Vorig schooljaar heb ik de opleiding Theologie en Religiewetenschappen aan de KU Leuven met de verdediging van mijn masterproef beëindigd. In dit artikel zal ik kort de grote lijnen van mijn eindwerk proberen te schetsen. Mijn masterproef kreeg als titel: “AA als gelovig-geïnspireerde uittocht uit de
alcoholverslaving. Terugblik op de complementariteit tussen de professionele hulpverlening en de gelovig bezielde inzet voor de Anonieme Alcoholisten Vlaanderen.” Deze thesis is geschreven onder promotorschap van professor Hans Geybels.
Een goed jaar geleden ben ik lid geworden van de Federatie Sobriëtas. Mijn lidmaatschap bij de christelijke vereniging Federatie Sobriëtas lag aan de basis van de keuze voor dit thesisonderwerp. Ik koos ervoor om me in deze thesis hoofdzakelijk te concentreren op de Anonieme Alcoholisten (AA). De Anonieme Alcoholisten (AA) is een organisatie met wereldwijde bekendheid. De zelfhulpgroep Anonieme Alcoholisten heeft reeds veel alcoholverslaafden een nieuw leven geschonken. Dit dankt ze hoofdzakelijk aan het succesvolle herstel gerealiseerd door het twaalfstappenprogramma. Het succesverhaal van de AA wil ik aan de hand van mijn verworven theologische kennis proberen te ontrafelen.
Naast de Federatie Sobriëtas zijn er nog andere drijfveren waarom ik voor dit onderwerp heb gekozen. Allereerst heeft de zorgsector me altijd sterk geboeid. Zeker de(alcohol)verslavingszorg vind ik een heel boeiende thematiek. Iets kunnen betekenen voor mensen of het verlenen van (spirituele) zorg vind ik persoonlijk een heel dankbare en zinvolle job. Vandaar dat ik over enkele jaren graag pastoraal werker wil worden. Daarnaast hoop ik later te kunnen meewerken in het nieuwe zorgconcept dat we thuis op de hoeve aan het realiseren zijn. Voor de uitbating van het zorgproject zal enige kennis over het reilen en zeilen van het zorgsysteem in Vlaanderen aangeraden zijn. Dit heeft tot gevolg dat ik me later zowel op het pastorale als op het professionele gebied zal begeven. Daarom koos ik ook voor een onderwerp waarin de twee domeinen met elkaar worden verbonden.
De opzet van dit onderzoek is om de functie en de beweegredenen van Vlaamse priesters en religieuzen te achterhalen die zich jarenlang vrijwillig en belangeloos hebben ingezet voor zowel de AA als de verbinding van de AA met de professionele hulpverlening. Na een grondige literatuurstudie en een interviewonderzoek valt te concluderen dat de priesters en de religieuzen bij de groei van de Vlaamse AA en de verbinding van de AA met de professionele hulpverlening van groot belang zijn geweest. Belangrijk hierbij op te merken is dat de expliciete invloed van priesters en religieuzen op de AA zich vooral tot aan de jaren 1980 heeft afgespeeld. De oorzaak van het verdwijnen van die invloed is grotendeels te wijten aan de intrede van de secularisering na het Tweede Vaticaans Concilie. Deze trend zet zich door in veel andere zorggroepen of -sectoren die vroeger vaak door priesters en/of religieuzen werden geleid. Bijgevolg zal een groot deel van deze thesis een terugblik zijn op het verleden.
Het onderzoek kan worden opgedeeld in vier hoofdstukken en een besluit. Hoofdstuk één geeft een samenvattend beeld weer over de professionele benadering van alcoholisme. Een goed begrip hiervan is belangrijk om in de volgende hoofdstukken te kunnen begrijpen waarom een complementariteit tussen de AA en de professionele hulpverlening aangewezen kan zijn.
In het tweede hoofdstuk wordt een algemene situering van de AA weergegeven. Hierbij geef ik eerst een geschiedkundig overzicht over het ontstaan van de AA in de Verenigde Staten. In dit hoofdstuk wordt de vrijwillige hulp van externen voor de uitbouw en de verspreiding van de AA sterk beklemtoond. Talrijke priesters en religieuzen hebben in Vlaanderen hun steentje hiertoe bijgedragen. Vervolgens probeer ik een duidelijk en helder beeld te schetsen van de werking van de AA. Daarbij bespreek ik de AA als een organisatie met een interne en een externe werking: de verschillende diensten van de AA, de plaats van de AA in de Vlaamse verslavingszorg, het functioneren van een gesloten AA-vergadering, het doel van de AA en tot slot de visie van de AA op alcoholisme, Hogere Macht en spiritualiteit.
In het derde hoofdstuk ontleed ik de wortels van de AA. De AA is gegroeid enerzijds vanuit de inzichten van de medische wereld en anderzijds vanuit de inbreng van de religieuze wereld. Beide domeinen komen in de AA tot verzoening. Toch zijn er momenten geweest dat de één dominanter was dan de ander. Deze interne relatie wordt tevens extern gerealiseerd. Vanuit gelovig bezielde inzet proberen externen de verbinding van de AA met de professionele hulpverlening te maken. Veel priesters en religieuzen hebben zich zowel voor de verspreiding van de AA als voor de verbinding ervan met de professionele hulpverlening ingezet. Voor Vlaanderen is professor en priester Benedictus Paesmans hierin een toonaangevende figuur. Hij was de eerste Vlaamse katholieke geestelijke die zich heeft ingezet voor de oprichting en de uitbouw van de AA in de provincie Limburg.
In het vierde hoofdstuk geef ik een pastorale duiding van het twaalfstappenprogramma. Uit de bestudeerde literatuur en het interviewonderzoek valt af te leiden dat veel priesters en religieuzen vanuit een bezielde bekommernis op een impliciete en/of expliciete manier de rol van pastor binnen de AA op zich hebben genomen. Volgens de geïnterviewde priesters, religieuzen en mezelf kan het twaalfstappenprogramma pastoraal worden geduid. De Hogere Macht van het twaalfstappenprogramma interpreteren geestelijken eerder als de Bijbelse God. Volgens hen is de Bijbelse God er aan het werk. Clerici hebben ook veel werken over de AA gepubliceerd en Nederlandse vertalingen van de Amerikaanse AA-literatuur gemaakt die christelijk gekleurd waren. Zeker in de beginjaren hebben priesters en religieuzen zich expliciet voor de AA ingezet. Vanuit hun gelovig bezielde inzet hebben ze zich als een ‘pastor’ over de alcoholverslaafde ontfermd. Hoewel deze expliciete pastorfunctie mettertijd is verdwenen, kan volgens mij de pastorfunctie ook impliciet in het twaalfstappenprogramma geduid worden.
Het besluit geeft een analyse weer van de voorgaande hoofdstukken. De complementariteit tussen de AA en de professionele hulpverlening in Vlaanderen komt in het gedrang doordat priesters en religieuzen vanaf de jaren 1980 hun invloed op de AA verliezen. Vandaag de dag staan de mensen uit de zelfhulpgroepen en de professionele sector in Vlaanderen voor de uitdaging om, vanuit hun eigen (gelovige) gedrevenheid, een gezond evenwicht tussen beide domeinen te zoeken en te bewaren. Hierbij kunnen de realisaties van de priesters als een voorbeeldmodel worden beschouwd. De oprichting van de Kempische Verslavingskoepel door een gedreven AA- lid is hierbij reeds een stap in de goede richting.
Tekst: Bieke Roose