Stappen in de voetsporen van Sint Franciscus | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken

Stappen in de voetsporen van Sint Franciscus

  • Contacten
Bedevaart Roma-Assisi

Stappen in de voetsporen van Sint Franciscus

Brecht Nuyts

Brecht Nuyts

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op maandag 15 augustus 2016 - 13:19
Afdrukken

Net voordat ik me zou overgeven aan een avontuur met 51 totaal onbekende mensen, maakt mijn zus zich vrij om me in de vroege ochtend met haar Mini Cooper 300 meter verderop af te zetten aan het station te Mechelen. De ochtend van 23 juli wordt overschaduwd door dikke, zelfverzekerde regenbuien die genadeloos elk afstandsgeluid dempen en dieptezicht belemmeren. Een plechtig moment breekt aan: de afscheidskus. Eerst krijgt mijn zus er eentje en daarna mijn smartphone, een toestel waarmee ik doorheen de jaren een ernstige fysieke relatie heb opgebouwd, gebaseerd op een intens en doorleefd fingerspitzengefühl. Zodra ik de auto verlaat en stante pede een plas drek behendig ontwijk, leg ik mijn lot in de handen van de natuur, de NMBS en enkele gemaakte afspraken via e-mailverkeer. Niet bepaald een zorgeloos vertrek voor controlefreaks...

Al bij al geraken we vlot aan onze eerste bestemming: La Romita di Cesi in de uithoek van het Italiaanse Lazio. Samen met mijn groepsgenoten worden we vriendelijk onthaald door de gastheer: Frater Bernardino. Bernardino is een 75-jarige Franciscaanse pater die een eeuwenoude ruïne wist om te toveren tot een idyllisch kloostertje op 800 meter boven de zeespiegel. De man schrikt niet terug van een spontane zangstonde, Franciscaans vuurwerk of om op dansende wijze samen met zijn drie witte labradors de menigte te wekken omstreeks 6 uur in de ochtend. Beste lezer, gelieve je niet te veel voor te stellen bij deze activiteiten. Bernardino zou in The Voice niet verder geraken dan de selectieronde, in zijn dansbewegingen ontdek je geen ocho, boleo of arrastre en met ‘vuurwerk’ wordt het geknetter van brandende dennennaalden bedoeld. De zaken verlopen hier simpel en eenvoudig, simpel en eenvoudig op authentieke wijze. Op deze plaats, waar Franciscus o.a. het Scheppingslied schreef, worden we als toerist omgedoopt tot ware pelgrim door het primitieve sanitair te leren gebruiken, de uitnodiging van de eerste bezinningen en dagthemavragen, het eten uit een gammel en de kennismaking met het Franciscaans plat. Ofwel staat hier de wereld op zijn kop, ofwel word ik hier 180° omgedraaid en met mijn voeten weer op de grond (recht)gezet...

Via Stroncone en Greccio komen we uiteindelijk aan in Fonte Colombo. Ik voel me opgelucht. De mensen waarmee ik wandel, zijn normale mensen. Ook zij houden van plezier, eten en een goed glas wijn. Ook zij weten wat verdriet en tranen met een mens doen. Vlak na de aankomst worden we door pater André rondgeleid in het kloostertje en de grotten waarin Franciscus regelmatig vertoefde om er dichter tot God te komen. Voor toeristen is deze stek dan weer vooral bekend omwille van de oogziekte van Franciscus. In een onverhoopte poging om zijn oogziekte te doen genezen, werd zijn hoofdvel hier opengesneden zodat het etter er langs een andere weg uit kon vloeien. Uiteraard bleek dat geen succesvolle ingreep te zijn...

Na een (weeral) overheerlijke maaltijd maken we ons klaar voor het bezinningsmoment. Een frisse douche, de afwas, het bedje klaarleggen, ... Ook ik maak me klaar maar moet eerst nog een dringende, grote boodschap overbrengen aan de plaatselijke riolering. Vervelend... Want het is alsof iedereen net nu het liefst zo dicht mogelijk wil staan bijkletsen aan het toiletkamertje waarvan het raampje nog open staat ook. En ik wil dat niemand last ondervindt van mijn doodgewone, biologische productieprocessen. Na wat nerveus getaffel gaan de mensen naar boven, richting de knus ingerichte openluchtkapel. Ik grijp mijn kans en laat me volledig gaan.

