Beste vrienden,
We gaan dus samen op stap, op weg. Ik zal het niet hebben over het synodaal proces als dusdanig. Mijn collega’s en medewerkers en jullie zelf zullen er nog veel over spreken en nadenken.
Deze morgen wil ik alleen maar mijn vreugde uitspreken dat we ons samen aan de slag zetten. Dit is werkelijk een unieke kans om een nieuwe dynamiek te geven aan ons christen en kerk zijn. In ons bisdom valt dit synodaal proces samen – ik zou zeggen: gelukkig maar – met ons doopselproject 'Leven vanuit de doop'. Ja, waarom zijn we gedoopt? Een van de antwoorden is: om “mensen van de weg” te zijn, zoals de christenen in de Handelingen der apostelen genoemd werden. “Mensen van de weg” is vandaag een quasi technische uitdrukking geworden voor zigeuners, woonwagenbewoners, Roma… mensen die vaak in de verdrukking staan of misprezen worden. Ze staan in de marge van de maatschappij. Maar ook Jezus was op zijn wijze fundamenteel een man van de weg. Hij had geen steen om zijn hoofd op te laten rusten. Hij noemde zichzelf de Weg. Hij bracht daarmee een proces tot voltooiing dat met Abraham was begonnen en die geantwoord had op de uitnodiging: “Trek weg uit je familie, je land, je volk”…tenslotte “jezelf”. Op weg gaan heeft dus steeds iets van verlaten, van risico’s nemen, van avonturieren, onzekerheid aandurven. Het heeft ook iets te maken met bekering. Bekering omdat we eigenlijk vaak liever langs de weg zouden blijven zitten, zoals Bartimeüs in het evangelie. Maar hij was een blinde bedelaar die wou genezen worden. Bekering ook voor de hele Kerk die zich wil herpakken op bepaalde punten. Zich herpakken is trouwens een verkeerd woord.
We moeten niet terug naar een verleden dat toch nooit meer terugkomt en dat beter ook niet doet. Bekeren is ons keren naar een toekomst die van God komt.
Maar op weg gaan doe je alleen als je een doel hebt of als je vaag voelt dat op het weg zijn op zich ook al betekenisvol is en een doel op zichzelf. Ik denk hier aan de vele bedevaarders die te voet gaan naar Compostella. Ze doen het misschien in stukken en brokken, ieder jaar een deel. Sommigen komen nooit aan. En toch was de tocht heel betekenisvol in hun leven.
Onze weg – die van het synodaal proces – is in zekere zin al uitgestippeld, voor we eraan beginnen. In ieder geval is de Leidsman al gegeven. Hij gaat ons voor en beschermt ons als de Goede Herder. Hij gaat naast ons en neemt ons bij de hand. De tocht is begonnen bij ons doopsel. We blijven als het ware ondergedompeld in een avontuur van steeds opnieuw verrijzen, steeds opnieuw opstaan en elkaar helpen rechtkomen als we kopje onder gegaan zijn. We zijn pelgrims, op weg naar Jeruzalem, de Stad van Vrede. We zullen in de volgende maanden waarschijnlijk nog veel werken met Bijbelse beelden. Die beelden zullen ons helpen om de realiteit van vandaag te begrijpen.
Vrienden, ik ben heel gelukkig met jullie aanwezigheid en grote beschikbaarheid om te antwoorden op de vraag van de paus. Concreet hebben jullie positief gereageerd op mijn uitnodiging om onze Kerk synodaal op te bouwen in de kracht van ons doopsel. Ik herinner mij nog levendig de verwondering van de hele wereld toen paus Johannes XXIII het Concilie aankondigde, amper drie maanden na zijn verkiezing. Velen geloofden er al lang niet meer in. Reageren de wereld en misschien ook wijzelf niet precies op dezelfde manier nu we vandaag beginnen aan het synodaal proces? Het gaat eigenlijk nog steeds om de inwerkstelling van het Concilie, zestig jaar geleden. Maar bij velen is er een analoog ongeloof. Bij sommigen steunt dat ongeloof op de frustratie dat ze zich vroeger al hebben geëngageerd om samen te werken en verkeerd uitgekomen zijn. Ze hebben geleden onder tegenstand en onbegrip, zijn gestoten op slechte wil. Anderen zijn er nooit aan begonnen. En daar staan we nu, niet alleen met onze goede bedoelingen, maar we gaan concreet aan de slag.
Het kan een heel mooi avontuur worden, het avontuur van de Kerk in onze eeuw. Een Kerk van gedoopten op weg.
Een Kerk die de wereld dient in plaats van veroordeelt, die gekwetste, maar ook zo ontroerend mooie wereld. Een Kerk die onderweg veel leert van anderen en dankbaar het vele goede ontvangt dat ze krijgt.
Moge Gods Geest ons die gelovige blik geven, maar ook de kracht om iedere dag de stappen te zetten waartoe Hijzelf – Gods Geest – ons uitnodigt in de Schrift, in de andere mensen en in de gebeurtenissen van onze tijd.
De sleutelwoorden zijn voortaan: luisteren en bemoedigen.