We ontmoetten Hugo in de pastorij van Ninove bij pastoor Alexander van de Sint-Corneliusparochie. Het werd een kennismaking met een geëngageerde man die een belangrijke zending zal vervullen in de parochie.
Hugo Gielen is afkomstig uit Limburg en is beroepsmilitair bij de luchtmacht geweest. Hoewel hij de officiële pensioenleeftijd voor het leger al bereikt heeft, werkt hij nog verder met zijn collega’s in de afdeling personeelsbeheer. Ruim 20 jaar heeft Hugo in Duitsland geleefd en gewerkt, waar hij zijn vrouw Edda leerde kennen. Onlangs mochten ze hun zilveren jubileum vieren.
Hugo, is je roeping tot diaken uit de lucht komen vallen?
Hugo: Nee, ik denk het niet. Ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel geërfd van mijn ouders, van mijn peter die rijkswachter te paard was en ook van mijn grootmoeder, een eenvoudige maar diepgelovige vrouw. Het lijkt of dienstbaarheid en opkomen voor de armen bij ons in het DNA zit. Van mijn vader leerde ik denken en handelen in de stijl van Cardijn. Hij heeft dat altijd voorgeleefd.
Als militair was ik een van diegene die na hun diensturen meehielp om voedselpakketten te maken voor Afghanistan of om gewonde soldaten van het vliegtuig te halen en ze te gaan bezoeken en te luisteren naar wat ze meegemaakt hadden.
Ja, ook in de schijnbaar harde wereld van defensie, kan je op een bepaalde manier getuigend aanwezig zijn.
Dat geldt trouwens ook voor mijn huidige functie bij personeelsbeheer: je moet durven kijken naar de man of vrouw achter het uniform.
Sinds 2006 ben ik in Duitsland aangesloten bij de orde van de Zwaardridders van Livland. Zoals veel van deze ridderordes die oorspronkelijk gesticht werden in de middeleeuwen, zetten we ons in voor humanitaire projecten bij minderbedeelden in binnen- en buitenland. We zorgen er ook voor dat alle materiële middelen die we verzamelen of inkopen, bij de juiste doelgroep geraken. Zo bezorgen we de nodige goederen aan Hongaarse wees- en kindertehuizen, aan softenonkinderen. We kwamen in contact met psychiatrische instellingen en mensen met dementie.
Die momenten van grote gegevenheid deden bij mij met kleine stapjes de ervaring groeien: zou het niets voor mij zijn om diaken te worden?
Het idee om diaken te worden sluimerde, het kwam en het ging, maar er klopte Iemand aan de deur.
Toen ik mijn vrouw voor het eerst vertelde dat ik erover dacht om mij kandidaat te stellen voor het diaconaat zei ze: ‘Eindelijk!’ Ze had het al lang aangevoeld.
(lees verder onder de foto)