De rozenkrans of paternoster is meer dan een soort ketting met kraaltjes. Sinds eeuwen is het een hulpmiddel om te bidden tot Maria. Met de rozenkrans sta je stil bij belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Jezus en zijn moeder.
De eerste moderne rozenkrans dateert al van ca. 1460. Toch werd deze manier van bidden al veel vroeger gebruikt, vooral in de vele abdijen en kloosters.
Is het nu een rozenkrans of een paternoster?
De heilige Benedictus (480-547) schreef in zijn regel voor monniken dat zij wekelijks alle 150 psalmen zouden bidden.
Monniken die geen Latijn kenden baden in de plaats 150 ‘Onze Vaders’ (in het Latijn ‘Pater noster’) en hadden zo een alternatief voor het psalmgebed. Meer dan 850 jaar later werd hieraan de devotie tot Maria verbonden.
Waarschijnlijk heb je wel al eens van het ‘Wees Gegroet’ gehoord. Dat is een kort gebed tot Maria dat terug gaat op de woorden van de engel toen deze tot Maria zei: ‘Verheug u, begenadigde, de Heer is met u!’ (Lc 1, 28).
Volgens de traditie geef je elke keer dat je zo’n Wees Gegroet bidt een mooie roos aan Maria. Zo krijg je op het einde een rozenkrans. Wist je dat de naam rozenkrans ook uit het Latijn (rosarium) komt? Het betekent letterlijk ‘rozentuin’.
Een rozenkrans en een paternoster zijn dus eigenlijk één en hetzelfde gebedssnoer.
Het gebed
Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met u.
Gezegend zijt gij boven alle vrouwen,
En gezegend is de vrucht van uw lichaam Jezus.
Heilige Maria, moeder Gods,
Bid voor ons, arme zondaars,
Nu en in het uur van onze dood.
Amen.