Ik werk dagelijks aan:
het veiligheidsgevoel dat ik wil geven. Kinderen en ouderen kunnen heel broos zijn. Als ze er zelf niet toe in staat zijn, moet jij als een moeder voor hen opkomen. Ze moeten bovendien bij je terecht kunnen met allerlei vragen en problemen, zonder dat ze angst of schroom hebben om je te benaderen. Ik probeer ook steeds aandacht te hebben voor hun belevingen, voor hun leefwereld.
Zo ga ik om met moeilijke moedermomenten:
ik probeer mild te zijn voor mezelf en te beseffen dat ik alles met goede bedoelingen doe.
Je bent uiteindelijk 'maar' een mens. Kinderen mogen best beseffen dat ook jij moe kunt zijn, dat de grens bereikt is. Het is best oké om te tonen hoe je je voelt. Je hoeft niet te doen alsof.
Ik durf mezelf ook wel in vraag te stellen, want moeder zijn is een voortdurende evenwichtsoefening. Je moet ruimte durven te geven aan mogelijke aanpassingen. Gemaakte afspraken moeten opnieuw bespreekbaar kunnen zijn. Verder mag de helende werking van de onvoorwaardelijke liefde en vergevingsgezindheid van kinderen ook niet onderschat worden.
Op dat ogenblik zit mijn opdracht er als moeder op:
Nooit. Kort, maar krachtig.
Moeder ben je nu eenmaal voor altijd. Hoe jong of oud de personen voor wie je zorgt ook mogen zijn.