Feest van de heilige Bavo- Gent, zondag 3 oktober 2021
Inleiding
Zusters en broeders, beste vrienden, dit is een heuglijke dag, een feestweekend. Sommigen vragen zich af of we nog kunnen vieren in de gegeven omstandigheden en met een maatschappijmodel dat kraakt?
Toch komen we samen om de Heer te danken omwille van de heilige Bavo, de patroonheilige van ons bisdom en onze kathedraal. Dit is voor ons ook een manier om het Van Eyckjaar af te sluiten en, meer nog dan dat, om als kerk het bezoek aan het retabel van het Lam Gods officieel weer open te verklaren.
Maar … zijn heiligen en mooie schilderijen meer dan de laatste overblijfsels van een verleden waarin we wegdromen? Of zijn ze op hun manier een bewijs dat iedere tijd vernieuwing kan brengen en toekomst?
De lezingen in deze viering gaan over vertrekken en loslaten om op weg te gaan naar een land van Belofte, naar een God van Belofte. Vrome illusie? Of integendeel een perspectief dat ons kracht geeft, dat ons toelaat om onze krachten te bundelen en samen met de profeten en heiligen van deze tijd creatief te zijn.
Vrienden, het is een heuglijke dag! Laat ons de Heer van het leven dankbaar ontvangen. Hij biedt toekomst. Op Hem kunnen we steunen.
Lezingen
Gn 12, 1-7
Psalm 16
Lc 14, 25-33
Homilie
Zusters en broeders, beste vrienden,
“Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie”. Ik onthoud de woorden: trek weg! Dit is actualiteit. We zijn nomaden, zonen en dochters van Abraham. Christenen zijn een trekkersvolk. "We hebben hier geen blijvende stad, maar zijn op zoek naar de stad van de toekomst” (Hebr 13, 14). We verlaten eigenlijk steeds opnieuw wat ons bekend en vertrouwd is omdat iets, omdat Iemand – groter dan onszelf – ons roept en opwacht. We leven immers in de tijd. Wat was is nooit identiek met wat komt. Continuïteit is goed en nodig. Maar pure herhaling is nefast. Dat is waar op alle niveaus: psychologisch verlaten we de kindertijd om volwassen te worden. Materieel veranderen we soms van werk. Veel mensen verlaten vandaag hun land en eigen cultuur, gewild of gedwongen. Ook ons spiritueel leven is een tocht. Men noemde de eerste christenen “mensen van de weg” (Hand 9, 2)!
We kunnen dat enkel zijn op een positieve manier als we een doel hebben, als we weten waar de weg heen leidt. Jezus zelf is zowel de Weg als het doel. Hij is onze wijsheid en ons land. Met Jezus sterven we aan het oude om te verrijzen in het nieuwe.
“Niemand van u kan mijn leerling zijn – zegt Jezus – als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit”.
Zich losmaken is niet gemakkelijk. We houden ons krampachtig vast aan schijnzekerheden. Ik was getroffen door het recent getuigenis van een legeraalmoezenier. Hij ging met jonge soldaten naar Pepinster om daar te helpen na de overstromingen in Wallonië. En hij zei: “Het was een van mijn mooiste ervaringen als aalmoezenier. Voor veel rekruten was het hun eerste confrontatie met extreme armoede, in eigen land dan nog. We zagen er bergen van kapotte koelkasten, elektronica en plastic … en we beseften hoe fragiel de samenleving wel is.” (Erwin Vilain: ‘Het geloof is een storm, in jezelf en voor anderen’. We hebben natuurlijk koelkasten en elektronica nodig. En zelfs veel plastic. Maar we mogen er onze ziel niet aan verpanden. We mogen ons niet installeren.
“Nee, vrienden, - zegt Paulus – ik beeld mij niet in er al te zijn. … Ik vergeet wat achter me ligt, ik reik naar wat voor me ligt, ik storm af op het doel: de prijs van Gods heerlijke roeping”.
