Momenteel geef ik godsdienstles op het Sint-Lodewijkscollege in Brugge aan leerlingen van 4 en 5 ASO.
-
Kan je nog (godsdienst)les geven vanop afstand? Hoe pak je dat aan?
Tijdens de voorbije weken mocht ik het belang van een goede samenwerking met collega's en (digitaal) overleg met de vakwerkgroep ervaren. Die collegialiteit doet deugd. Daarnaast kregen we door de inspectie-begeleiding suggesties en aanknopingspunten aangeboden bij het leerplan. Ook de Erkende Instantie en de schooldirectie klonk in duidelijke communicatie bemoedigend en geruststellend. Dit gaf vertrouwen om in deze nieuwe situatie door te zetten.
Concreet werken wij met een aanbod van verschillende themabundels die bestaan uit inhoud, impulsen en verwerking. Daarnaast bieden we ook opdrachten aan en koppelen we dit terug in online livesessies voor zij die het wenselijk vinden.
-
Hoe houd je contact met je leerlingen?
Ik heb gekozen voor het leraar zijn omwille van het ‘op weg gaan’ met leerlingen. Nu valt dat rechtstreeks contact even weg en dat is een grote uitdaging. Zeker omdat de aangeboden thema’s in ons vak zich net verdiepen in de discussie en het gesprek met elkaar.
Wekelijks stuur ik mijn leerlingen een mail en stel hen daarin ook de oprechte vraag hoe het met hen gaat. Hier komt weinig reactie op, vermoedelijk door het overaanbod van mails dat leerlingen ontvangen. De meest essentiële communicatie gebeurt nu via de klastitularissen (leraren die elk verantwoordelijk zijn voor een klas, nvdr.).
-
Zijn de alternatieve vormen van communicatie oppervlakkiger?
In tijden van afstand is communicatie belangrijk, maar ook moeilijk. Gesprek, discussie en dialoog zijn essentieel in ons vak. Er gaat nu een bepaalde dynamiek verloren: leerlingen per twee laten verkennen, in groepjes iets voorbereiden, reflecties uitwisselen, creatieve werkvormen… Het rechtstreeks contact om 'door te vragen', dieper in gesprek te gaan, is er nu niet meer.
-
Hoe probeer je ook minder sterke leerlingen nabij te zijn?
Zelf vind ik het belangrijk om elke leerling met specifieke noden nabij te zijn. De gesprekjes voor en na de lessen met leerlingen die blijven plakken, vallen nu weg en dat mis ik wel. Soms ben ik bezorgd en hoop ik vooral dat ze hun verhaal kwijt kunnen. Net als zovele collega’s, probeer ik er te zijn voor hen.
-
Leg je een andere focus in het lesmateriaal?
Om de levensbeschouwelijke groei van onze leerlingen te stimuleren ligt de focus in onze lessen op het lesgeven en de interactie. De nadruk van pre-teaching ligt nu eerder bij inhoud en persoonlijke verwerking. Door de inperking van contacturen en zo ook de lesonderwerpen, staan we ook bewuster stil bij het leerplan.
-
Hebben de leerlingen nog tijd voor de kleinere vakken, zoals godsdienst, als ze al heel wat opdrachten moeten maken voor hun ‘hoofdvakken’ (wiskunde, wetenschappen, talen…)?
Godsdienst ‘mag’ op onze school nog aan bod komen. Dat is een bewuste keuze van de directie en daar ben ik blij om. Zelf heb ik weinig zicht op het feit of leerlingen veel of weinig schooltijd hebben. Vermoedelijk is hier ook een grote variatie en is dit sterk afhankelijk van eigen inzet, praktische factoren en ook de thuissituatie.
-
Heb je het gevoel dat de lessen godsdienst extra waardevol kunnen zijn in deze situatie?
Ideaal gezien: ja. Leerlingen zijn de afgelopen weken geconfronteerd met diepe levenservaringen zoals kwetsbaarheid, eenzaamheid, verdriet, afscheid en zochten daarom ook nieuwe wegen van verbinding en schoonheid. Er zijn zoveel kansen om hierop in te gaan in ons vak.
Godsdienst is normaal een vak dat op een andere manier 'uitdaagt'. In deze tijden van praktische keuzes en mogelijkheden, verliest het wat van zijn eigen specificiteit. Het is niet evident, maar wel boeiend om vandaag godsdienstleraar te mogen zijn. Ik hoop vooral snel terug voor de klas te kunnen staan…
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.