"De gebeurtenissen in de wereld tonen een voortdurend gevecht tussen goed en kwaad, tussen Christus en de Draak. Er zijn momenten waarop we het gevoel hebben betrokken te zijn – zelfs ondanks onszelf – in een strijd tussen leven en dood." In zijn homilie naar aanleiding van het feest van Maria Tenhemelopneming gaat bisschop Lode in op die tweestrijd, de strijd "tussen de draak en de vrouw".
Broeders en Zusters, van de drie lezingen lijkt de eerste – uit het boek De Openbaring van Johannes – u waarschijnlijk de vreemdste: wat betekent voor ons vandaag de dag nog steeds een visioen van Johannes op het eiland Patmos aan het einde van de eerste eeuw? Toch beschrijft het visioen dat we zojuist gehoord hebben treffend onze hedendaagse realiteit.
De christenen waren een kleine minderheid in een tijd van vervolging. Het Romeinse Rijk was machtig en alomtegenwoordig. Keizer Domitianus had een genadeloos onderdrukkingssysteem opgezet. Johannes beeldt zijn meedogenloze macht uit in de figuur van “een grote, vuurrode draak”. Maar, meer dan naar het Romeinse Rijk en de keizer, verwijst het visioen naar het kwaad in zijn geheel, naar de heerschappij van de Kwade, de duivel, en alles wat onze wereld verdeelt. In het verhaal dat we zojuist hebben gehoord, staat de Draak tegenover de Vrouw. Zij vertegenwoordigt de volgelingen van Jezus en alles wat goedheid, rechtvaardigheid en liefde is. Zal de Draak erin slagen de vrouw te vernietigen? Wie zal winnen: het goede of het kwade? Hoe zouden we ons niet betrokken voelen? Om de Openbaring van Johannes beter te begrijpen als boodschap voor vandaag gaan we de figuren van de draak en de vrouw eerst even nader bekijken.
De draak heeft zeven koppen. Zeven is in de bijbel het getal van volheid. De zevenkoppige draak zit vol listen en bedrog om de mensen bang te maken en te misleiden. Maar hij heeft ook tien horens. Dit is geen zeven. De draak, ondanks zijn angstaanjagend en monsterlijk uiterlijk, blijft kwetsbaar. Natuurlijk zaait hij paniek en dood. Hij bereidt zich voor om het kind dat geboren gaat worden te verslinden. Dit kind is Jezus. En dat zal de draak in eerste instantie ook doen. Jezus zal gekruisigd worden. Maar de dood – het belangrijkste instrument van het Kwaad, dat zoveel angst aanjaagt en de mensen verlamt – zal niet het laatste woord hebben. Op het kruis zal Jezus de draak zelf doden en hem – door op te staan uit de dood – definitief overwinnen.
Tegenover de draak staat de vrouw. In haar hebben de kerkvaders Maria gezien.
Dat is ook de reden waarom de tekst gekozen is voor dit Mariafeest. Op het eerste gezicht is de vrouw alleen en is ze veel kwetsbaarder dan de draak. Maar
- de zon is haar mantel. Jezus is de opgaande zon.
- De vrouw staat op de maan: Maria vertrapt de dood en laat hem achter zich om zelf in de hemel te worden opgenomen (dit is het feest van vandaag).
- De vrouw draagt een kroon van twaalf sterren. De twaalf sterren zijn de twaalf stammen, het nieuwe volk van God. Jezus heeft daarom twaalf apostelen gekozen. (Tussen haakjes: de twaalf gouden sterren op een blauwe hemel werden overgenomen op de vlag van de Europese Unie.)
- De vrouw lijdt de weeën van de bevalling. Ze is de lijdende mensheid. Maar Maria is ook de nieuwe Eva, de nieuwe mensheid. Zij is immers de eerste die volledig JA gezegd heeft tegen God. Haar lijden heeft de verlossing door Jezus – wiens naam betekent: God-Redt – voorbereid.
- En tenslotte vlucht in Johannes' visioen de vrouw naar de woestijn. Dat betekent dat de kerk geestelijk afstand neemt van een wereld die valse goden aanbidt, die van geld haar idool maakt. Ze vindt in de woestijn een schuilplaats om er samen met de slachtoffers van het kwaad zich te voeden met het woord van.
Zo staan twee machten tegenover elkaar: Maria (de vervolgde Kerk en de mensen van goede wil) tegen de Draak (zij die een God verwerpen en mensen uitbuiten). We herkennen deze strijd meteen in onze hedendaagse realiteit. Achter onze aardse geschiedenis steekt namelijk een spirituele strijd. De gebeurtenissen in de wereld tonen een voortdurend gevecht tussen goed en kwaad, tussen Christus en de Draak. Er zijn momenten waarop we het gevoel hebben betrokken te zijn – zelfs ondanks onszelf – in een strijd tussen leven en dood. Denk aan helse situaties in families of gemeenschappen; aan oorlogssituaties en blind geweld. We zien dat iedere dag.
Het visioen zegt dat de Kerk menselijk lijden in zich draagt.
Zoals de vrouw uit de Apocalyps, die naar de woestijn vlucht, laat ze de mensheid niet aan haar lot over. Ze neemt het met zich mee, net zoals Jezus de zonde van de wereld heeft gedragen. Dat is de rol van Maria. Zoals Paus Franciscus zei in zijn homilie in Częstochowa tijdens de Wereldjongerendagen in 2016: " Zo knoopt zich in de geschiedenis aan de goddelijke draad een 'Mariale draad'." En de paus vervolgt: "Als er enige menselijke glorie is, enige verdienste van onze kant in de volheid der tijden, dan is zij het: zij (Maria) is die ruimte, vrijgebleven van het kwaad, waar God zich heeft weerspiegeld; zij is de ladder die God heeft bewandeld om tot ons af te dalen en zich nabij en concreet te maken; zij is het duidelijkste teken van de volheid der tijden." Deze woorden helpen ons het feest van Maria Tenhemelopneming te begrijpen. Is het niet daarom dat zoveel christenen zich tot Maria wenden om haar hun behoeften toe te vertrouwen en onder haar bescherming te vinden? Maar dragen wij op onze beurt wel voldoende de zorgen van anderen? Of zijn wij christenen die “geluk verwarren met een sofa"? (Paus Franciscus). Zijn we onverschillig voor de tragedies die zich voor onze ogen afspelen? Of strijden we tegen het kwaad, in het vertrouwen op de uiteindelijke overwinning van Christus? Vandaag herinnert de Kerk ons aan wiens kant Maria staat. Aan wiens kant ook de Kerk staat, of tenminste waar ze altijd zou moeten staan.
In de strijd tussen goed en kwaad is er geen derde positie mogelijk. Wie onverschillig is, is een schuldige toeschouwer.
Het Ja-woord van Maria, uitgesproken op de dag van de Boodschap, was niet alleen het begin van Jezus’ Menswording. Haar Ja-woord luidde de beslissende strijd in tegen het kwaad. Jezus is aan dat kwaad gestorven. Maar Hij is er ook uit opgestaan. En Hij nam Maria mee als eerste in zijn overwinningsstoet.
We zijn uitgenodigd om in die stoet onze plaats in te nemen, zowel in de strijdende kerk hier op aarde, als later, samen met Maria en de heiligen, in de hemel.