Pinksteren is bij uitstek het feest van de Heilige Geest. De laatste decennia heeft de Geest zeker een betere plaats gekregen in de westerse christelijke spiritualiteit. Wordt Hij in bepaalde gemeenschappen niet uitbundig gevierd? Aan de andere kant moet worden toegegeven dat veel mensen nauwelijks aan Hem denken. Kan de derde persoon van de Drievuldigheid zo ver weg zijn? Waar kunnen we Hem ontmoeten? Ik zou iets willen zeggen over de aanwezigheid van de Geest in elke eucharistie. Hij is daar op een zeer bevoorrechte manier. Zo komen eucharistie en vormsel samen, zoals het trouwens ook hoort.
In ieder eucharistisch gebed komt er een formule in de zin van : "[Vader] neem deze gaven aan (…), heilig ze door uw Geest om lichaam en bloed te worden van Jezus Christus.” De priester houdt gedurende die woorden de handen over de gaven ten teken van zegening, heiliging, zoals ik straks de handen op de vormelingen zal opleggen en de Geest over hen zal aanroepen. Dit gebed wordt “epiclesis” genoemd. Het is een Grieks woord, dat welbekend is bij toeristen die Griekenland bezoeken. Om de lift te nemen, moet je op de knop “epiclesis” drukken! Epiclesis betekent gewoon “appel”. In de liturgie betekent het “aanroeping”. Men zou natuurlijk verschillende vergelijkingen kunnen maken tussen de Heilige Geest en een lift. We roepen hem naar beneden om ons mee te nemen, hogerop. De kleine Thérèse van Lisieux zou niet aarzelen om dat beeld te gebruiken! Ze heeft het trouwens gedaan. Maar het is niet daarover dat ik het wil hebben.
Het brood en de wijn worden het lichaam en bloed van Christus dus niet alleen door de consecratiewoorden: “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed”. De priester moet ook de epiclesis uitspreken, de oproep van de Geest. De Geest heiligt de gaven. Hij omvormt ze radicaal. Wat de Geest aanraakt wordt anders. Dit geldt ook voor onszelf. Vandaar het belang van de handoplegging en de zalving tijdens het vormsel! De Geest ontvlamt, geeft energie, hij “brandt als vuur”. En de beste manier om door de Geest aangeraakt te worden is onze deelname aan de Eucharistie, vooral op zondag, omdat dan de gemeenschap gevormd wordt. Het doel van ons samenzijn is niet om passief getuige te zijn van een mysterieuze transformatie van brood (in Christus' lichaam) en wijn (in zijn bloed). Het doel is dat wij gemeenschap worden, het “Lichaam van Christus”. Met andere woorden, de Geest maakt niet alleen Christus aanwezig, maar schept de gemeenschap als het “Lichaam van Christus”.
Hij maakt onze gemeenschap hier mogelijk; en verbindt ons ook met alle christenen die op deze zondag delen in het lichaam en bloed van Christus.
Het is een echte eenheid, die weinig te maken heeft met een vaag gevoel van sympathie of lidmaatschap van een vereniging. We zijn één grote geloofsgemeenschap. Als we ons daarvan bewust zijn geeft ons dat een enorme sterkte. En het besef dat we deze eucharistie vieren in gemeenschap met de universele Kerk geeft ook moed aan de duizenden broeders en zusters over de hele wereld die – op dit moment – vervolgd worden om hun geloof!
De heilige Geest is de geest van Jezus. Er is een cirkelbeweging van Jezus naar Geest en van Geest naar Jezus. We groeien in de Geest door te luisteren naar het woord van het Evangelie. Door ons open te stellen voor de Geest wordt onze kennis van Jezus ook dieper en groter. We hoorden het Jezus zelf zeggen: “De Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat ik u gezegd heb”. Maar we moeten ook eten van “hetzelfde brood”. Daarvan eten maakt ons verbonden, doet ons leven in communio. Het woord communie verwijst dus zowel naar verbondenheid (gemeenschap) als naar het brood en de wijn die we nuttigen. En hetzelfde gebeurt met de heilige Geest. Ook Hij maakt de Kerkgemeenschap en maakt het brood en de wijn tot lichaam en bloed van Christus. Hij spreekt Jezus’ woord aan de lezenaar, de ambo. Hij maakt brood en wijn tot Jezus’ lichaam en bloed op het altaar.
Door de Geest verwerven we het vermogen om Gods werk te zien in alles wat mooi en waar en goed is, overal ter wereld en bij alle mensen. We zien de schoonheid van iedere persoon, volk, cultuur of godsdienstige overtuiging. De Geest is altijd en overal aan het werk. Het bewustzijn daarvan helpt ons zin, betekenis en vreugde in ons leven te vinden. De Geest is eigenlijk heel ons leven. Het scheppingsverhaal zegt het mooi: “God boetseerde de mens uit stof, van de aarde genomen, en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen” (Gen 2, 7). Dezelfde adem van de Geest baarde ook de Kerk, de nieuwe schepping, wanneer Jezus, die zijn leerlingen uitzond, “over hen blies (ademde) en zei: Ontvangt de heilige Geest” (Joh 20, 22). Dit is een van de teksten die kunnen gebruikt worden in een vormselviering.
Beste vormelingen, door de zalving worden we niet alleen mensen van de heilige Geest, maar ook mensen van de eucharistie. De wereld heeft ons meer dan ooit nodig om niet ten onder te gaan. De mensheid heeft ons nodig om de hoop niet te verliezen.
Moge het vuur van de Geest op ons allen neerdalen, broeders en zusters, telkens we eucharistie vieren. Moge dit vuur in onze harten komen. Moge het ons dynamisch en creatief maken. Maar ook: sterk, geduldig, barmhartig... moge de Geest met al zijn gaven komen om in ons, en – dankzij ons – om ons heen, het Rijk Gods, de heerschappij van de liefde naar Gods wil, tot stand te brengen.