Net als Westende is ook Middelkerke in de middeleeuwen ontstaan als een nederzetting op Testerep, een hoger gelegen landstrook aan de zee die van het binnenland was afgescheiden door de Testerepgeul. ‘West-ende’ lag op het westelijk eindpunt van dit schiereiland dat begrensd werd door het krekengebied van de IJzer. ‘Oost-ende’ lag op het oostelijk eindpunt van Testerep dat begrensd werd door de Oostendse havengeul. Middel-kerke lag in het midden. Waarschijnlijk ontstond Middelkerke in de tweede helft van de 12de eeuw als een kerkje en gehucht in de buurt van een grote boerderij. De eerste vermelding van ‘Middelkerca’ dateert van 1218. In 1293 werd Middelkerke vermeld als parochie, behorend tot de dekenij Oudenburg en het bisdom Doornik. Middelkerke is lang een klein en afgezonderd dorp gebleven dat beschutting zocht en vond achter een prachtige en machtige duinenrij. Er waren nauwelijks verbindingswegen. Tot het begin van de 19e eeuw kon men het hinterland slechts te bereiken via smalle en kronkelende aardewegen. Voor de verbinding met de andere kustgemeenten was men aangewezen op de Duinenweg. Landbouwers en hoveniers maakten van deze weg gebruik om hun goederen naar de markten in de buurt te brengen. In die tijd beschikte Middelkerke slechts over een klein en bouwvallig kerkje, dat bestond uit de oude toren (die er nu nog staat) en één beuk met in het midden een speciale plaats voor het Miraculeus kruis. De Sint-Willibrorduskerk was groot genoeg voor de parochie Middelkerke die in 1803 slechts 584 zielen telde! De pastorie was toen een bescheiden woning in hoevestijl, helemaal omgeven door een brede wal en gelegen op de plaats waar nu het gemeentehuis staat. Pas in het laatste kwart van de 19e eeuw startte de gedaanteverwisseling van dorp naar badplaats. (Bron: Julien Desseyn en www.middelkerke.be)