Terug naar start?
Bij de aanvang van de advent - het begin van het liturgisch jaar - leeft bij velen de voorstelling dat men zich terugplaatst aan het begin van de geschiedenis, zoals men pakweg tijdens een ganzenbordspel terug naar start gaat, of in het gekoesterde fotoalbum terugbladert naar de eerste foto. Zo vreemd is dat ook niet. De liturgie roept het verleden op. Zij (her)spreekt het woord dat God eertijds, en dan vooral in Jezus, gesproken heeft. Zij doet het verhaal van Gods handelen in de heilsgeschiedenis.
De advent is daarom een tijd van vreugde en hoop, maar ook van inkeer en verstilling. Deze elementen zijn terug te vinden in de adventskrans, die thuis en in de kerk zal worden opgehangen of neergezet. Het paarse lint is een teken van bezinning en inkeer, de winterharde dennentakken staan voor het leven. De cirkelvorm verwijst naar eeuwigheid, oneindigheid: begin en einde haken in elkaar, voltooiing en aanvang vloeien in een eeuwigdurende cirkel in elkaar over.
Het licht van de vier kaarsen wijst op de pelgrimstocht naar het volle licht van de kerstnacht; Gods Zoon, het licht van de wereld, komt met de boodschap dat niet de duisternis en de dood, maar het licht en het leven zullen overwinnen.
Het licht van de vier kaarsen wijst op de pelgrimstocht naar het volle licht van de kerstnacht; Gods Zoon, het licht van de wereld, komt met de boodschap dat niet de duisternis en de dood, maar het licht en het leven zullen overwinnen.
Hoog bezoek
Wie hoog bezoek verwacht, bereidt zich voor. Het huis wordt in gereedheid gebracht om de gast in optimale omstandigheden te verwelkomen. Hij zal aan kleine dingen merken dat hij verwacht wordt. In de kerk is het niet anders. In de advent zijn de krans en de vier kaarsen in vele parochies en kerken een belangrijk symbool geworden.
Het gebruik van de adventskrans
Officiële richtlijnen voor het gebruik van de adventskrans in de eucharistie zijn er niet: strikt genomen is de krans geen liturgisch symbool. Toch is het gebruik ervan in de kerk reeds lang ingeburgerd. Laten we de adventskrans dan ook een eigen zinvolle plaats toekennen in de viering en de zeggingskracht van dit symbool volop laten spelen.
Hierbij maken we onderscheid tussen de zegening van de krans en het aansteken van de kaarsen. Beide gebaren hebben in de eucharistie hun eigen bijzondere moment.
Een paar tips
- In de liturgie kiest men voor natuurlijke, sobere materialen. Geen elektrische kaarsen, lichtslingers of synthetisch takkengroen, wel vers dennengroen, den-of sparappels, noten, hulst, rode of witte kaarsen.
- Advent is een tijd van bezinning, inkeer, ommekeer. De liturgische kleur is paars – ook voor het eventuele lint dat de adventskrans siert!
Zegening: een sterk moment
Doorgaans wordt op de zondagen in de advent bij aanvang van de eucharistieviering telkens een kaars (meer) aangestoken. De zegening vooraf van de krans kan echter ook een sterk moment zijn, waarbij ook kinderen een rol toebedeeld kunnen krijgen.
De adventskrans kan gezegend worden in de eucharistieviering op de eerste zondag van de advent. Als het om één krans gaat die voor gebruik in de kerk dient, kan men deze zegenen onmiddellijk bij de aanvang van de viering, vóór het gebed om vergeving en de kyrie-litanie.
De adventskrans kan gezegend worden in de eucharistieviering op de eerste zondag van de advent. Als het om één krans gaat die voor gebruik in de kerk dient, kan men deze zegenen onmiddellijk bij de aanvang van de viering, vóór het gebed om vergeving en de kyrie-litanie.
