De afgelopen jaren laat paus Franciscus geregeld het woord “missionair” vallen. Hij roept ons op om een missionaire kerk te zijn, missionaire leerlingen te zijn. Deze maand, oktober 2019, klinkt die oproep nog luider dan anders, de paus maakte van deze maand immers een bijzondere missiemaand. In het kader van die bijzondere missiemaand sloegen Missio, CCV Hasselt, het vicariaat voor de diaconie en de caritas, de dienst voor Parochiecatechese en gezinspastoraal en het parochievicariaat de handen in elkaar voor de gezamenlijke vormingsdag '(Buiten)gewoon gezonden. Iedereen missionaris?!'.
Missionering is geen zaak van Missio alleen, maar van de hele pastoraal, zegt Kris Buckinx, bisschoppelijk gedelegeerde voor de diaconie en de caritas.
Is het immers niet onze missie om leerlingen te worden van christus en anderen tot leerling te maken?
Die missie is de identiteit van de christen. Hoe doen we dat? Hoe kunnen we hier en nu missionaris zijn?
Mensen denken bij het woord ‘missionering’ spontaan aan de missies in het buitenland. De verhalen over de missionarissen hebben iets bevreemdend, iets exotisch en bovendien heldhaftigs, vertelt E.P. Michel Coppin, van Missio. De paus roept nu op tot een heel andere missionering. Hij spoort ons aan een evangeliserende gemeenschap te worden, een Kerk die naar buiten gericht is, met open deuren en een open hart. Onze missie is het evangelie brengen, maar dit moet uitgezuiverd worden van elk koloniaal denken. De Kerk is van en voor alle volkeren. Welke christen willen we zijn en worden? En hoe willen we dat uitdragen? Het is in onze cultuur niet eenvoudig voor jonge mensen om hun christen-zij uit te drukken. Geloof is iets heel individueels geworden, we vinden nog moeilijk de woorden om erover te spreken.
Wie wel de woorden vonden om hun geloof en engagement te uiten waren de vier getuigen van de namiddag. Elk getuigden ze hoe zij op hun eigen manier in hun leven ervaren missionaris te kunnen zijn. Tom Steensels, diensthoofd van IJD Hasselt, beet de spits af. Dienstbaar zijn naar jongeren is de kern van mijn geloof. Het is ook vanuit de diaconie dat ik probeer missionair te zijn in mijn omgeving. Als kleine jongen had de judo-microbe me reeds te pakken. Sinds twee jaar ben ik hoofdtrainer van de judoclub in Oudsbergen, een club die resoluut wil inzetten op de inclusie van kinderen met een beperking. Die G-judoka’s hebben voor mij echter geen beperking, ze brengen integendeel verrijking aan het team.
Als ik hen zie sporten, zie vieren en lachen, dan voel ik de aanwezigheid van God.
Ik hoop dat ik met mijn engagement Zijn weg mag gaan.
Voor godsdienstleerkracht Karin Mensch is evangeliseren in haar omgeving iets vanzelfsprekend. Waar mijn hart van vol is, loopt mijn mond over, lacht ze. De kinderen in mijn klas hebben vaak zo’n mooie antwoorden op geloofsvragen. Ik kan niet anders dan die met de wereld delen. Ik groei zelf mee met de kinderen, echt wonderlijk. Ouders spreken me soms aan: ‘Maar dit is evangelisatie!’.
Maar zou het niet gewoon ontzettend jammer zijn als die ervaringen binnen de vier muren van mijn klaslokaal blijven?
Scheutist Thomas Hendrikus is afkomstig uit Indonesië en werkt als missionaris in Deurne, in het bisdom Antwerpen. De sleutel tot missionering is inderdaad de taal. Ik geef toe, soms maak ik een boeltje van het Nederlands, maar Vlamingen zijn geduldig. Dat is de liefde waarin ik hier mag thuiskomen. Als Scheutist wil ik aanwezig zijn onder de mensen, vooral in de periferie van de multiculturele samenleving. Ik wil bruggen bouwen, en openheid en solidariteit in verscheidenheid versterken.
Ook Myriam Philippens, medewerker voor Broederlijk Delen in ons bisdom, draagt solidariteit hoog in het vaandel: God is voor mij niet boven of beneden ons. God is links en rechts, Hij heeft een permanente verblijfsvergunning tussen de mensen. Daarom wil ik vanuit mijn geloof op de barricaden staan tegen onrecht en voor solidariteit.
Laten we van JHWH, 'Ik zal er zijn voor u', een werkwoord maken!
Mgr. Hoogmartens bemoedigde in zijn slotwoord de aanwezigen tot een missionair leven. De relevantie van ons geloof wordt in onze cultuur in vraag gesteld. Maar we geloven en ervaren dat het negatieve niet het laatste woord heeft. Ik ervoer de laatste week zoveel blijdschap om verschillende mensen die willen leven voor God. De kern van onze missie is om Christus bij de mensen te brengen.
Hiertoe moeten we onze schroom verliezen om oprechte woorden te spreken.
Dit kunnen we als we de hartstocht voor de liefde van God voeden, als we luisteren naar de mensen en hun dieper verhaal en houden van de arme die ons interpelleert. En tegelijk beseffen dat we Gods medewerkers zijn en dat gij Gods akker zijt. Groei in heiligheid, dan kun je missionaris zijn.