Wanneer er een ramp gebeurt, dan wordt B-Fast vaak ingezet om hulp te bieden. Hoe dat precies in zijn werk gaat, kon Matthijs ons uit eigen ervaring vertellen op de laatste lezing van Lunch met Punch. Matthijs is verpleger, schepen in Roeselare en lid van de health advisory board van de FOD Volksgezondheid, waar hij helpt om de juiste respons op een ramp samen te stellen.
Wat is B-Fast?
B-Fast (oftewel Belgian First Aid and Support Team) is de snelle interventiestructuur van de federale overheid. Hiermee kan op federaal niveau snel worden gereageerd op noodsituaties, vaak in het buitenland, waarop de lokale hulpdiensten niet meer adequaat kunnen reageren. B-Fast wordt enkel ingezet op vraag van het land in kwestie en de situatie ter plaatse moet veilig zijn. Conflictgebieden zijn dus uitgesloten. B-Fast valt onder de ministers van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Defensie en Volksgezondheid. Al hun departementen ondersteunen B-Fast bij de missies, zo zorgt Defensie voor de veiligheid en communicatie ter plaatse en zorgt Buitenlandse Zaken voor een delegatie naar het land dat hen ontvangt.
B-Fast heeft verschillende modules die samen of apart kunnen gebruikt worden. Daaronder vallen een volledig uitgerust veldhospitaal, een tentenkamp voor opvang, waterzuiveringsinstallaties, waterpompen, reddingsoperaties per boot en teams voor de detectie van chemische, radiologische, biologische en nucleaire materialen. De modules worden bemand door vrijwillige artsen, verplegers, brandweerlieden en andere experten die in hun eigen vrije tijd meegaan. Al die onderdelen vormen een complex geheel, maar in de huidige structuur kunnen ze efficiënt benut worden.
Missies
Missies van B-Fast focussen zich op onmiddellijke noodhulp en duren maximaal 14 dagen met een zelfde equipe daar men met vrijwilligers werkt, een rotatie of overdracht is mogelijk maar is afhankelijk van missie tot missie. Enkele voorbeelden van missies uit de voorbije jaren: de hogecapaciteitspompen werden ingezet in Bosnië, de waterzuivering in de Caraïben, Polen en Duitsland, het veldhospitaal ging naar de Filipijnen dat in 2013 getroffen werd door de zware tyfoon Haiyan.
Wanneer de modules worden ingezet in het buitenland probeert men een of meerdere vrijwilligers uit ons land mee te nemen die de taal van het land machtig zijn.
Zo ging er naar de Filipijnen een Filipijnse verpleger mee die in een Belgisch ziekenhuis werkt. Ook de hulp van de lokale mensen is broodnodig voor het organiseren van de missie. Lokale overheden moeten bijvoorbeeld voor infrastructuur zorgen om de werking te ondersteunen, voor zover dat mogelijk is. Na het afronden van de hulpmissie wordt het materiaal ook vaak overgedragen aan lokale organisaties en overheden.
De tyfoon Haiyan
De missie naar de Filipijnen herinnert Matthijs zich nog goed. Een tyfoon had er net stevig huisgehouden. Een tyfoon is een tropische storm die windsnelheden haalt van minstens 117 kilometer per uur en zo windkracht 12 overschrijdt. Volgens Matthijs gaat een tyfoon vaak gepaard met enorm veel regen en hoge golven op zee en kan ze heel plots opkomen en weer verdwijnen, maar toch enorm veel schade achterlaten. De tyfoon Haiyan in de Filipijnen haalde windsnelheden tot 300 kilometer en creëerde golven tot acht meter hoog. 25 miljoen mensen raakten hun huis kwijt en er waren meer dan 10.000 doden. De ochtend na de orkaan kreeg Matthijs telefoon:
Vanavond om zes uur vertrekken we met B-Fast daarheen.
Hij belde zijn werk op, checkte zijn vaccinaties, kreeg een medische check-up en die avond nog zat hij op het vliegtuig naar het rampgebied. De eerste dagen daar zijn de mensen vooral heel teneergeslagen en verdrietig over wie en wat ze verloren zijn, maar het verblijf daar was ook voor de hulpverleners niet zonder moeilijkheden. Het was er namelijk zeer warm en er was geen stroom en geen telefoonverbinding met de buitenwereld (behalve een speciale satelliettelefoon). De straten lagen vol modder en puin en het hotel waar de vrijwilligers zouden verblijven was vernield, dus ze moesten elders tijdelijk onderkomen krijgen.
Toch werden ze zeer goed ontvangen en ondersteund, zowel vanuit de lokale gemeenschap als vanuit de andere internationale hulpmissies. Het veldhospitaal kon heel wat mensen helpen met verwondingen die tijdens de ramp waren opgelopen, later nam een Duitse ngo de werking over. De waterzuiveringsmodules werden opgestart en later overgedragen aan de Filipijnse overheid. Toen Matthijs en zijn collega’s vertrokken, hadden de mensen daar een nieuwe bladzijde omgeslagen. Na veertien dagen was er al heel wat opgeruimd en vrijgemaakt. Er heerste een nieuwe dynamiek, zelfs een soort enthousiasme dat vooruitkeek naar de toekomst