Wanneer ik weer bij de groep aansluit, is het intredelied net gepasseerd. Ik krijg (samen met de anderen) meteen een opdracht. Vooraan liggen er enkele stenen. Het is de bedoeling om op een steen een woord te schrijven dat symbool staat voor de last die we de laatste tijd meezeulen. De last waar we misschien liever niet over spreken omdat deze onze mond wel eens zou durven openscheuren. Of de last waar we vooral niemand anders mee willen belasten uit schaamte, medelijden, angst of trots. Vervolgens wikkelen we de steen in een doekje en verzegelen we deze zodat niemand ziet wat erop geschreven staat. En dan gebeurt het... Een koude rilling kruipt over mijn rug wanneer de pastor ons meedeelt dat we de steen moeten doorgeven aan een ander. Wil ik dat wel? Wil ik wel loslaten wat mij al jaren in de ban houdt? Aan wie vertrouw ik dat allemaal toe? Wie kan dat aan? Wat maakt dat iemand dat aankan? Diens verleden, karakter, geslacht, uiterlijk, inlevingsvermogen, beroep, geestelijke gezondheidstoestand, rijkdom, ... ? In mijn hoofd loeit de alarmbel terwijl ik besluit om te doen wat ik mezelf had voorgenomen, zeker niet te doen tijdens deze reis: ik ga op zoek naar iemand(/Iemand). Ik kijk vlug rondom mij, op zoek naar de persoon met de sterkste schouders.

De stapdagen vliegen in slakkentempo voorbij. We passeren Rieti, La Foresta, Poggio Bustone, Ferentillo en komen aan in Spoleto. Het trage tempo is te danken aan de grote hoogteverschillen op een wandelpad dat in mijn ogen afgekeurd moet worden. Stenen, stenen en nog eens stenen. De wegarchitect heeft er voorzekers 1000 vrachtwagens aan afvalstenen uitgestrooid en deze vervolgens uiteen gestampt zodat er totaal geen vaste structuur in kan komen te zitten. De weggebruiker is gedoemd om bij elke stap naar de grond van het bestaan te kijken. Want welke voet je ook eerst zet, het is haast onvoorspelbaar op welk soort oppervlak die terecht komt. Ik word er prikkelbaar van... Mijn liefde voor controle en stabiliteit krijgt hier te maken met eerst complete ontreddering en radeloosheid en wat later een “fuck it, ’t boeit me niet meer”-gedachte. Over stenen gesproken: op zoek gaan naar de sterkste schouders bleek een onmogelijke queeste. Van alle tochtgenoten kan ik er zeker 51 uithalen waar ik potentieel in zie. Uiteindelijk kies ik een lastdrager die zichzelf overwonnen heeft op de Poggio Bustone. Ze wou en kon zogezegd niet meer. Maar ze is er verdomd wel geraakt. Alle gekheid op een stokje: als cadeau geef ik haar mijn laststeen, alsof de tocht nog niet lastig genoeg was. Bij deze haast cynische daad verontschuldigt ze zich meteen omdat ze haar eigen steen al aan iemand anders had gegeven. Het is niet moeilijk om haar in deze omstandigheden de absolutie te verlenen. Op dat moment wisten we beiden nog niet dat ze twee dagen later mij zou ondersteunen wanneer ik er fysiek helemaal doorheen zou zitten. Werkelijk, het is diezelfde dame die eerder geen voet vooruit geraakte, die bovendien mijn miserie met zich mee zeulde, die mijn creperend lichaam in beweging hield. Door haar aanwezigheid ben ik geraakt, waar ik geraakt ben.

Ondertussen stapelen de verhalen over Franciscus zich op. In Spoleto, Trevi en Spello wordt er verteld over Franciscus’ stoute jaren, jeugddromen en diens ontluikende heilige leven. Deze vertellingen worden afgewisseld met historische informatie over Hannibal Barkas en die van de wandelaars zelf. Het is opvallend hoe het leven van Franciscus verweven wordt met onze beleving van de tocht. Het ligt er zo vingerdik op, dat ik de organisatie durft te verdenken van enig opgezet spel. Op gestructureerde wijze komen specifieke levensvragen en ervaringen aan bod. De onvoorspelbaarheid gaat over naar voorspelbaarheid. Dat de wegen kronkelig zijn en het liefst zo hard mogelijk stijgen of dalen, spreekt voor zich. Dat is nu eenmaal Franciscaans plat. Dat we elkaars eten en drinken moeten dragen, dat we bij elkaar terecht kunnen met onze problemen, spreekt voor zich. We hebben immers niets dan elkaar. Elkaar en de natuur. Het valt me op dat mijn ergernis in de natuurfotografie weggeëbd is. Bij aanvang stoorde het me dat mensen mijn wandelritme onderbraken om naar de natuur te kijken. Ik dacht toen: dat kan je ook via Google Maps en laat mij nu verdomme verder gaan. Jezus (met een diepe, subtiel hoorbare zucht). Maar hebben mijn tochtgenoten dan niet volledig gelijk om me stil te laten staan bij de schoonheid van het leven wanneer ik er blind voor ben? Hebben ze niet het recht om op te merken dat de wandelaars niet de enigen zijn die op tocht zijn? Vast en zeker hebben de bomen, de bergen, de dieren en het weer hun ‘steentje’ bijgedragen aan onze bedevaart. Ook met de natuur heb ik lief en leed gedeeld. De ontluikende voorspelbaarheid is een kwestie van afhankelijkheidsbesef. Ik kan het niet allemaal alleen en dat is niet erg. Ik sta er niet alleen voor.

