In de adventsperiode staan we stil bij de komst van Jezus als mens. Hij wordt omarmd door Jozef en Maria, in de voederbak gelegd en... in de armoede waarin hij geboren wordt, mag hij er zijn zoals hij is. Koningen en herders, grote en kleine mensen, komen hem aanbidden. Hij is Gods zoon.
De pasgeboren Jezus nodigt zo iedereen uit en zegt tegen alle mensen: 'Kom tot de Vader, kom zoals je bent' (Opwekking 599). In de stal wordt geen onderscheid gemaakt tussen de geleerde koningen in hun rijke gewaden en de oplettende herders met hun kudde. Samen vieren ze de geboorte van Jezus. Ongetwijfeld denkt iedereen het zijne ervan en beleven ze dit bijzonder moment op een eigen en persoonlijke manier. Maar één ding is zeker. Ze zijn er, verzameld rond Emmanuël, en weten 'Ja, God is met ons' (Mt 1, 23).
Jongeren komen tot de Vader, zoals ze zijn.
De komende adventsweken getuigen 4 gelovige jongeren elk vanuit hun eigenheid. Het worden combinaties die je niet direct had verwacht: geloof en sport, geloof en wetenschap… Gaat dat wel samen, vraag je je misschien af. En zo heeft ieder wel bij momenten een reden om te denken niet geliefd te zijn door God, zich niet gelovig durft te noemen. De boodschap is duidelijk: kom tot de Vader zoals je bent. Laat je verrassen door deze 4 jongeren. Ze zijn hartlopers, want zij gaan elk op hun manier het leven aan niet alleen op eigen kracht, maar ook vanuit Gods liefde.