Walter, een priester, een man van Jezus.
Zijn grote voorbeeld waste de voeten van zijn vrienden;
Hij maakte blinden tot zienden.
Hij sprak niet van pracht en praal en gouden tempels
of kathedralen;
verhalen over goed en kwaad –
over trouw zijn aan iedereen van goede wil;
als Hij sprak werden duizenden mensen stil.
Die Jezus drong tot in het diepste van de ziel
van Walter Van Remortel door.
Hij riep hem en Walter werd priester en pastoor.
Zijn opdracht was een goede herder te zijn.
Zijn kudde te hoeden, van groot tot klein.
Hun nood, angst, twijfel, verdriet en vreugde te doorgronden.
Van de morgen tot de avondstonde.
Zoals bij ons allen was ook zijn leven niet enkel heiligheid
maar hij maakte Jezus zichtbaar door zijn zorgzaamheid.
Eenvoud, warm en sociaal voelend, er zijn voor alle mensen, rijk of arm – gelovig of ongelovig, ten dienste van alle mensen,
dat was zijn levensdoel.
Rust zacht, Walter.
Herman en Marie-Louise Stroobandt
Homilie door pastoor-moderator Patrick De Baets
Eerste lezing: 2e lezing 1e zondag 40dagentijd, C Evangelie: 1e zondag 40dagentijd, C
Wie van ‘de stiel’ is herkent de lezingen en weet dat ze vanavond en morgen wereldwijd zullen te horen zijn in al onze kerken, op de eerste zondag van de veertigdagentijd. Ook Walter heeft ze in zijn leven zo vaak gelezen, overwogen om erover te preken en in z’n eigen leven te integreren. Van jongsafaan. In een interview voor het parochieblad dat Sidon De Coninck van hem afgenomen heeft nav z’n pensioen, getuigt Walter dat hij uit een warm en een diepgelovig gezin komt. Z’n ouders waren kajotters, waardoor hij als kind de begeesterende Cardijn op congressen hoorde spreken. Z’n thuis, Cardijn, een goede kameraad, en de proost van KSA Beveren (Robert De Cauwer) speelden een rol bij z’n beslissing om naar het seminarie te trekken. Op 23 mei 1964 werd hij priester gewijd. In de jaren dat de heilige Geest veel in Rome vertoefde. Walter betreurt in het interview dat de frisse conciliebesluiten niet tenvolle werden toegepast. Nieuwe hoop deed hij op, het interview dateert van 2016, met de komst van paus Franciscus. Maar vanwaar de wind ook kwam, het heeft Walter niet belet voluit vanuit de Geest te proberen leven. Zoals zijn Heer en Meester, zoals Jezus. Vreugdevol, zingend en tegelijk spelend op gitaar en mandolien. Dat muzikaal talent gaf hij graag door ook, in KSA bijvoorbeeld. Of andere jeugdbewegingen waar hij z’n ganse priesterleven graag naartoe trok. Om de jeugd te leren kennen, ermee te lopen en te voetballen, met hen te bidden en te vieren. Dat deed hij ook eventjes in het Heilige Maagdcollege te Dendermonde.
Gods Geest woekerde vooral in Walter als parochiepriester. Hij waaide mee van de ene naar de andere plek: Overmere, Gent-Ekkergem, Moerzeke, Aalst, Zwijndrecht en Burcht. Allemaal verschillende plekken, in andere jaren, met een Walter die zich telkens aanpaste. En toch dezelfde bleef. Altijd beschikbaar, zich met de fiets verplaatsend, vriendelijk voor iedereen, delend waar noden zijn. Geen grote bestuurder, maar wél steeds ‘mens voor de mensen, herder als God’. En daardoor op handen gedragen. Altijd bezig en toch ook weer niet. Walter nam de tijd ook voor bezinning, voor gebed. En ook zeker en vast voor zijn familie. Elke dinsdagnamiddag, hoever hij er in kilometers ook van verwijderd was, en natuurlijk op het jaarlijks familliefeest.