Bovenop de Monto Subasio, een vulkaan grenzend aan de stadsmuur van Assisi, maken we het stil. Het moment is aangebroken waarop de “lasten” teruggegeven worden. Na een bezinningsmoment dalen we individueel de vulkaan af. We laten er onze “shit” achter en houden het stil. Een voor een gaan we weer naar boven. We houden afstand van elkaar want ook binnen een vertrouwensrelatie is er nood aan afstand. Wanneer ik weer boven ben, legt Pater André zijn handen op mijn hoofd en spreekt de zegen uit. Elk woord dat hij uitspreekt krijgt mijn volledige aandacht, maar het zijn er maar twee die in mijn geheugen gegrift staan: “nieuw begin”. Ik dank hem/Hem en verlaat in tranen en stilte dit intieme moment. Een half uurtje verderop kom ik mijn kameraad tegen op de top van de berg. We gaan op de grond zitten, steken een sigaret aan en laten de natuur voor ons het gesprek voeren. De conversatie valt in geen woorden te omschrijven.

Een halve dag later komen we aan in Assisi. Een officiële bedevaartsoordplaat bevestigt de aankomst op onze eindbestemming. Het applaus van de keuken- en logistieke ploeg, de ontelbare dankjewels, de emoties, de omhelzingen en de zoenen van de tochtgenoten overdonderen me. Ik weet er niet beter op dan gewoon daar wat recht te staan en te zeggen: “Ja ’t was goed geweest hé”. Mijn droge kant komt weer naar boven. Maar ik krijg ook niet meer woorden over mijn lippen, en dat spreekt dan ook weer boekdelen... Wat ben ik toch een kluns wanneer ik op ongemakkelijke momenten eigenlijk gewoon mezelf moet blijven. In alle soberheid. Wat ben ik de anderen tevens zo dankbaar dat er ook voor zo’n klooier een warme plaats is.

Mijn dank heb ik dan maar geuit in een dankgebed dat ik voorlas in de San Rufino Kathedraal te Assisi op de vooravond van onze terugreis naar België. Hieronder kan u het dankgebed lezen. Mocht je interesse hebben in een gedetailleerder reisverslag, dan verwijs ik u graag door naar de fijnzinnige blog van tochtgenoot Étienne: https://etienneschrijftvanzichaf.blogspot.be/2016/08/my-own-private-camm... .

 

 

 

 

Liefste God,

Vader,

Moeder,

Naar het beeld van U zijn we allen geschapen.

En als ik kijk naar de mensen van onze groep, dan weet ik dat je meer dan prachtig moet zijn.

God, ik dank je in het bijzonder voor het Franciscaans plat. Dat is de benaming van onze route maar bovenal ook een beeldspraak. Een beeldspraak die we zowel letterlijk als figuurlijk hebben mogen ervaren.

In eerste instantie beschrijft het concept de plooien van het landschap, de hoogtes en de laagtes die we al stappend dienden glad te strijken.

In tweede instantie verwijst de term naar het loslaten van het dagdagelijkse, het afstand doen van controle, beheersing en onafhankelijkheid. Zaken waarop we vurig worden voorbereid vanuit onze opvoeding en opleiding alsof deze waarden op exclusieve wijze de kwaliteit van onze levenswandel bepalen.

God, ik dank je voor dat Franciscaans plat, dat voor mij symbool staat voor afhankelijkheid en verbondenheid met de mens en de natuur op de weg die ik wil bewandelen.

Mijn oprechte en bijzondere dank gaat uit naar de vrouwen die me op de been hebben gehouden door elke dag opnieuw te getuigen van hun moederlijke warmte, onuitputtelijke kracht en onevenaarbare innerlijke en uiterlijke schoonheid.

Dank aan de heren om samen met mij in stilte of luidop zwaar te hebben afgezien. Denken we aan de buikdans met de prikkelbare naaldbomen, het Italiaans brood dat een woestijnervaring oproept, de realisatie dat spierballen als een camouflagenet voor watjes gebruikt kunnen worden en de onvermijdbare confrontatie met de Franse WC waardoor we weer eventjes met beide voetjes dicht aan de grond zaten.

Ik dank u, God, voor dit Franciscaans plat waarin ik door de verbondenheid met en afhankelijkheid van al deze mensen, heel dicht bij U heb mogen zijn.

Amen 

 

 

 

 

Meer

Artikel
bedevaart
Franciscus van Assisi
Assisi
soberheid
pelgrim

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook