Geachte aanwezigen / Beste vrienden,
Eerst en vooral hartelijk dank voor uw komst, het toont dat u belang stelt in de grote Gentse en Oost-Vlaamse familie waarvan ook dit bisschopshuis deel uitmaakt. We sluiten bijna de nieuwjaarsmaand januari af en wensen elkaar een heel vruchtbaar jaar.
We leven in een tijd van grote veranderingen, deels omdat de mentaliteit van de samenleving zo sterk en snel verandert, deels omdat we overal dienen te besparen, deels omdat er toch een grote onzekerheid leeft omwille van politieke vooruitzichten en vragen die op ons afkomen. We staan weer volop in het nieuws, als stad, als kerk, als universiteit, als gemeente. Deze bijeenkomst maakt het ook duidelijk dat we elkaar nodig hebben.
Onlangs schreef ik ergens dat “compartimentering geen optie is, omdat ze geen hoop brengt”. Er is immers een gevaar dat we ons in onze eigen wereld opsluiten, ons beveiligen, beschermen tegen ongewenste invloeden.
Velen zijn bang van vernieuwing. Het voorbije jaar hebben we veel gesproken en gelezen over de vluchtelingenstroom naar Europa, over de rol van de provincie en van de gemeenten, over fusies en besparingen, en die thema’s zullen niet vlug verdwijnen.
Als kerk staan we niet buiten de tijd. We willen kerk zijn in deze tijd. De plaats van de kerk is anders geworden. We zij ons daarvan bewust. En dat vergt ook structurele aanpassingen. U weet dat we in dat verband in het voorbije jaar belangrijke stappen hebben gezet in dit bisdom. We hebben een lang proces van 15 jaar voorbereiding en groeiende samenwerking geconcretiseerd in het oprichten van tien nieuwe dekenaten in plaats van de 34 die bestonden en we zijn binnen die tien dekenaten een proces opgestart om te komen tot wat wij nu noemen 'nieuwe parochies'. In september en oktober hebben we in elk van de tien dekenaten in plechtige vieringen de dekenale ploegen officieel aangesteld. We hebben naar heel veel mensen en groeperingen geluisterd om samen tot beslissingen gekomen. De strategie die we volgen in de kerk vandaag is er een van ‘luisteren – begrijpen – begeleiden’, dit is een verfijning van wat we vaak noemden ‘zien – oordelen – handelen’.
Veranderen is ook loslaten en we beseffen heel goed dat dat pijn kan doen en dat mensen het daar moeilijk mee hebben. Toch voelen we ons in dit alles sterk gesteund door paus Franciscus. Hij stuurt aan op aanwezigheid in de samenleving, op dienst voor de armsten.
Midden alle veranderingen in onze samenleving, is dat de taak van de kerk: dienstbare aanwezigheid.
De herstructurering die we doormaken heeft enkel die de bedoeling. Ze creëert ook een positief elan en ik merk bij vele medewerkers een nieuwe dynamiek. Wij blijven investeren vooral in activiteiten van caritatieve aard, maar tevens in vorming van mensen. We willen er voor werken dat zo veel mogelijk mensen, jong en oud, goed weten wat het betekent christen te zijn te midden van de samenleving. Dat doen we ook naar de jongeren toe die dikwijls met een nieuwe onbevangenheid het christelijk geloof tegemoet treden.
We werken intussen verder aan de kerkenplannen. Zoals u weet heeft de overheid gevraagd duidelijke plannen voor te leggen. Dat is nodig om te beslissen welke investeringen kunnen in welke kerkgebouwen. Dat vraagt terecht een lange termijnvisie. We werken er aan met de centrale kerkbesturen, de kerkfabrieken en de gemeente. Het komt er op aan te bepalen welke kerken voltijds beschikbaar moeten blijven voor de eredienst, anderen kunnen een herbestemming krijgen, en daartoe aan de eredienst onttrokken worden, weer anderen kunnen een nevenbestemming krijgen, dat wil zeggen dat de ook voor andere activiteiten gebruikt kunnen worden naast de eredienst.
Mijn zorg daarbij als bisschop is natuurlijk in de eerste plaats pastoraal gemotiveerd. Dat wil zeggen, voor ons is de vraag: wat hebben wij waar nodig om onze dienst aan de samenleving te kunnen blijven vervullen in de toekomst, om aanwezig te kunnen blijven bij de mensen en om gemeenschap te kunnen vormen.
Willen de nieuwe parochies die we nu gaan vormen goed kunnen functioneren, dan is er een ambtswoning voor de pastoor (zoals voorzien is trouwens), vergaderruimte met secretariaat en plaats voor archief. We zijn dankbaar voor de gemeenten dat ze dat in samenspraak met ons goed behartigen.
Goede vrienden, eerst en vooral dank voor uw geduld om te blijven luisteren. U mag er zeker van zijn dat we uitkijken naar 2017 om openhartig en in vertrouwen samen te werken. Nogmaals, we hebben allemaal elkaar nodig, meer nog dan vroeger wellicht. Ik zeg vaak tegen mensen die op gesprek komen wanneer ze weggaan: “ge weet waar ik woon, indien ik iets kan doen, laat het me weten”. Dat is ook mijn boodschap voor u allemaal.
Er blijft nu niets anders meer over dan te zeggen: Zalig Nieuwjaar, en gezondheid.