Meditatie bij het beeld van Maria
Velen van ons voelen zich in deze dagen machteloos.
Het leven – het onze en dat van onze geliefden –
lijkt zo kwetsbaar, bijna niets.
We vechten tegen een virus,
maar met ongelijke wapens, met een tekort aan middelen.
Ook Maria weet wat het betekent niet op te kunnen tegen overmacht.
Ze zag haar zoon ten onder gaan, en kon niets doen.
Tenzij aanwezig zijn. Een moeder die haar kind niet verlaat.
Onze wetenschappers en zorgverleners kunnen veel.
We zijn zo dankbaar voor hun inzet en hun onvermoeide strijd.
Sommigen zijn eraan ten onder gegaan. Anderen geven niet op en verliezen nooit de moed.
Onze politici doen wat ze kunnen om de situatie te beheren.
Maar niemand kan alles. En in sommige gevallen heel weinig. Of niets.
Maria leefde daar waar ze was, ze leefde haar realiteit,
Zeg maar eenvoudigweg: haar leven,
het leven zoals het haar gegeven was.
Ze moest veel dromen loslaten.
Ze liet zichzelf los, om open te blijven
en aandachtig haar zoon te volgen, te beschouwen,
in het geloof dat ze in Hem Gods liefde werkzaam zag.
Dat kunnen wij ook, in haar spoor.
Maar sinds Jezus uit de dood is opgestaan,
staan we met Hem op.
En we zien zijn kracht opwaarts in vele mensen rondom ons:
moedige mensen, lichtende mensen, die nog blij kunnen zijn ook als het moeilijk is.
Zij zijn als een zon die iets van God afstraalt: iets van de vader die liefde is,
iets van de zoon die gegeven is,
iets van de Geest die leven geeft.
Er is een gemeenschap met alle heiligen,
ook met hen die God niet kennen,
maar in zijn barmhartigheid bestaan.
Er is solidariteit op aarde,
en solidariteit in de hemel rondom ons en in ons.
Maria dacht wellicht niet aan dat alles. Zij leefde in de eenvoud van haar bestaan.
De ogen op Jezus gericht. En nu … op ons.
En wij zoeken God,
de ogen op Jezus gericht,
met Maria die met ons meekijkt,
en onze ogen in de goede richting helpt houden.
Eeuwenlang hebben mensen in onze streken,
in onze steden en dorpen,
gebeden in tijden van nood.
Ze schuilden onder de mantel van Maria.
Velen doen het ook vandaag.
Ze bidden, vaak zonder het te zeggen aan hun medewerkers.
Maar ze doen het. Daar gaat het om.
En er is de goedheid rondom ons, de vreugde ondanks alles.
De trouwe aanwezigheid en volhardende inzet zijn even zoveel tekens
dat Gods onuitputtelijke goedheid ons draagt.
Zij leren ons dat niemand zich alleen redt.
Zij leren de schoonheid van het samen te doen.
We leren wat meer nederigheid,
de nederigheid van Maria.