De hele middeleeuwen lang tot en met de barok zowel in het Westen als in de Byzantijnse wereld waren kunst en religie één. Architectuur, muziek en zeker beeldende kunst stonden in dienst van de Kerk, want zij was zonder twijfel de belangrijkste opdrachtgever. In de Westerse wereld resulteerde dat in een zeer grote productie van christelijke kunst.
De musea voor oude kunst hangen vol met kunstwerken die christelijke thema’s, figuren en gebeurtenissen uitbeelden. Pasen is daarbij een van de belangrijkste thema’s. Fascinerend zijn de fresco’s en schilderijen die de wanden van onze musea, oude kerken en kathedralen bekleden. De kruisdood van Christus staat, als belangrijk onderdeel van het paasverhaal, vaak centraal in die werken. Dat mag niet verwonderen, want in de gebeurtenissen rond de kruisdood en het passieverhaal zit de kern van ons christelijk geloof: een boodschap van hoop in pijn.
Verleden
Talloos zijn de afbeeldingen van de gekruisigde Christus, van Giotto tot Rubens. Zelf word ik nog steeds ontroerd en gegrepen door de expressie van de vijandigheid en het verraad in Fra Angelico’s Bespotting van Christus (1438-1446), een fresco uit San Marco Firenze. Of door Mantegna’s De bewening van Christus (1475-1478) in de Brera van Milaan en Antoon Van Dijcks Kruisiging in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk (1626). Die beelden van de lijdende Christus raken ons in het diepste van onze menselijkheid, ze dringen meer door dan enkel woorden. Een Bijbeltekst verhaalt een gebeurtenis, een parabel of een wonder en illustreert zo het geloof. Beeldende kunst onthult op indringende wijze wat er achter de woorden van de Bijbel schuilgaat.
Die bloeitijd van christelijke kunst is echter al lang voorbij. Vanaf de verlichting, in begin de 18de eeuw, kwam er een scheiding tussen kunst en Kerk. De Kerk werd steeds minder een opdrachtgever voor kunstenaars. Religieuze kunst volgde zo ook steeds minder de ontwikkelingen van de kunstwereld en is daardoor ongeveer twee eeuwen amper mee-geëvolueerd: de traditionele, vertrouwde stijl van de voorgaande periode bleef al die tijd in voege.
Pas in de 20ste eeuw zien we taferelen uit het paasgebeuren in een vernieuwde stijl. Kunstenaars blijven inspiratie zoeken in de traditionele religieuze kunst, maar plaatsen haar tegenover eigentijdse gebeurtenissen. Zo plaatst Max Beckmann de Kruisafneming (1917, Moma) tegenover de brutaliteit en onmenselijkheid van de Eerste Wereldoorlog. Marc Chagall doet iets soortgelijks in De witte kruisiging (1938, Chicago), dit keer tegen de achtergrond van het nazisme. In het schilderij is Christus een Jood en zijn kruisiging een symbool van het lijden van het Joodse volk. In Dali’s surrealistische De Christus van Johannes van het Kruis (1951, Glasgow) krijgt de kruisiging zelfs een kosmische dimensie. De katholieke schilder Georges Rouault wijdde praktisch zijn volledige expressionistische oeuvre aan religieuze onderwerpen. Het Heilig Aanschijn (1958, MSK Gent) is een sprekend voorbeeld van het diepmenselijke lijden.
Vandaag
Christelijke kunst is vandaag ontegensprekelijk een randverschijnsel geworden. Het christelijke verhaal van Pasen lijkt daarbij ondergesneeuwd, slechts gekend als kinderfeest van paaseitjes rapen. Toch is die interpretatie te kort door de bocht, een belangrijk onderdeel van de hedendaagse kunst is namelijk dat er geen eenduidige boodschappen meer zijn. Naast de complexe boodschappen is er ook een enorme variatie in onderwerpen, thema’s en kunstvormen. Het Bijbelse passieverhaal wordt zo ook op verschillende, soms subversieve manieren, in de kunst opgenomen.
Bepaalde kunstenaars blijven dicht bij het Bijbelse verhaal, maar onderscheiden zich toch van de oude religieuze kunst door een nieuwe dimensie te zoeken. De onlangs overleden Franse kunstenaar Michel Ciry is zo bijvoorbeeld ‘de meester van het passieverhaal’. Hij schildert vanuit een sterke christelijke overtuiging, maar schuwt daarbij de hardheid of soms zelfs banaliteit niet. Zijn Ecce Homo (1980) toont Christus met een ontwapenende eenvoud en directheid. De schilderijen van Ciry zijn momenteel trouwens te bezichtigen in het Grootseminarie Ten Duinen. In een van beide zalen staat een reeks schilderijen over het passieverhaal.
In de kerk van Ver-Assebroek stelt kunstenaar Joost Gevaert met De Verrijzenis het paasverhaal niet zomaar als een eenvoudig tafereel voor. Mark Delrue schrijft daarover:
"Het werk is geïnspireerd door de verrijzenisvoorstelling van Grünewald: in zijn polyptiek Isenheimer altaar in Colmar wordt de lijkwade verheven tot meer dan een troostdoek, een doek dat opgaat, opengaat, ten hemel wordt gezogen, een doek dat van opstanding spreekt. Pasen is een lied uit lijkwaad opgestaan…. Ook hier de waaier van het kleed, dat opstijgt als verrijzenis."
Ook bij Timothy P. Schmalz, van wie een Homeless Jesus voor de Brugse Magdalenakerk prijkt en een grote sculptuur het Sint-Pietersplein in Rome siert, staat de eigentijdse verwijzing naar het passieverhaal vaak voorop. In zijn verkronkelde Stylized Corpus, het geradbraakte lichaam van Christus, voel je een diep lijden.
Vooruitzicht
In belangrijke biënnales en kunsttentoonstellingen in binnen- en buitenland (Damme, Watou, Venetië etc) is het christelijke verhaal veelal verdwenen. Het is vaak speuren naar een Bijbelse verwijzing, maar dat betekent niet dat er geen christelijke bodem in de kunst zit. Hedendaagse kunstenaars zijn wel scherpzinnige getuigen van mens en wereld en reageren in hun kunst fel tegen onrecht, onverdraagzaamheid en onmenselijkheid. Het religieuze verhaal staat dan wel niet meer voorop, maar toch voel je de drang naar zingeving en spiritualiteit. Zo stond in het laatste Kunstenfestival Watou (2019) in de kerk de installatie Leap of Faith (2015) van Joseph Klibansky opgesteld. Het werk beeldt een astronaut af die een zwaar gouden kruis draagt, een synthese van hedendaagse en oude symbolen. De astronaut draagt het oude verhaal mee in zijn ruimtetocht naar nieuwe werelden.
Christelijk-geïnspireerde beeldende kunst vandaag is hedendaags, omdat ze geen eenduidig antwoord geeft. De christelijke dimensie is slechts een deel van het complexe geheel. Zo wordt de kijker uitgenodigd om zichzelf te bevragen en in interactie te gaan met het werk en de materie.
Door Hubert Sanders
Vraag een proefnummer van Kerk·in·zicht aan: