Wijdingsjaar 1968: Gustaaf Annaert, Fernand Bonnaerens, Alfons Callebaut, Karel Cottenie, Agust De Groote, André De Witte, Hubert Demeester, Jozef François, René Schepens, Julien Schreyen, Wim Schreyen, Emiel Van de Velde, Roger Van den Berg, Stefaan Van der Kelen, Frans Van Peteghem, Paul Van Puyenbroeck, Alfons Vinck - Overleden: Stanny Bonte (2013), Roger Cooreman (2012), Paul De Baere (2018), Achiel De Cauwer (2014), Hubert Lepage (2008), Willy Vernimmen (2011), Hubert Willems (2000)
Homilie van de bisschop
“Vrienden noem ik jullie, geen dienaren”, omdat een vriend weet wat zijn Heer zegt en doet. Hij mag het ook voortvertellen omdat de Heer mens geworden is om de geheimen van God zelf bekend te maken.
We hebben al deze jaren geluisterd, gezocht, trachten te begrijpen wat Jezus ons wil zeggen en vooral hebben we getracht het verder te vertellen in begrijpbare woorden en door het voor te leven. We zijn ons er zeker van bewust dat we “arm zijn van Geest”, vandaar dat we vaak in situaties komen waar we echt nood hebben aan steun en inspiratie vanwege collega’s en vrienden maar vooral van God zelf. Het woord “onderscheiding” werd de jongste jaren fel benadrukt. Zo ook de vraag: “naar wie moeten we gaan”?
Is de doelgroep van ons priester-zijn nog dezelfde als toen, 50 jaar geleden? Is de Kerk van toen nog dezelfde en hoeveel zijn wijzelf veranderd, zijn wij mee geëvolueerd of niet?
Vandaag is het wellicht de belangrijkste opdracht om in te spelen op de realiteit: sociaal, politiek, maatschappelijk, kerkelijk. Wij zijn niet gezonden naar de kleine kudde alleen. Er zijn veel bewijzen dat Jezus de kring opentrok naar de Samaritanen, naar de blinden die buiten de gemeenschap stonden, naar de kreupelen en bezetenen. Ook stond Hij open voor de politieke vijand, de honderdman. Maar steeds voor de boodschap: “Uw geloof heeft u gered”.
Hoe vertellen wij vandaag, als gepensioneerde, als emeritus, als actieve pastoor of als meewerkend priester: “Wij hebben de Heer gezien”? Hoe zeggen wij aan de randgelovige en aan de weerbarstige ex-gelovige: “Steek uw hand uit en voel mijn wonden?” De wonden die wij zelf meedragen zijn heilzaam voor wie zijn ongelovige hand er op kan leggen. Paus Franciscus zegt zelfs dat hij “zondaar is, maar dan een vergeven zondaar”.
Wat is onze opdracht? Aan de zijde staan van de gewonde mens, met onze eigen wonden, om een “wounded healer” te zijn. Dit vraagt van ons weerbaarheid en tevens inleefvermogen. Niet enkel op persoonlijk vlak, maar ook als collegiale priester die midden in de beweging van de Kerk staat. Inleefkracht zou ik het willen noemen, die komt van het geloof dat de Geest van God echt werkzaam is in de beweging van de Kerk vandaag.
Daar past dan natuurlijk het antwoord van Jezus aan Thomas bij: “Zalig zij die niet gezien hebben, maar toch geloven”. Zalig zij die niet weten hoe de toekomst van de Kerk in onze contreien er zal uitzien, maar die toch geloven in de werkzame aanwezigheid van de Geest in het Kerkgebeuren vandaag.
Dankbaar
Goede vrienden, mijn dankbaarheid tegenover jullie is groot. Jullie zijn een groep priesters die stevig samenhangt, getuige van jullie collegialiteit en Kerk-voeling. Dank voor de inzet in het kerklandschap van vandaag. Dank voor de steun die je geeft aan de jongere priesters die nu op de bres staan en het wellicht moeilijker hebben in een complexe Kerk en maatschappij, moeilijker dan toen, 50 jaar geleden. Dank voor de zorg die jullie hebben voor de oudere en zieke priesters. Laat hen niet eenzaam worden: ze zijn collega, vriend priester. Dank om jullie gebed voor de bisschop en voor wie in het beleid van het bisdom hard werkt en bidt.
Dank vooral voor jullie gebed. Dat is de sterkste band die we kunnen creëren. Het geloof is tevens een zoeken naar de wil van God, een luisteren eerder dan spreken, maar ook een voorbereiding op het Woord dat we spreken in Kerk en samenleving.
Dan zullen we ondervinden, zoals Manu Verhulst schrijft, dat ondanks alle spanningen die er kunnen zijn, “de vrede van binnen zit”.
+ Luc Van Looy, 3 juli 2018