Paulus zegt dat we moeten “vergeten” wat achter ons ligt. Dat wil eigenlijk zeggen: zich niet nestelen in een nostalgie naar wat het leven geweest is. Laat ons dankbaar zijn voor het verleden. Dan is het verleden ook vandaag nog vruchtbaar. Maar we kunnen, we mogen het niet vasthouden.
Ik hoor de vraag al: maar wat ligt er voor ons wat het de moeite maakt om ons los te maken van het verleden? Wat loont de moeite om het verleden zogezegd te “vergeten”? Moeten we het onzekere voor het zekere nemen? Is dat “de prijs van de heerlijke roeping”? Paulus zegt dat we het doen “omwille van Christus…”: Hij is ons doel, Hij is onze motivatie! “Om Christus – zegt Paulus – houd ik alles zelfs voor vuilnis, als het erom gaat Hem te winnen en één te zijn met Hem.” En dan voegt hij eraan toe, om ons gerust te stellen: we moeten Christus niet verdienen door onze eigen inspanning, maar door ons vertrouwen in Hem, dat is het geloof waarop wij mogen en kunnen steunen.
Wat voor Abraham een land was, is voor ons de persoon van Christus. Voor Hem trekken we weg uit ons verleden, steeds opnieuw.
Het centrale paneel van het Lam Gods inspireert ons daarin. Het beloofde land (met al zijn prachtige bomen, bloemen en gebouwen) is er eigenlijk alleen in functie van het Lam, waarnaar de blik van iedereen gericht is, waar iedereen naar toe trekt. Het Lam dat voor ons en door ons geleden heeft, is het Lam dat ons leidt … Als we niet bereid zijn om ons te laten leiden, dan komen we niet tot ons doel.
We leggen dan misschien wel de fundamenten van ons gebouw, maar het afwerken kunnen we niet. En wat overkomt zo iemand? “Als hij de fundering heeft gelegd en niet in staat is het werk tot een einde te brengen, gaan allen die het zien hem bespotten en zeggen: die man begon te bouwen, maar hij was niet in staat het einde te halen”. Dit zijn de woorden van Jezus zelf. Dat is de ernst van ons geloof.
Dat het doel in de toekomst ligt is geen perspectief dat ons ontslaat van onze verantwoordelijkheid. De belofte is natuurlijk voor later. Maar de missionaire opdracht is voor vandaag. We moeten alle eigenbelang overstijgen en de handen in elkaar slaan. Ook het geluk van de ontmoeting zal ons dan nu al gegeven zijn.
Beste vrienden, we mogen gerust vertrouwen hebben, we mogen geloven. We zien dat natuurlijk het duidelijkst in het leven van de heiligen. Denken we maar aan Bavo, de patroonheilige van ons bisdom. Of aan vrouwen en mannen die ons veel dichterbij zijn: profeten en heiligen van vandaag. Zij durven wegtrekken, zij durven steunen op het geloof en doen wondere (wat niet betekent spectaculaire) dingen. Daar zijn veel voorbeelden van. Maar ze komen niet altijd in de pers. En als we doen zoals zij, dan kunnen we samen met hen psalm 16 zingen die we zopas hoorden na de eerste lezing: “Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft. Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer. Ik val niet, want Hij staat naast mij. Daarom ben ik vrolijk van geest, daarom kan ik rustig gaan slapen. Gij, Heer, zult mij de weg van het leven wijzen om heel mijn vreugde te vinden bij U”. Waarom zouden we vandaag iets anders vragen, iets anders verlangen? Ja, de psalmen zijn voor ons de samenvatting van heel de Bijbelse boodschap!
Laat ons na deze psalmwoorden samen de eucharistie vieren, geschaard rond het Lam dat ons leidt, en Hem volgen.
Laat ons werken aan een nieuwe wereld, een toekomst voor alle mensen, zonder uitzondering. Dit is onze dringende opdracht.