Wijnmens, foodie, reiziger, bergmens, vader, echtgenoot, catechist, christen, hoofdredacteur Kerk & Leven. Zo omschrijft Luk Vanmaercke zichzelf op Twitter. Wat staat er op één? Zo werkt het niet, zegt hij. Voor mij telt de som van de dingen. Als je lijstjes moet maken, ‘dit op 1, dat op 2’, ben je volgens mij uit balans.
Na 23 jaar in de politiek, onder meer als woordvoerder en communicatieadviseur voor CVP en CD&V, ruilt Vanmaercke de Europese Commissie voor de redactie van Kerk & Leven. De meesten kennen me als rationeel, maar deze keuze was zeker even intuïtief, zegt hij. Misschien neem je de belangrijkste beslissingen in je leven wel op intuïtie. Als er iets is dat me evenzeer boeit als politiek, is het wel Kerk en religie.
Waar start uw levensverhaal?
Ik ben geboren in Oudenaarde en samen met twee zussen opgegroeid in Moregem, een kerkdorp van Wortegem-Petegem. Mijn ouders zijn allebei aardrijkskundigen: vader gaf les in het middelbaar, moeder was onderzoekster aan de KU Leuven.
Van mijn zevende tot mijn achttiende was ik misdienaar, tot ik een kop groter was dan de pastoor en mijn kleed nog net onder mijn knieën kwam.
Toen ik een jaar of veertien was, wilde ik stoppen, maar de pastoor weigerde mijn ontslag: ik was de enige die graag de vroegmis deed, om halfacht. Zo had ik nog een lange zondag, om te tennissen met vrienden.
Wie waren uw jeugdhelden?
Dat was een bont allegaartje. Ik keek op naar tennissers als McEnroe en Connors. Voorts verslond ik strips van toonaangevende tekenaars die bij het grote publiek niet altijd bekend zijn, zoals Hugo Pratt en Jacques Tardi, de vernieuwers van die tijd. Zelf tekende ik ook graag en veel. Ik was hoofdredacteur van de schoolkrant, en die stond vol met mijn cartoons.
Een derde held leerde ik kennen toen ik een bibliografie van Don Bosco in stripvorm kreeg. Hij belichaamt voor mij de perfecte mix tussen theorie en praktijk: een rotsvast geloof waar hij ook iets mee deed. Zijn roeping lag bij de verschoppelingen van de samenleving, boefjes van wie niks goeds kon komen als hij ze niet van de straat plukte.
Don Bosco vulde geloof sterk in als vertrouwen en hoop.
Als hij in de miserie zat, kon hij op een rustgevende manier zeggen: het komt goed. Tegelijk had hij de drang om bergen te verzetten. Dat soort geloof vind ik boeiend.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.