Groeide tegelijk de ambitie?
Kamiel D'Hooghe • Ik had ambitie, maar kreeg ook veel in de schoot geworpen. Als student was ik organist in de mooie kerk van Verrebroek, de ‘kathedraal in de polders’. Vlak na mijn afstuderen kreeg ik een uitnodiging voor een test in Brugge. Ik was er nooit geweest, maar vóór ik het wist, was ik organist van de Sint-Salvatorkathedraal.
Dankzij het orgel zag ik alle werelddelen. Ik deed grote tournees in Amerika, maar vloog er ook eens naartoe voor één concert. Toen ze een directeur zochten voor het op te richten Nederlandstalige conservatorium in Brussel, dacht ik er niet aan me kandidaat te stellen, maar ik werd uit alle hoeken gevraagd. Onze drie oudste kinderen zijn dus geboren in Brugge, de jongste in Vlaams-Brabant.
Was het vanzelfsprekend dat u als organist op de bres sprong voor het instrument?
Kamiel D'Hooghe • Toen ik in de jaren 1960 en vroege jaren 1970 opnames maakte, was er in Vlaanderen eigenlijk geen enkel historisch orgel echt bespeelbaar. In de negentiende eeuw werden alle technische en elektrische inzichten toegepast op orgels.
Dat het allereerst om een muziekinstrument ging, werd vergeten.
Mij is echter het ambacht dierbaar. Toen er plannen waren voor een nieuw orgel in de abdij van Male, pleitte ik uitdrukkelijk voor een kleiner, maar beter klinkend orgel naar ambachtelijke traditie.
Ook zat ik in de Commissie Monumenten en Landschappen. Omstreeks 1978 hoorde ik daar zulke slechte argumenten van het beleid, dat ik uit pure colère met het tijdschrift Orgelkunst begon. Het bleek een machtig wapen om bepaalde gedachten ingang te doen vinden, een wapen dat ik weliswaar zo weinig mogelijk gebruikte.
Hebt u die woede nog steeds?
Kamiel D'Hooghe • Op mijn leeftijd is het niet meer de moeite om veel ruzie te maken. De jaren maken ons hetzij zachter, hetzij nijdiger. Ik hoop dat voor mij het eerste geldt. Het is tijd voor dankbaarheid nu. Al kan ik nog wel vechten voor mijn mening. Ik kom bijvoorbeeld geregeld in vieringen waar ik het liefst meteen zou buitenwandelen.
Volksmuziek kan voor mij absoluut, maar waarom is die zo vaak ‘ingeblikt’?
Waar zijn de zangers, de muzikanten? Dat overdonderende lawaai maakt het onmogelijk onthecht te raken in de kerk, los te komen van het dagelijkse gepruts en open te staan voor schoonheid, goedheid, rust en verbondenheid.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.