Op 31 mei viert het bisdom Hasselt zijn vijftigste verjaardag, meteen het jongste bisdom van ons land. Het bisdom is dan wel van recente oorsprong, toch gaat de geschiedenis van de christelijke gemeenschap in Limburg terug tot de tijd van het Romeinse Rijk. Geweten is dat er tijdens de vierde eeuw christelijke gemeenschappen bestonden in de streek rond Tongeren en Maastricht. De heilige Servatius (+384) is er de eerste gedocumenteerde bisschop. Zijn zetel stond vooreerst in Tongeren, later verplaatste hij die naar Maastricht. Archeologisch onderzoek wijst uit dat de gemeenschap in Maastricht onverstoord bleef voortbestaan ook na de val van het Romeinse Rijk en de diverse volksverhuizingen van Germaanse en Frankische stammen. Van de vijfde tot de achtste eeuw was die stad de voornaamste bisschoppelijke residentie.
Ten tijde van de Pepiniden (ca 625-750) vonden grote ontwikkelingen plaats in de Kerk in dat gebied, ook wel Toxandrië genoemd. Met Lambertus (+ 705) en Hubertus (+ 727) als bisschoppen van Maastricht bloeide het kerkelijk leven op, werden vele abdijen gesticht (Sint-Truiden, Munsterbilzen, Aldeneik) en ging de kerstening van het platteland met rasse schreden vooruit. Een man met grote invloed op die kerstening was de Engelse monnik Willibrord (+739), wie ook contacten zou hebben gehad met de zusters Harlindis en Relindis, stichters van de abdij in Aldeneik.
In de achtste eeuw verplaatste bisschop Hubertus - of wellicht zijn opvolger - de bisschopszetel naar Luik. Luik was in die dagen niet meer dan een klein dorp. Op deze plaats was bisschop Lambertus echter door politieke vijanden vermoord. Hubertus verbond zijn christelijke gemeenschap voor altijd met deze heilige bisschop-martelaar. Mede door de verering van de heilige Lambertus werd Luik de centrumstad van de regio. Luik werd voor meer dan duizend jaar het hart van de christelijke gemeenschap waarvan het huidige Limburg deel uitmaakte.
Zestien eeuwen lang leefden Limburgers en Luikenaren schouder aan schouder. Het verlangen naar een autonoom Limburgs bisdom is pas van recente datum. Het kwam voort uit de aanzienlijke bevolkingstoename en sterke economische ontplooiing van Limburg en uit de ingrijpende ontwikkelingen in de naoorlogse Belgische politiek.
Op 31 mei 1967 zag het bisdom Hasselt het levenslicht. Met de pauselijke bul ‘Qui christianorum coetui’ richtte paus Paulus VI het bisdom Hasselt op. Daarbij splitste hij het territorium dat samenvalt met de burgerlijke provincie Hasselt af van het bisdom Luik. Twee weken na de oprichting van het bisdom Hasselt, op 13 juni, wordt mgr. Jozef Maria Heusschen, tot dan toe hulpbisschop in het bisdom Luik, benoemd tot bisschop van Hasselt. Zijn intronisatie en de canonieke oprichting van het bisdom volgen op zaterdag 8 juli.
Op 25 april 1970 werd mgr. Paul Schruers door paus Paulus VI benoemd tot hulpbisschop van Hasselt en titelvoerend bisschop van Slebte. Op 21 september 1972 kreeg hij zijn aanstelling tot bisschop-coadjutor van Hasselt, met recht van opvolging. Op 15 december 1989 werd hij door het ontslag van mgr. J.M. Heusschen de tweede bisschop van Hasselt.
Op 25 oktober 2004 – de dag waarop hij 75 jaar werd – aanvaardde paus Johannes-Paulus II het ontslag van mgr. Schruers en werd hij als bisschop opgevolgd door mgr. Patrick Hoogmartens.
Meer over de bisschoppen van Hasselt leest u hier.