Tussen Pasen en Pinksteren doen veel kinderen in groepsverband hun eerste communie. Anderen wachten niet op die ene speciale viering om voor het eerst volwaardig aan de eucharistie deel te nemen. Ze groeien op in de schoot van een geloofsgemeenschap met wie ze geregeld eucharistie vieren en voelen zich vroeg of laat klaar om met hun ouders mee te communie te gaan. Van deze eerste communie wordt een bijzonder moment gemaakt in het kader van een gewone zondagse eucharistieviering. Zo ging het bij Noor.
Noor kende de kerkgangers en de kerkgangers kenden Noor. Haar eerste communie werd een blij moment voor ieder die erbij was.
Zien doen en meedoen
Nieuwsgierig als alleen kinderen kunnen zijn, onderwierp Noor het priesterkoor na de viering als peuter al aan een grondige inspectie. Het duurde niet lang of ze mocht de kaarsen uitblazen en het offergeld naar de sacristie brengen. Ook de andere kinderen begonnen mee te helpen.
Van een stoel achteraan in de kerk (We willen niet storen) verhuisde Noor naar de eerste rij, waar ze goed kon volgen wat er aan altaar en ambo gebeurde. Gezangen pikte ze stelselmatig op om ze vervolgens zo goed en zo kwaad als ze kon mee te zingen. Tijdens de communie keek ze toe hoe mensen hun handen op elkaar legden en de hostie ontvingen. Na een tijdje wilde ze niet langer op datzelfde moment een kruisje op het voorhoofd krijgen, maar wilde ze doen wat de anderen doen.
Tijd dus om met de hulp van mama een kinderboekje over de eucharistie uit te kiezen, en om beetje bij beetje het wonder van de eucharistie te ontdekken.
Zondag als (g)een ander
Zo zijn we erg blij dat, met instemming van de deken, Noor vandaag voor het eerst ter communie gaat in deze christelijke gemeenschap, omgeven door haar familie, peter en meter, en u allen.
Met deze woorden luidde de voorganger het moment in waarop Noor zich als allereerste naar de voet van het altaar begaf, onder het toeziend oog van de kerkgemeenschap de kleine handen op elkaar legde en met een ingetogen maar overtuigd amen de hostie ontving.
Om voluit te kunnen spreken, had deze eerste communie alleen maar stilte nodig.
Na Noor sloot de familie aan, haar peter en meter, de andere kerkgangers. De voorganger laste bij het slot van de viering nog een afzonderlijk woordje in tot Noor: Ik wens je, beste Noor, ook de steun toe van de heilige Hildegard en de heilige Augustinus, naar wie meter Hilde en peter Stijn vernoemd zijn; van de heilige Helena en de heilige Stefanus, de patroonheiligen van je oma en opa. Maar vooral wens ik je toe dat je de betekenis van je naam zal waarmaken: wees een lichtje van Gods liefde in deze wereld, barmhartig en zorgzaam voor de mensen om je heen.
Er volgde een spontaan en warm applaus van de kerkgangers, die Noor en haar familie na de viering omringden en feliciteerden. Enkelen onder hen vertelden dat ook zij, lang geleden, op precies dezelfde wijze voor het eerst te communie waren gegaan.