'Ik besef dat het ongewoon klinkt', valt Bart Vande Vyvere met de deur in huis, 'maar een baan als parochieassistent past bij me. Aan de universiteit waar ik diergeneeskunde doceerde, was er niemand verbaasd. Dat is echt iets voor jou, kreeg ik van mijn collega’s te horen.'
Hoe komt een dierenarts met een druk gevulde agenda erbij parochieassistent te worden?
'De directe aanleiding was een gesprek met de voormalige parochieassistent in Pittem, Maria Declerck. Als vervangend organist was ik sterk onder de indruk van wat ze in de liturgie en op de parochie betekende. Als ik op pensioen ben, zou ik graag jouw werk doen, vertrouwde ik haar na een viering toe.
'Ik ga straks zelf met pensioen', zei ze tot mijn verbazing. 'Waarom begin je er nu niet aan?'
Haar vraag zette me aan het denken en hield me ook wakker. En ook mijn vrouw vond dat ik er niet mee moest wachten, maar er moest voor gaan. Uiteindelijk besloot ik mijn lesopdracht aan de Universiteit Gent op te geven en mijn paardenpraktijk over te laten aan een jongere collega. Naast mijn taak als parochieassistent blijf ik evenwel ook nog deeltijds verbonden als lector diergeneeskunde en diermanagement aan de Hogeschool Gent.'
Was die beslissing een soort donderslag bij heldere hemel?
'Niet echt. Het gesprek met Maria was de directe aanleiding, maar eerlijk gezegd sluimerde het verlangen om meer voor de parochie te betekenen al langer in me. Op de leeftijd van 50 stel je jezelf al eens de vraag waarmee je bezig bent en waar je nog tegenaan wilt gaan. Meer dan twintig jaar werkte ik dag en nacht. En dat laatste mag je letterlijk nemen, want als dierenarts moet je ’s nachts geregeld uit je bed, bijvoorbeeld voor een paard dat moet veulenen. Ik vroeg me echter af waartoe al dat werken me bracht.'
In de parochie in Tielt ben je al langer thuis?
'Zeker en vast. Ik ben afkomstig van Tielt en zette me altijd sterk in op de parochie. Als jonge gast was ik heel actief op de Onze-Lieve-Vrouw-parochie als cantor, lector en ik deed er ook mijn liefde voor het orgel op. Ik bracht dus heel wat vrije tijd in de kerk door. Zo deed ik tijdens de zomer geen vakantiebaan, maar was ik op diverse parochies vervangend koster en organist.
Velen dachten dat ik naar het seminarie zou gaan, maar ik koos voor diergeneeskunde. Bij mijn broer daarentegen was het net omgekeerd.
Vanwaar de keuze voor diergeneeskunde?
'Die keuze heb ik enerzijds te danken aan de grote liefde voor dieren die ik erfde van mijn grootvader (die hoefsmid was) én anderzijds aan een eerder toevallige maar zeer boeiende ontmoeting met een dierenarts toen ik zeventien was. De man vertelde zo enthousiast over zijn werk en nodigde me uit veertien dagen met hem mee te lopen. Mijn moeder stemde meteen toe, want ze dacht ik ’s nachts nooit uit mijn bed zou raken. Het werden de mooiste twee weken van die zomervakantie.'
Kreeg je het geloof van thuis mee?
'Van thuis uit gingen we naar de kerk en aan tafel discussieerden we nogal veel. Iets wat we trouwens nog altijd doen tijdens familiefeesten. In het college in Tielt ontmoette ik heel wat inspirerende leraars, onder wie enkele priesters. Zo heb ik bijvoorbeeld mooie herinneringen aan Chris Deconinck en Jan Lerouge, alsook aan Filip Mullebrouck, een begeesterend iemand die helaas veel te vroeg stierf. Filip was niet enkel onze leraar, maar ook een vriend. Hij bracht ons samen en maakte ons warm voor de boeiende boodschap van het evangelie en daaruit groeiden talrijke mooie projecten. Zo richtten mijn broer en ik samen met nog enkele vrienden JOKIM (JOngerenKerkIMpuls) op, een soort +13-werking ‘avant la lettre’, een beweging die toch gedurende een decennium heel wat jongeren rond de evangelische boodschap heeft verenigd in onze regio. Dat was in de jaren 1980 al niet meer zo vanzelfsprekend.
Toen ik in Gent ging studeren, ging er een nieuwe wereld voor me open.
Ik was er actief in de studentenparochie van de Dominicanen. Mijn hele beleving van solidariteit alsook mijn zin voor kritisch denken werden er opengetrokken. Daar werd ik grotendeels gevormd tot de christen die ik vandaag ben.'
Welke uitdagingen zie je als nieuwe parochieassistent?
'Eerst en vooral wil ik hier benadrukken dat ik heel dankbaar ben dat ik mag beginnen werken in een gemeenschap waar echt nog héél veel mensen zich achter de evangelische boodschap scharen! In Pittem en Egem bouwde mijn voorganger een waaier aan organisaties en werkgroepen uit die veel werk verzetten en zich inzetten voor de parochie.
Eén van de grote uitdagingen voor de toekomst is volgens mij hoe we die groepen, over de parochiegrenzen heen, meer met elkaar kunnen laten samenwerken.
We kunnen echt niet meer in alle parochies van de pastorale eenheid hetzelfde aanbod doen. Dit is natuurlijk een geleidelijk proces waar men al mee begonnen is, maar dat in de toekomst zeker nog zal moeten verder worden begeleid. Daarnaast lijkt mij de grootste uitdaging om jonge mensen te blijven inspireren en warm te maken om zich aan te sluiten bij onze gelovige gemeenschap... om hen ervan te overtuigen dat ook in onze moderne en jachtige maatschappij zingeving zo belangrijk is.'
Zie je gelijkenissen tussen het werk van een dierenarts en dat van een parochieassistent?
'Het zijn allebei zorgende beroepen.
Vaak denken mensen dat een dierenarts vooral met dieren bezig is, maar het goed kunnen omgaan met zijn of haar eigenaar is minstens even belangrijk.
Trouwens, menselijk leed raakt me veel dieper dan dierlijk leed. Tijdens de eerste weken in mijn nieuwe functie werd ik vooral geraakt door De Kapstok, een initiatief waarbij meer dan vijftig gezinnen een beroep doen op voedselbedeling. Dat er dicht bij ons zo veel mensen in armoede leven, vind ik beklijvend.'