Diaken Renaat Aelbrecht (°1962) zet zijn schouders mee onder de werking ‘Stop Armoede’ in Geraardsbergen die in 2008 werd opgericht op initiatief van de toenmalige dekenale conferentie. De werking heeft een brede doelgroep, maar ook de ondersteuning van vluchtelingen en asielzoekers komt alsmaar meer in beeld.
Bij het begin van ons gesprek vertelt Renaat enthousiast over een bezinningsdag die hij enkele dagen voordien volgde in de Abdij van Roosenberg in het kader van de Alpha-cursus. Hij apprecieert in deze cursus de persoonlijke getuigenissen en de dynamiek die ontstaat in de groep. Niet alleen de diaconie staat volgens hem niet hoog genoeg op de kerkelijke en parochiale agenda, maar ook spiritualiteit vindt hij te lang stiefmoederlijk behandeld. “Het is nochtans één van de fundamenten voor de toekomst van de Kerk.”
Dat typeert deze voormalige architect, vader van twee volwassen kinderen, die in 2011 tot permanent diaken werd gewijd. Hij was al lid van de parochieploeg, maar vroeg zich af wat je met je christen-zijn moet doen. Toenmalig pastoor-deken Rudy Van Acker gaf hem een duwtje en hij startte de diakenopleiding. Renaat had het geluk dat Stop Armoede al zo’n vier jaar bestond met een tiental medewer-kers die een dynamische groep vormden. Het initiatief wilde de hulpverlening en steun die geboden werd aan mensen in armoede, beter structureren.
Presentie
“In de loop der jaren werd het steeds duidelijker dat we in de eerste plaats bij de mensen zelf willen zijn. Wat we intuïtief aanvoelden vanuit het Evangelie, vonden we op een CCV-vormingsdag uitgewerkt in de ‘presentie-theorie’.Aanwezigheid en relatie zijn de sleutelwoorden en vormen ons vertrekpunt, eerder dan de problematiek van deze of gene mens.
Wij zijn namelijk geen professionals, maar aanwezig zijn kunnen we wel. We hebben trouwens heel goede relaties met de professionele hulporganisaties in Geraardsbergen en we doen niet wat iemand anders al doet.
Natuurlijk moeten de basisbehoeften van mensen vervuld worden. Daarom blijft voedselbedeling een belangrijke pijler van onze werking. Dat gebeurt op maandag, woensdag en vrijdag. Driemaal per week halen we bij een warenhuis voedsel op dat tegen de vervaldatum aankomt. We werken ook mee met de herverdeelwinkel ’t Komiesjken, een gezamenlijk initiatief van voedselherverdeling onder leiding van het OCMW vanuit het wijkcentrum De Poort.
Maar nog belangrijker vind ik onze aanwezigheid bij de mensen. En dus gaan we mee naar het vredegerecht, bijvoorbeeld bij een problematiek van schulden en dreigend beslag. We hebben trouwens een voormalige gerechtsdeurwaarder in onze groep die de juridische taal kent. We helpen mee bij iemand met rugproblemen die op onderzoek moet bij de FOD Sociale Zekerheid. We ondersteunen asielzoekers in hun procedure en vreemdelingen die ons rechtssysteem niet kennen.
In het centrum van Geraardsbergen leeft 40% van de kinderen in kansarmoede. Dat is bijzonder veel: 4 op 10! Daarom zetten we ook sterk in op materiële hulp aan kinderen. We krijgen speelgoed en schoolgerief dat we ordenen en kunnen verdelen. We verdeelden ook al laptops en tablets. Met de hulp van verschillende organisaties en acties konden we alle aangeboden schoolrekeningen betalen. Dat maakt een groot verschil voor gezinnen met een onregelmatig inkomen. Onze aandacht gaat in het bijzonder naar kinderen die te weinig kansen krijgen omdat hun verblijfsvergunning niet in orde is.
Armoede isoleert mensen.
Met onze regelmatige contacten zorgen we voor een goede opvolging van situaties, voor nabijheid en voor de opbouw van een vertrouwensrelatie. Zo proberen we mensen uit dat sociale isolement te halen.”
Een diaconaal hart
“Ja, het is een intensief engagement. Maar een diaconaal hart is moeilijk te stoppen, al moet ik soms wel eens mijn telefonische bereikbaarheid wat inperken. In heel onze Kerk zou een diaconaal hart moeten kloppen. Hoe kunnen we authentiek liturgie vieren, wanneer we ons niet concreet inzetten voor de medemens?
Stop Armoede is ontstaan in het toenmalige dekenaat Geraardsbergen, vandaag de nieuwe parochie Heilige Bartholomeüs. Ik stel vast dat we in onze vrijwilligersgroep mensen hebben uit de verschillende ‘oude parochies’. We zijn een kerkelijke organisatie die als grondinspiratie het Evangelie heeft. Die ‘kleur’ heeft ons nog nooit gehinderd. We zoeken ook bewust aansluiting bij andere maatschappelijke organisaties en zitten niet op een eiland. Dat zorgt ook voor een beter maatschappelijk begrip van de Kerk.
Onze Kerk heeft nog vooruitgang te boeken op het vlak van diaconie en broederlijkheid. Ik droom ervan dat meer mensen zich betrokken zouden voelen bij de diaconie en zich het lot van hun medemensen zouden aantrekken.”
Peter Malfliet