Niet alleen de adventskrans die in de kerk wordt gebruikt kan gezegend worden: ook de kransen die gelovigen thuis zullen plaatsen, de kransen die kinderen tijdens het catechesemoment knutselden, de krans voor een woon-en zorgcentrum, school of verzorgingsinstelling: al deze kransen kunnen tijdens een korte ritus in de viering gezegend worden.
Zegening van de adventskrans tijdens de eucharistieviering
een teken dat Gij het licht zijt dat schijnt in de duisternis
Bij de aanvang van de viering, vóór de schuldbelijdenis en de kyrie-litanie, bidt de priester:
Eeuwige God, Gij laat ons, mensen, niet alleen
bij ons zoeken naar leven en vreugde.
Daarom keren wij ons bij het begin van deze advent tot U,
op wie geheel onze hoop gevestigd is.
Wij bidden U: zegen deze krans(en) en deze kaarsen.
Zij zijn een teken dat Gij de Heer zijt van eeuwigheid,
aan wie ook de toekomstige tijd toebehoort.
Zij zijn een teken van leven, dat wij van U verwachten;
een teken ook dat Gij het licht zijt,
dat schijnt in de duisternis.
Laat onze liefde toenemen en laat ons met nieuwe toeleg
op zoek gaan naar U.
Door Christus, onze Heer.
bij ons zoeken naar leven en vreugde.
Daarom keren wij ons bij het begin van deze advent tot U,
op wie geheel onze hoop gevestigd is.
Wij bidden U: zegen deze krans(en) en deze kaarsen.
Zij zijn een teken dat Gij de Heer zijt van eeuwigheid,
aan wie ook de toekomstige tijd toebehoort.
Zij zijn een teken van leven, dat wij van U verwachten;
een teken ook dat Gij het licht zijt,
dat schijnt in de duisternis.
Laat onze liefde toenemen en laat ons met nieuwe toeleg
op zoek gaan naar U.
Door Christus, onze Heer.
Vervolgens besprenkelt de priester de krans(en) en de kaarsen met wijwater, en wordt de eerste kaars aangestoken.
Zegening van de adventskrans buiten de eucharistieviering
Het zegenen van een adventskrans kan ook buiten de eucharistieviering gebeuren: bijvoorbeeld in parochies die een programma voorzien voor catechese op zondag, kan men tijdens de catechese zelf een moment inbouwen voor een korte ritus, waarbij de priester de catechesegroep(en) vervoegt en de krans(en) zegent. Maar ook thuis bij een zieke of tijdens een adventsbezinning in de klas kan de krans gezegend worden.
Deze korte ritus buiten de eucharistieviering
- begint met een lied en het kruisteken,
- gaat verder met een lezing uit de Schrift die passend is voor de advent,
- eventueel gevolgd door een gezongen of gesproken antwoordpsalm
- en een korte overweging
- vervolgens wordt de krans gezegend
- en wordt de viering afgesloten met een passend lied.
Zegenen van het Jezus-kind voor de kerststal
Laat deze uitbeelding van het mysterie van de menswording de hoop van kinderen doen herleven en in allen de liefde doen toenemen
Paus Paulus VI voerde het gebruik in om de beeldjes van het Jezuskind voor de kerstkribben te zegenen, op de derde of vierde zondag van de advent. In Rome worden voor die viering de kinderen uit alle parochies van de stad uitgenodigd.
Na de opening van de viering spreekt de voorganger dit zegengebed uit:
God, heilige Vader,
uw liefde voor de mensen is zo groot
dat Gij uw eniggeboren Zoon gezonden hebt,
die uit U geboren is voor alle tijden.
Wij bidden U: zegen deze kerstkribbe
die vreugde zal brengen in het christelijk gezin.
Laat deze uitbeelding van het mysterie van de menswording
het geloof van ouders en volwassenen ondersteunen,
de hoop van kinderen doen herleven
en in allen de liefde doen toenemen.
Dat vragen wij U door Jezus, uw veelgeliefde Zoon,
die ons door zijn dood en verrijzenis heeft verlost
en blijvend onze voorspreker is bij U.
