Piet Vandevoorde, hoe kijk je tegen deze nieuwe uitdaging aan?
Als lid van de beleidsploeg kijk ik ernaar uit om samen met veel mensen kerk te vormen op een aansprekende en relevante manier. Voor de caritas wil ik op beleidsvlak de spirituele dimensie in de zorg versterken en verzekeren. Daarnaast mag ik meewerken aan een kerkgemeenschap die zich ten dienste stelt van de armen, van mensen die in de buitenbaan van de maatschappij leven. Er zijn veel vormen van armoede, materieel natuurlijk, maar ook relationeel, geestelijk…
Kerk-zijn draait voor mij om mensen, verbinding, gemeenschap vormen.
Samen aan een verhaal werken is zinvoller en authentieker dan alleen. Dat is ook een sterk teken voor de wereld.
Waar haal jij je inspiratie?
Een moment dat mij geraakt heeft is de eerste ontmoeting van paus Franciscus met de pers. Hij vertelde toen dat een kardinaal hem na de verkiezing zei: ‘Vergeet de armen niet.’ Dat zinnetje herinnert me eraan om niet in een systeem te kruipen. We kunnen echt dienstbaar zijn als we zelf arm durven zijn, als we ons niet vastklampen aan macht.
Mijn leidmotief is een zin uit het Johannesevangelie:
Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.
—Johannes 10:10
Als ziekenhuispastor probeerde ik om mensen te laten kijken naar de kracht in henzelf. Te midden van de realiteit van de situatie zoeken naar: ‘Wat is het leven nu? Wat zijn de redenen om door te gaan?’ Partner en kinderen misschien, of blijven bidden, of vertrouwen bewaren...
Een van mijn krachtbronnen is de dagelijkse omgang met het woord van God. Tijd maken voor gebed. Maar ook tijd maken voor mensen. Als christenen gaan wij naar mensen met een heel eigen inspiratie: dat we bemind zijn, dat ons leven gedragen wordt. Daarom is het voor mij belangrijk om een patiënt niet te reduceren tot zijn aandoening bijvoorbeeld, maar hem als een mens in zijn totaliteit te blijven zien.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.