Bisschop Lode Van Hecke reflecteert over de vraag waarom we elk jaar bij Pasen onze doopbeloften hernieuwen.
We hebben al gesproken over het belang van de ‘catechumenen’ en over hoe we samen met hen naar Pasen toegroeien. Pasen is inderdaad het beste moment om gedoopt te worden. (…)
Het doopsel is een kwestie van dood en verrijzenis. We sterven aan de oude mens -zoals Paulus het zegt - en we bekleden ons met de nieuwe mens die Christus is, we beginnen een nieuw leven ... met een toekomst zonder einde.
De hele veertigdagentijd is een voorbereiding op Pasen, de lezingen zijn een doopselcatechese en het is goed dat we dat ieder jaar opnieuw beleven, dat we ons de teksten van het catechumenaat opnieuw eigen. Het is dus ook goed dat we op Pasen zelf ons doopsel als het ware opnieuw ‘beleven’.
Waartoe heb ik me geëngageerd? Wat heb ik eigenlijk beloofd? Waarover gaat het eigenlijk?
Het is een beetje zoals als in Orval, waar we de gewoonte hebben om op de eerste dag van de vasten de formule van onze plechtige geloften opnieuw uit te spreken. Misschien is het ook een goed idee voor de koppels om af en toe eens terug te kijken… wat hebben we eigenlijk beloofd en welke formules hebben we daarvoor in de mond genomen?
Het is goed om dit te doen als christenen in de paasnacht. Voor een stuk doen we al het elke zondag bij de geloofsbelijdenis, want iedere zondag is een dag van verrijzenis. Maar in die plechtige nacht is dat altijd bijzonder om mee te maken:
We beleven niet alleen de verrijzenis van Jezus, maar ook onze eigen verrijzenis die al begonnen is met ons doopsel.
Het eerste deel (32 min) kan je in zijn geheel bekijken op deze pagina. Je vindt er ook de vragen die gesteld worden in het gesprek en die gebruikt kunnen worden bij een vastenbezinning. (Hoe antwoord ik zelf? Wat herken ik in het antwoord van de bisschop? Wat roept vragen op?)
Het tweede deel van het gesprek over de Goede Week vind je hier.
Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.