’t Moet al ver gekomen zijn
voor je wegtrekt van de plek
en van de mensen, van de taal
en de cultuur, weg van geschiedenis
en van verhalen, van de humor
en van lief en leed.
’t Moet al ver gekomen zijn…
geen andere toekomst meer te zien
dan het duistere onbekende,
dan een verre tocht vol hyena’s en vol wolven,
smokkelaars en plunderaars…
alleen de sterkste zal wel overleven.
’t Moet al ver gekomen zijn…
al je hebben en je houden
in twee plastic tassen mee te sjouwen
en om hulp te roepen in een vreemde taal,
een vreemd land waar velen je niet graag zien komen,
waar de angst een taaie drijfveer is.
En nu, nu sta je hier op onze stoep,
kwetsbaar, niet zelden erg verwond,
midden tussen hoop en wanhoop.
Om hier een nieuw verhaal te schrijven,
om mens te worden mee met ons.
’t moet lukken, denk ik haast,
daarvoor ben je van te ver gekomen.
Dat je zover gekomen bent
zegt iets over je gedrevenheid,
je creativiteit, je durf en vastberadenheid.
Het zegt ook iets over ons tekort:
dat we je nodig hebben,
opdat ook wij zover gekomen zouden zijn.
Kris Buckinx