Op zaterdagavond 26 juni 2021 is kanunnik en ere-vicaris-generaal Paul Van Paepegem overleden in AZ Sint-Lucas Gent.
Hij werd geboren in Ninove op 14 augustus 1932, behaalde een kandidatuur in de klassieke filologie en werd in Gent tot priester gewijd op 5 april 1959. Hij was leraar aan het Sint-Lodewijkscollege in Lokeren (1959-1968) en gouwproost van KSA. In 1968 werd hij superior van het Sint-Lodewijkscollege. Op 1 september 1984 werd hij diocesaan inspecteur voor het basisonderwijs en pastoor in Daknam (1984-1986). In 1985 werd hij benoemd tot diocesaan hoofdinspecteur basisonderwijs. Op 1 maart 1992 benoemde bisschop Arthur Luysterman hem tot bisschoppelijk vicaris bevoegd voor onderwijs en catechese, en werd hij titulair kanunnik van het Sint-Baafskapittel. Op 1 september 1995 werd hij vicaris-generaal, in het bijzonder belast met onderwijs en parochiecatechese.
Paul Van Paepegem kreeg eervol ontslag op 1 februari 2004 en werd de dag nadien door bisschop Luc van Looy benoemd tot bisschoppelijk gedelegeerde belast met de zorg voor priesters en diakens. Op 1 november 2018 kreeg hij eervol ontslag in deze functie.
De uitvaartliturgie vond plaats vrijdag 2 juli om 11u in de Sint-Amanduskerk in Sint-Amandsberg. Daarna volgde bijzetting in de crypte van de Kanunniken op de begraafplaats van Mariakerke.
Lees hier de rouwbrief
Vind hier de lezingen en de homilie gehouden door Stefaan Van der Kelen
- Bij zijn afscheid als vicaris-generaal typeerde bisschop Luysterman hem in Kerkplein (februari 2004) als volgt:
“Wat hem kenmerkt is een bezetenheid om te werken, om veel te werken, om juist te werken, om alles af te werken. Er stond geen maat op het aantal werkuren en verplaatsingen doorheen het hele bisdom. Er kon niet de minste hindernis opduiken bij onderwijs of hij was op de hoogte en snelde te hulp. En bij de grote problemen was hij van het begin tot het einde in stand by. Hij is dan ook gewaardeerd en geliefd bij wie verantwoordelijkheid dragen in het onderwijs.
Voeg daarbij zijn scherp verstand, zijn gezond verstand, zijn natuurlijke mensenkennis, zijn moed en zijn menslievendheid en iedereen kan begrijpen waarom ik zo blij was met hem als vicaris. En zo gerust ook. Nooit hebben we iets echt aan mekaar moeten duidelijk maken. Eén enkel woord volstond gewoonlijk.
Tot daar kan het portret dat zijn van een noeste werker die de plezierige kant van het leven ontlopen heeft. Daarom nog een aanvulling. Om te beginnen zijn zijn humor en zijn halve ironie bij al zijn medewerkers overbekend. Men kijkt uit naar zijn toespraken niet enkel voor de inhoud maar ook voor de spetterende vorm. Verder was en is hij er nog altijd graag bij als er wat vrolijks te beleven valt. Hij is een snoeper van grote en kleine kunst, van tafel en kelder, van reizen en van praatavonden met vrienden.”
- Bisschop Van Looy bij zijn afscheid als gedelegeerde voor priesters en diakens:
“Ik ben Paul Van Paepegem oprecht dankbaar voor de vele jaren dat hij – onvermoeibaar – oude of zieke priesters en diakens bezocht. Met een groot hart beluisterde hij hun vreugden en zorgen, deelde ze en ondersteunde hen.”