2. Wat is er veranderd in 100 jaar? Is het nu beter of slechter dan vroeger?
Er is zeker heel veel veranderd. Sommige dingen zijn beter andere niet. De levensstandaard van de mensen is zeker verbeterd, maar de beleving van het geloofsleven is sterk verminderd.
3. Je gaf jaren les, onder andere Nederlands, en hebt een voorliefde voor de Nederlandse taal. Vanwaar komt die passie?
Ik heb inderdaad vele jaren les gegeven, maar niet alleen Nederlands! Ook veel andere vakken: Latijn, Grieks, Aardrijkskunde, Frans en zelfs een jaar Biologie. Dat was in die tijd normaal voor een priester-leraar.
Mijn voorliefde voor de Nederlandse taal komt vooral uit de tijd dat ik leerling was aan het Klein seminarie in Roeselare. Enkele leraren hebben een bijzondere indruk op mij gemaakt, waaronder een zekere priester-leraar Robrecht Stock. Hij heeft ons echt de liefde voor onze taal bijgebracht door te zeggen:
“Je moet je taal verzorgen, anders gaat ze teloor!”
Hij was heel streng en is later nog inspecteur Nederlands geworden.
Als leraar was ik zelf ook streng. Eén van mijn oud-leerlingen, gewezen minister Geert Bourgeois, heeft dit later nog verteld. Hij was nog steeds dankbaar dat ik op school streng was en steeds ‘op het ogenblik zelf’ de taalfouten van de leerlingen verbeterde.
(Lees verder onder de foto's van Cyriel)