Een verslag van dag 1 van het congres, 2 juni 2022, door Bart Willemen, secretaris van de Interdiocesane Commissie Catechese (ICC).
Na het congres in Praag in 2019 werd besloten om het volgende congres te wijden aan het nieuwe Directorium voor catechese, dat kort erna inderdaad zou verschijnen, in 2020. In 2022 is het nu dus eindelijk weer zover. In dit congres zal aandacht besteed worden aan de postmoderne context en de Europese context.
Guido Vanheeswijck (professor wijsbegeerte Universiteit Antwerpen)
Aan hem werd gevraagd om een inleiding te geven over de verhouding tussen christendom en secularisatie. Secularisatie is een meerlagig begrip (de overgang van het religieuze naar het wereldse). Dominant is de klassieke secularisatiethese: religie is irrationeel en secularisatie is het product van rationele evolutie. Deze theorie komt echter onder druk te staan in het denken rond religie door enkele gebeurtenissen (1979 in Iran, val van Berlijnse muur en groei van orthodoxe Kerk, groei evangelische christendom in VS), maar niet in de algemene cultuur. Onderzoekers spreken nu soms over een post-seculiere samenleving, waarin religie een andere functie heeft. Laten we ook niet vergeten dat secularisatie vooral een Westers begrip is.
Max Weber zag in de kijk op geld als doel op zich een verband met het calvinisme en predestinatie. Calvinisten streefden naar wereldlijk succes tot grotere eer van God. Later evolueerde dit van ‘tot grotere eer van God’ naar ‘tot grotere eer van zichzelf. Op dit moment gaat men echter niet langer akkoord met de theorie dat moderniteit religie ondermijnt.
Prof. Vanheeswijck volgt het denken rond secularisatie van onder andere José Casanova. Religie is niet langer de enige grote dimensie die in de samenleving leeft, maar een van de manieren. Er moet ook verwezen worden naar ‘believing without belonging’, maar in Europa kan je ook spreken over ‘belonging without believing’, erfgenamen als we zijn van een grote christelijke cultuur en geschiedenis. In Europa zijn religie en het wereldlijke met elkaar vervlochten.
In het hedendaagse filosofisch denken is Max Webers denken over ‘de onttovering van de wereld’ zeer belangrijk. Ook Karl Löwith moet vermeld worden met zijn boek Meaning and History (“moderniteit is een onwettig kind van het Griekse denken en het christendom”) (moderniteit kijkt met een oog vanuit Griekse rationeel denken en combineert dit met christelijke concept van hoop, om zo de wereld in negatieve zin te veranderen. Hoop wordt een gevaarlijk wapen als het zich genesteld heeft in de harten van mensen met het oog op dit leven en deze wereld, terwijl het gericht zou moeten zijn op God). Hans Blumenberg reageerde echter sterk op het denken van Löwith. Blumenberg verdedigt secularisatie, en hij ziet naast hoop ook angst in het christelijke denken.
Gidsen voor ons op dit moment zijn Marcel Gauchet en Charles Taylor. Gauchet schrijft in ‘De onttovering van de wereld. Een politieke geschiedenis van religie’ dat het christendom een belangrijke rol heeft in de overgang van een christelijke samenleving naar een seculiere samenleving. God wordt meer en meer als transcendent ervaren en de wereld als meer en meer immanent. West-Europa is op die manier zo geseculariseerd omdat het door en door christelijk was. Ook het werk van Charles Taylor over secularisatie is belangrijk. Zijn vraag is of religieuze taal vertaald kan worden in seculiere taal? We moeten volgens Taylor de incarnerende kracht van het christendom herontdekken. In onze cultuur lijkt het christendom geëxcarneerd te worden, uit de cultuur, terwijl het christendom altijd zo sterk was in verbinding leggen met de cultuur. In het ecologische denken lijken mensen opnieuw te kijken naar de betoveringsinspiratie van de wereld. We moeten ‘subtielere’ taal hebben in onze tijd en context, om iets op het spoor te komen van de eeuwige God. Zo kan secularisatie een zegen in vermomming blijken. Ons startpunt daarbij moet niet steeds ons innerlijke gevoel zijn maar de resonantie tussen object en subject. Je kan iemand niet tot religie dwingen, maar het moet bij hem of haar kunnen resoneren.
Niets gaat ooit verloren: we moeten de Bijbelse teksten en christelijke traditie blijven lezen en ons ertoe verhouden, maar we moeten tegelijk die teksten laten resoneren met onze tijd en context. (We moeten de tekst van de Bijbel echter niet vervangen door kinderlijke teksten of infantiliseren, en dan denken dat we mensen beter gaan bereiken). We moeten onze traditie verder zetten. Dit is altijd al een uitdaging geweest voor het christendom, maar het christendom is daar ook altijd in geslaagd.
We moeten een respectvolle verhouding tussen staat en godsdienst hebben (we hoorden hier voorbeelden uit de Verenigde Staten en India).
Lees verder onder de afbeeldingen