In de brief van de paus staat nog een intrigerende zin: ‘Het godgewijde leven is geroepen om het leven van leken en priesters op elkaar af te stemmen.’ Het religieuze leven als scharnier van diverse charisma’s in de kerk. Hoe leest u die oproep?
Wat ik in elk geval ervaar, is dat mensen die de weg naar de kerk kwijtraken, de weg naar abdijen soms vinden. We ontvangen hier heel wat niet-kerkelijke mensen. Het is een vreemd fenomeen maar het is zo. Voor een deel van de buitenwereld zijn wij een soort neutrale vrijplaats. Mensen zeggen dat ze hier gemakkelijker komen dan in de kerk. En natuurlijk, als religieuzen zijn wij ook leken.
Wat kunnen wij leren van de communio die jullie beleven?
Moeilijke vraag. Maar wij hebben in elk geval een vaste structuur die ons behoedt. Die structuur is ons zomaar gegeven. Dat is een groot geschenk. En er zijn een aantal dingen waaraan we verzaken waardoor ons leven gevrijwaard wordt. We zeggen soms ‘neen’ omwille van een grotere ‘ja’. De gemeenschap is daarin een grote steun. Je doet dat niet op je eentje. Dat de klok een aantal keer per dag luidt, is een cadeau. Maar de communio is nooit een evidentie. De structuur is een hulp maar je moet er ook voor kiezen.
Om af te ronden. In een uitzending van Braambos interviewt Erik Galle broeder Sabino van de communiteit van Bose in Italië. Hij vraagt broeder Sabino wat de roeping van het religieuze leven is en Sabino antwoordt: ‘We zijn geroepen om anderen aan te moedigen om te leven.’ Kunt u zich in die oproep vinden?
Absoluut. Bij onze professie zingen we een vers uit de psalm: ‘Neem mij aan, Heer, en ik zal leven.’ En Benedictus, in zijn proloog, vraagt: ‘Wie is de mens die verlangt naar het leven?’ In feite is de mens die kiest voor een benedictijns leven een mens die kiest voor het leven. Het leven is ons gegeven, ook al is het niet altijd gemakkelijk.
Kiezen voor het leven heeft ook een getuigeniskracht, zeker in onze tijd. We zijn geroepen om te getuigen dat het leven mooi is.
Interview door Piet Raes