In dit artikel geven we voor het bisdom Brugge toelichting bij de vrijgestelden in de parochiepastoraal en meer bepaald hun diverse functies en titels. Met vrijgestelden bedoelen we hier de personen die in de parochiepastoraal werkzaam zijn en voor hun pastoraal werk bezoldigd en benoemd zijn. We baseren ons hierbij op het artikel door Marc Steen, bisschoppelijk gedelegeerde voor de parochiepastoraal en medewerkersbeleid, dat verscheen in het bisdomblad Kerk·in·zicht in februari 2023.
Er zijn meerdere priesters in actieve dienst in de parochiepastoraal. Het meest bekend is en blijft natuurlijk de functie en titel van pastoor. In grote Pastorale Eenheden (PE’en) kan het gebeuren dat pastoors gezamenlijk worden benoemd. In solidum is de Latijnse term. Binnenkort zullen de voorziene Pastorale Eenheden in ons bisdom gevormd zijn. Het is de bedoeling dat de resterende, kleinere federaties dan gaandeweg kunnen aanmeren bij een grotere, naburige Pastorale Eenheid.
Het is sinds een tijd niet meer mogelijk om in alle Pastorale Eenheden nog een pastoor te benoemen. Zo komt het meer en meer voor dat diakens of parochieassistenten/geëngageerde leken benoemd worden tot coördinator van de Pastorale Eenheid. Waar iemand coördinator benoemd wordt, voorziet het Wetboek van Canoniek Recht (canon 517§ 2) dat er steeds ook een aangesteld priester moet zijn. De coördinator en aangesteld priester vervullen dan samen de kerkrechtelijke eindverantwoordelijkheid. De pastorale eindverantwoordelijkheid wordt gedragen door de coördinator en het pastoraal team van de Pastorale Eenheid. De aangestelde priester is dus geen ‘pastoor’ in de Pastorale Eenheid, ook al heeft hij kerkrechtelijk gezien pastoorsbevoegdheid.
Ook hier is er evenwel speelruimte voor diversiteit. In sommige gevallen is de invulling van de taak van een aangesteld priester heel beperkt en formeel van aard. Zo kan de aangestelde priester een deken of een pastoor uit een naburige Pastorale Eenheid zijn. In andere gevallen kan de aangestelde priester ook effectief pastoraal functioneren in de Pastorale Eenheid en doet dit dan in een soort tandemsysteem met de coördinator. Wanneer de pastoorsfunctie in een Pastorale Eenheid langere tijd vacant is, wordt een priester tot administrator benoemd, die dan ook pastoorsbevoegdheid heeft.
Medepastoor en meewerkend priester
Sinds lang kennen we de medepastoor, die steeds deel uitmaakt van het pastoraal team van de Pastorale Eenheid en die, zoals het woord zegt, ‘mede’ met de pastoor de pastorale zorg voor de Pastorale Eenheid opneemt. Daarnaast is er ook de meewerkend priester, een vrij nieuwe functie/titel die in ons bisdom courant is geworden. Ze bestaat echter al langer in sommige andere Vlaamse bisdommen. De term ‘meewerkend priester’ wordt gebruikt voor wie meewerkt in de parochiepastoraal (een Pastorale Eenheid of decanaat) en er pastorale verantwoordelijkheid draagt, maar geen beleidsverantwoordelijke is. Dit in tegenstelling tot een ‘medepastoor’, die samen met de pastoor wel deelt in de beleidsverantwoordelijkheid.
De opdracht van meewerkende priesters in actieve dienst kan eventueel gecombineerd worden met een andere belangrijke taak (bijvoorbeeld verantwoordelijke zijn voor een kerkelijke beweging of gevangenispastoraal). ‘Medepastoors’ hebben steeds de parochie als hoofdtaak. Soms kan iemand ook meewerkend priester worden omwille van leeftijd of gezondheidsredenen. Sommige meewerkende priesters werken voltijds, anderen deeltijds. Anderen zijn meewerkend priester als gepensioneerde. Vroeger werden ze ‘hulppriester’ genoemd. Met hen wordt dan een beperkt takenpakket afgesproken.
Diakens, parochieassistenten, dekens, decanale secretarissen en assistenten
Sinds vele jaren zijn er gelukkig ook talrijke permanente diakens en parochieassistenten actief in de parochiepastoraal. Er zijn diakens ‘voltijds verbonden met’ een Pastorale Eenheid en er zijn diakens ‘medeverantwoordelijke’ in een Pastorale Eenheid/federatie of meewerkend in een decanaat. De diakens doen dat dan doorgaans in combinatie met een andere opdracht of als gepensioneerde. Momenteel zijn er ook meer dan veertig parochieassistenten in actieve dienst, waarvan de meererheid vrouwen zijn. Er zijn ook een enkele ‘pastorale medewerkers’ aan de slag, die niet strikt parochiegebonden werken, maar wel raakvlakken ermee hebben, aangezien ze werkzaam zijn in sectoren zoals diaconie, jongerenwerking, cultuur en vorming.
Er zijn ook tien dekens aan het werk. Het aantal decanaten is intussen inderdaad, na enkele fusies, gereduceerd tot een tiental. De deken wordt voor de administratie bijgestaan door een decanaal secretaris en, sinds enkele jaren, ook door een decanaal assistent. Die laatste vormt de rechterhand van de deken bij de opvolging van de financiën, vzw’s en het patrimonium van het decanaat.
Ondersteuning
Ondersteuning van Pastorale Eenheden en vrijgestelden wordt aangeboden door de CCV-begeleiders. Bij nieuwe benoemingen spreken de bisschoppelijk gedelegeerde en zijn adjunct takenpakketten af. De diocesane verantwoordelijke voor medewerkersbeleid beoogt samen met de bisschoppelijk gedelegeerde het welbevinden van pastoraal vrijgestelden te behartigen en brengt van tijd tot tijd ook groepen vrijgestelden samen voor uitwisseling, ontmoeting en inspiratie. Dat gebeurt bijvoorbeeld voor de groep van priesters met buitenlandse origine. Ook zo wordt de groep pastoraal benoemden divers en veelkleurig.
Belangrijker nog dan de titulatuur van de diverse functies, is de zoektocht naar de eigenheid van de verschillende pastorale verantwoordelijken en hun onderlinge samenwerking. Pastorale ambtsdragers zijn hopelijk zelf allereerst begeesterde Jezusleerlingen, geroepen om andere Jezusleerlingen te begeleiden en te begeesteren. Het kan niet de bedoeling zijn meer en meer een Kerk van vrijgestelden te worden. Pastoraal benoemden zijn bedoeld om gidsen te zijn in dienst van de geloofsgemeenschap.
In die geloofsgemeenschap wordt elke gedoopte geroepen en gestimuleerd om mee te helpen bouwen en om mee het christen-zijn te beleven.