Toen ik in 2004 de eerste keer als bisschop de eucharistieviering voorging in mijn geboortedorp Tielen, zei monseigneur Paul Van den Berghe, de toenmalige bisschop van Antwerpen:
Vergeet niet dat je niet alleen bisschop bent van het bisdom Gent, je bent ook medeverantwoordelijk voor de wereldkerk.
Vanuit mijn vroegere taak in het hoofdbestuur van de salesianen in Rome reisde ik de wereld rond. Ik kon dus wel vermoeden wat die uitspraak betekent.
Elke context is anders. Wanneer je in Benin of Togo in de wijken rondloopt, ontdek je de Voodoo en andere spirituele bewegingen. In Colombia word je meegetrokken naar een sloppenwijk waar geweld en afrekening hoogtij vieren, maar evengoed is er in de hoofdstad Bogotá een grote parochie die volop huizen bouwt voor de armen. In het Amazonegebied van Brazilië wordt de missionaris geconfronteerd met het geloof in de aanwezigheid van lokale geesten. En in Azerbeidzjan, waar twintig jaar geleden slechts tachtig katholieken waren, werd onlangs de eerste bisschop gewijd. In de zogenaamde moslimlanden zal de kerk dan weer een andere strategie moeten aanwenden om aanwezig te zijn.
De kerk legt dan ook wereldwijd accenten die met de cultuur en de geschiedenis van elk land of volk verbonden zijn.
In Latijns-Amerika spreekt men van de theologie van de bevrijding, in Brazilië bruist het van muziek en zang, terwijl in het hooggebergte van Bolivia een zwijgzaam publiek de vieringen meemaakt. In India heeft men een typisch Indische liturgie uitgewerkt, in Zuid-Afrika is de aandacht gevestigd op het bestrijden van Apartheid, terwijl men zich in West-Europa bewust is van de secularisatie en de ontdekking van het individu. De permanente diakens, die in het westen meestal gehuwd zijn, doen in vele landen de wenkbrauwen fronsen. Terwijl wij soms amper weten dat in Grieks-katholieke kerken die onder het gezag van de paus staan, ook gehuwde priesters zijn. Al die diversiteit bestaat al in het vroege christendom.