Op z’n laatste parochie, in Zwijndrecht, kon Walter blijven wonen. Als aalmoezenier van het WZC De Regenboog, in goed gezelschap ook van het personeel en niet in het minst van de zustergemeenschap Kindsheid Jesu. In de herfst van z’n leven droeg Walter zorg voor zij die dichtbij de overstap stonden. Beseffend dat z’n eigen overstap ook naderde. Waardoor z’n krachten minderden en hij na een tijd niet veel meer kon dan enkel bidden voor z’n medemens. Waarvan hij niet enkel door ziekte maar ook door corona grotendeels gescheiden leefde. Z’n laatste retraite hier op aarde. Verleden week is Walter gestorven, in aanwezigheid van z’n trouwe familie, die hem zo nabij gebleven is.
Het is duidelijk dat we – als we de naam Walter van Remortel uitspreken – dankbaar mogen terugblikken op een schone medemens en een ingoed priester. Eén van de zovelen in de kerkgeschiedenis die geboeid was door die Jezus van Nazaret en hem gevolgd is. En daarin meer dan geslaagd lijkt. Door te proberen leven vanuit Gods Geest. Ook al zal dat natuurlijk met vallen en opstaan geweest zijn. Want het kan toch niet anders dan dat Walter ook z’n twijfels gekend heeft, af en toe honger had naar een ander leven. Dezelfde honger die Jezus had daar in de woestijnperiodes van z’n leven. Met dus de onvermijdelijke beproevingen. Om meer na het duiveltje te luisteren dan naar het engeltje op de andere schouder. Om niet zichzelf maar de ander weg te cijferen. Om anderen niet te dragen op z’n schouders maar met de ellebogen te werken, om zelf God te willen zijn. Om te knielen voor de duivel. Ach, alleen God weet hoe zwaar de beproevingen in het leven van Walter waren om z’n roeping te verloochenen. Wij hebben alvast de indruk dat hij, in het spoor van Jezus, wél met glans kon sturen en besturen als het over het baas spelen over het kwade ging. We zijn God dankbaar voor dit voorbeeld. Vandaag mag het leven en sterven van Walter ons dan ook nieuwe moed geven. Om het leven verder te zetten, om na elke val weer op te staan. Om het jaarlijkse verblijf in de woestijn te starten. Om niet bang te zijn van de verleider omdat Gods Geest zoveel sterker is. Ja, vandaag kunnen we hier onze keuze om ons te laten drijven op en door die Geest vernieuwen. En Walter hiervoor om hulp vragen. Want we durven geloven dat hij onze herder blijft. We durven hopen dat Walter aangekomen is, bij zijn en onze God. Om bevrijd, geheeld te worden. Om opgevangen te worden. Door zovelen die hem zijn voorgegaan. En vooral liedevol in de armen genomen te worden door dé Gastheer. Ja, vandaag geloven we heel graag, ook voor Walter, dat de dood het laatste woord niet krijgt. Dat zijn Pasen reeds aangebroken is, dat hij nu tenvolle mag delen in de verrijzenis van Christus. Genietend, met volle teugen, zonder de minste beproeving. Wakend over zijn goede familie, en over die vele schapen waar hij z’n leven voor gaf. Ook hier in Beveren en Zwijndrecht. In deze moeilijke kerkelijke tijd. We halen nog enkele woorden aan uit het slot van het interview met Walter dat in 2016 in het parochieblad verscheen. Hij zegt er: ‘Ik geloof sterk in mensen die voort bouwen en blijven geloven dat de Kerk toekomst heeft, maar het zal morgen anders zijn. Geef niet op. Laat mekaar niet in de steek en werk samen in de nieuwe situatie met de vele mensen in de nieuwe parochie en het nieuwe dekenaat, met nieuwe kansen. We hebben een blijde boodschap te brengen.’
Walter, we zetten je werk graag verder. Help ons maar een beetje. En rust vooral, in vrede. Amen.