jarige de kookles ‘Braziliaanse keuken’. Ze heeft dat zeven jaar met verve gedaan.
Wordt je werk gewaardeerd?
Guido Steeman • Ik voel veel dankbaarheid en waardering en dat volstaat. Ze hoeven voor mij geen standbeeld te plaatsen of mij te lauweren met eretekens. Het is al heel fijn dat men weet wie ik ben, wanneer ik nog eens passeer bij Acopamec. Ook mensen die me vroeger niet gekend hebben, lijken te weten wat ik heb betekend.
lees verder onder de afbeeldingen