Voor mij begon alles onverwachts een aantal jaar geleden. Ik werd toevallig uitgenodigd om met enkele jongeren van de Sint-Michielsbeweging te gaan zingen tijdens twee eucharistievieringen in de gevangenis van Gent. Eerlijk gezegd, ik kan helemaal niet zingen, en toch, toch was er één of andere dieperliggende kracht die mij aanstuurde om hieraan deel te nemen. De figuurlijke drempel was echter groot en met een klein (en bang) hartje stapte ik toen voor de eerste maal over de letterlijke drempel van de gevangenispoort. Maar eenmaal binnen werd ik diep getroffen door wat ik op dat moment mocht ervaren. ’t Is moeilijk onder woorden te brengen maar ik werd precies gebeten door een soort van gevangenismicrobe.
Dit smaakte naar meer,
maar het was wachten totdat Tralies uit de weg mijn pad kruiste. Een initiatief waar ik me meteen voor inschreef en waarbij ik terecht kwam in een kleine groep van kortgestraften. Het was voor mij een eerste kennismaking met de gevangenis van Brugge en bij de eerste bijeenkomst maakte niet alleen het gebouw een diepe indruk op mij, ook die eerste ontmoeting met de ‘gestraften’ raakte me heel diep.
Ik mocht de mens ontmoeten achter de gestrafte. Een heel bijzondere maar tegelijk ook eenvoudige menselijke ontmoeting zonder enige vorm van oordeel. Hier zaten we naast elkaar, simpelweg als mens, met al onze goede en slechte kanten. Alle zichtbare barrières vielen weg en met wederzijds respect luisterden we naar elkaar. Niet naar het ‘waarom’, zoals velen waarschijnlijk denken, maar naar het ‘wie’, wie zijn wij?
Niet als de ‘goede’ en ‘de slechte’, maar als evenwaardige schepsels van God, met respect voor het unieke in elk van ons.
Het is een heel bijzondere ervaring, maar vooral een heel diepgaande ontmoeting waar God zichtbaar in aanwezig is. Dus niet alleen een ontmoeting met die gestrafte ‘andere’, maar ook een ontmoeting met die vergiffenisschenkende ‘Andere’. Een soort van ontmoeting die iets nieuws tot leven brengt en in beweging zet, zowel voor de deelnemers als voor de gedetineerden.
Voor heel even konden de gevangenen weer ‘mens’ worden onder de mensen.
Zo voelde ik het toch aan, het ontroerde me zelfs, en toen ik na de eerste samenkomst terug buiten kwam voelde ik me bevrijd. Letterlijk bevrijd omdat ik me een paar uur had laten opsluiten bij die mensen die we beschouwen als een gevaar voor onze maatschappij, maar ook figuurlijk bevrijd omdat ik (eindelijk) voorbij het vooroordeel kon kijken dat diezelfde maatschappij heeft over de mensen binnen.
Jammer genoeg stak corona toen plots stokken in de wielen en werden de bijeenkomsten vroegtijdig stopgezet. Gelukkig kreeg ik de kans om het jaar erop nog eens te mogen deelnemen. Een dankbaar aanbod waar ik geen neen op kon zeggen. Ditmaal kwam ik terecht in de groep van de vrouwen en opnieuw werd ik van het eerste moment diep geraakt. We mochten samenkomen in de kapel van de gevangenis en dat schepte meteen een bijzondere band en sfeer, een sfeer waarin iedereen zichzelf mocht zijn en respect had voor de andere.
Zowel de mensen van ‘binnen’ als die van ‘buiten’ stelden zich, in wederzijds vertrouwen, kwetsbaar op waardoor er een soort verbondheid ontstond. Zes weken lang, keek ik uit naar dat unieke moment op dinsdagavond om samen een stukje hemel op aarde te mogen zijn. Een gezegend samenzijn dat telkens veel te vlug voorbij was.
Deugddoend én hoopgevend, niet alleen voor de gedetineerden, maar ook voor mij want ik haalde er ook op mijn beurt hoop, kracht en moed uit voor mezelf.
De (Gentse) gevangenismicrobe werd alleen maar sterker en ik wilde het niet bij Tralies uit de weg alleen laten. Gaandeweg leerde ik Thuisfront kennen, een dankbare vrijwilligersorganisatie met een hart voor de gevangene en zijn of haar familie. Een nieuwe kans waar ik me als vrijwilliger voor engageerde, maar dat was nog niet alles, want ik gaf me ook op als vrijwillig aalmoezenier. Na een lange procedure kreeg ik een paar weken geleden eindelijk de toestemming om te mogen beginnen in de gevangenis van Brugge. Een nieuwe en dankbare uitdaging waar ik intussen al van heb mogen proeven. Vorige week heb ik voor de eerste maal de gevangenen en de gevangenis mogen leren kennen vanuit de ogen van een aalmoezenier. Een mooie ervaring die aanvoelt als een soort van roeping waar ik, vanuit mijn christelijke geloof en gebed, God mag ontmoeten in diegenen die veroordeeld zijn.
Een roeping waar ik ‘ja’ wil op zeggen en dat allemaal dankzij Tralies uit de weg!
Daarom zou ik tot slot graag nog even terug willen gaan naar de laatste actie van Thuisfront. Bij het buitenkomen uit de gevangenis kregen alle bezoekers twee kaartjes met een pluim. Het eerste kaartje was een pluim voor de bezoekers zelf omdat zij iemand bezocht hadden in de gevangenis. Het tweede kaartje was een pluim die ze mochten geven aan iemand die zij wilden bedanken of iemand die belangrijk voor hen was. Als vrijwilliger kreeg ik zelf ook twee pluimen, eentje voor mezelf en een andere die ik symbolisch zou willen schenken aan alle mensen die Tralies uit de weg mogelijk maken. Want jullie verdienen echt wel een pluim. Dankjewel!
Rik Denys
(29 december 2021)