Vlammen van liefde
Op Kerstmis brengen christenen hulde aan het kindje Jezus in de stal. We vieren dat God mens is geworden. Maar met de legende halen we, helemaal in de geest van paus Franciscus, het hart van Kerstmis naar boven.
God wil niet enkel in Jezus aanbeden worden. Hij wil ook en vooral weggeschonken worden, als concrete liefde in woord en daad.
Ik zag het vorige week op tv. Buurtbewoners van het Klein Kasteeltje in Brussel schonken aan de daklozen hun vuurkorven om zich te warmen. Vlammen van liefde.
De kerk is van oudsher pleitbezorgster van de caritas. Soms wordt het haar vandaag aangewreven, omdat ze met haar pleidooi voor naastenliefde mensen in armoede te weinig respecteert en afhankelijk maakt. Toch kan ze dat beter blijven doen. Aalmoezen geven is in vele godsdiensten een waardevolle sociale actie. Alleen is dat niet genoeg. De kerk moet ook meewerken aan structurele oplossingen. Net daarom bracht paus Franciscus in september jonge economen bijeen in Assisi, om met hen in dialoog te gaan over de sociale leer van de kerk en over strategieën die ‘de schandalige kloof verkleinen tussen de hele kleine groep superrijken en de hele grote groep mensen die zo weinig hebben.’
Wanneer ik met Kerstmis het kindje Jezus in de stal leg, bij Maria en Jozef die hem verwachten, zal ik God danken en loven. En dank je wel zeggen voor alle mensen van goede wil: de menselijkste week van het jaar is goddelijk.
+Lode Aerts
Bisschop van Brugge