Ze zijn met velen, de jongeren die ons oproepen dringend werk te maken van de klimaateisen. Ze vragen om ‘herziening’ van beslissingen, om het grondig bijsturen van een mentaliteit. Ze doen dat niet met oorlogstaal, maar ze leggen duidelijk en vriendelijk de vinder op de wonde. Misschien leiden hun acties tot een verdieping van de democratie en naar een gedeelde verantwoordelijkheid van het volk en de beleidsverantwoordelijken. We zien dialoog ontstaan zonder traangas. We ontdekken een gemeenschapsgevoel waar ernst en humor, zorgen en zoeken naar oplossingen elkaar omhelzen.
Jongeren nodigen volwassenen uit samen te pleiten voor een toekomst die overeenkomt met wat de Schepper ermee bedoelde.
Paus Franciscus heeft in de encycliek Laudato Si’ duidelijk gepleit voor een duurzaam beleid, dat gedragen wordt door alle landen en culturen. Milieu en schepping zijn als een gave die God in de handen van de mensen heeft gelegd om verantwoordelijk en dankbaar te beheren (niet: beheersen als eigendom, maar wel in een soort erfpacht of vruchtgebruik).
In zijn homilie op de slotdag van de Wereldjongerendagen in Panama riep paus Franciscus de jongeren trouwens op om op te staan en het woord te nemen. Hij wees op het gevaar om te leven als in een wachtkamer en te blijven zitten tot je geroepen wordt.
Je denkt dan dat jouw ‘nu’ nog niet gekomen is, dat je te jong bent om te werken aan de toekomst. Maar jullie zijn het NU van God! Sta dus op en neem het woord.
Deze ontwikkeling doet me denken aan wat Vaticanum II zo duidelijk omschreven heeft, namelijk dat de gemeenschap van de Kerk “Volk van God” genoemd wordt. Dat wijst op een gedeelde verantwoordelijkheid. Bij uitbreiding is de hele mensheid “Volk van de Schepper”. We kunnen als gelovigen niet anders dan elke poging om samen aan oplossingen te werken toejuichen. Zou dit geen diepere zin kunnen geven aan wat we ‘demo-cratie’ noemen, wat letterlijk betekent: ‘een staat waar het volk zichzelf regeert’?
We staan nu voor een periode van vasten.
Hebben we de schepping voldoende naar waarde geschat? Hebben we ze goed beheerd?
Met die vraag confronteren de jongeren ons. De vastentijd is een tijd van onthechting en ook van boetedoening. Het is ook een tijd van herstel. Boete én herstel hangen samen. De veertigdagentijd is dan ook een uitgelezen kans om dichter bij de bedoeling en de wens van de Schepper te komen.
Het is NU dat we moeten handelen zodat toekomstige generaties niet moeten ‘uitboeten’ van wat wij verzuimd hebben om te doen.
+ Luc Van Looy
Deze brief verscheen in het maartnummer 2019 van het tijdschrift Kerkplein van het bisdom Gent - Abonnering kan hier